Gevangenispredikant D. J. Klein Onstenk:
"De jongens hebben me nog nooit te zwaar gevonden"
Gevangenispredikant D. J. Klein Onstenk verkeert dagelijks onder de zwaarste criminelen en gaat met hen om als een vader met z' n zoons. Zondags houdt hij kerk op dezelfde manier, als hij dat in een gewone dienst zou doen. De kerkeraad bestaat uit misdadigers met,, ervaring in het zitten". De feestdagen zijn extra zwaar voor de gedetineerden. ,,Als het bezoek weg is, komen ze soms letterlijk aan m'n schouder uithuilen." De dominee laat zich er niet op voorstaan dat hij op handen wordt gedragen:, ,Het geheim van mijn aanhang zit in Gods Woord.<br />
De cipier van de gevangenis in Leeuwarden kijkt me vol wantrouwen aan als ik naar de gevangenispredikant vraag. Hij lijkt niet erg bereid me toegang te verschaffen. Op hetzelfde moment wordt de gedrongen gestalte van ds. D. J. Klein Onstenk (54) zichtbaar en verandert de situatie. De christelijk-gereformeerde gevangenispredikant geniet een onbeperkt vertrouwen in deze opbergplaats van criminelen. Zowel bewakers als gedetineerden dragen deze man op handen, ondanks het feit dat ds. Klein Onstenk van zichzelf zegt geen vriendelijk mens te zijn. ,, Ik laat hier zelden iemand binnen", verzekert hij me. ,,Meestal is het een stelletje ongeregeld dat zich aanmeldt om me te helpen. De pater en de humanist die hier part-time werken houden nog wel eens een excursie, maar daar begin ik ook niet aan. Het is geen aapjes kijken. Achter deze muren ligt een wereld van ellende."
Emotioneel
Ondanks het feit dat het eigenlijk zijn vrije dag is leest ds. Klein Onstenk op zijn kamer eerst wat paperassen door. De maand december is voor hem nog drukker dan de andere maanden. ,, De j ongens zij n vaak erg emotioneel rond deze tijd", vertelt hij. ,,Erg agressief of depressief. Een derde van de bevolking krijgt nooit bezoek of post. Ik heb pas gepreekt uit Ezechiël 34: ,,Eris niemand die er naar vraagt, en niemand die ze zoekt''. Dat geldt voor deze jongens. Ik bel wel eens naar de familie, maar dan hoor je vaak: ,,Hijkandek. , , krijgen" of ,,Hij kan dood vallen". Je maakt mee dat jongens die zwaar verslaafd zijn en lichamelijk achteruit gaan zich willen verzoenen met de familie en dat die familie zegt als ik opbel: ,,0, is-tie nog nie kapot''. Het is geen uitzondering dat de familie een afspraak maakt en niet op komt dagen. Dat is een. klap voor de jongens."
Geen hotel
De stelling dat een gevangenis veel weg heeft van een hotel gaat in Leeuwarden niet op. Het grauwe pand met de kale cellen is gespeend van alle luxe. ,,Het is hier; Wie niet werkt zal ook niet eten", aldus ds. Klein Onstenk.,,Zodra je hier binnenkomt stoppen alle uitkeringen. Men krijgt geen cent. De jongens kunnen maximaal 25 gulden per week verdienen en daarvoor kunnen ze etenswaren en rookartikelen kopen, want het eten is zeer matig te noemen. Dat ligt niet aan de koks, maar het mag bijna niets kosten. Het voedsel is volwaardig, maar zeer matig. Die verhalen over kostelijke maaltijden is onzin. Ze krijgen geen fruit, een enkele keer eieren en kaas, geen luxe beleg, geen rokerij. De margarine is in één woord vreselijk. Het merk zal ik niet noemen, maar het is niet te eten. Ik kan dat gerust zeggen, want zelf eet ik ook meestal hier. De jongens zeggen altijd: ,,Hetis goed dat u hier eet. Dan kunt u afslanken". Maar zelf ben ik blij dat ik ook nog een paar dagen thuis eet. In de gevangenis wordt vier uur per dag gewerkt, 's Morgens werkt de B-vleugel en 's middags de A-vleugel. In de B-vleugel zitten gedetineerden die ontsnapt zijn uit andere gevangenissen. Er is een smederij en een boekbinderij. Gedetineerden die liever op hun cel blijven kunnen wasknijpers maken. Wie een morgen niet naar zijn werk gaat wordt niet betaald. Wie zich onbehoorlijk gedraagt kan vertrekken. Wie niet werken kan of wil ontvangt geen cent. Ziekteverzuim wordt streng gecontroleerd. Iemand wordt pas ziek gemeld als de dokter langs is geweest en inderdaad een ziekte is geconstateerd. De dokter houdt voor beide vleugels om acht uur spreekuur. Er komen echter niet veel mensen, want hij verstrekt geen methadon. ,,Wat moetje er dus doen", aldus ds. Klein Onstenk.,,De jongens kunnen vloeken, gillen en krijsen, maar ze krijgen het niet. Daar ben ik erg dankbaar voor. De gevangenis zat maar half vol als er geen druggebruikers waren. De jongens weten hoe ik over drugs denk. ,,Onze dominee is oké" zeggen ze, „maar als je drugs bij je hebt veriinkt hij je meteen''.
Bezuinigingen
Als er niet gewerkt wordt is er gelegenheid voor zogenaamde activiteiten. De gedetineerden kunnen kiezen tussen huisvlijt en onderwijs. Er worden verschillende cursussen gegeven. Een ABC-cursus voor analfabeten (ongeveer 10% van de gevangenen), een bijspijkercursus Nederlands en een cursus Engels voor beginners en gevorderden. Op woensdag is de bibliotheek open en één a twee uur per week is er gelegenheid voor sport op de stenen binnenplaats. Zondags is er kerk. De meesten nemen aan de activiteiten deel, want wie dat niet doet moet in zijn cel zitten.,,Door de bezuinigingen zitten ze toch al meer op hun cel dan voorheen", vertelt ds. Klein Onstenk. ,,Na de personeelsinkrimping die begin dit jaar is doorgevoerd mogen de jongens zaterdag en zondag pas om één uur de cel uit. Na 's avonds kwart over negen mogen ze absoluut niet van de cel af, dus hun po staat van vrijdagavond tot zaterdagmiddag in de cel. Je krijgt de meest onhygiënische toestanden. Bovendien is het voor de geestvan de jongens evenmin gezond om zolang in de cel te moeten zitten. Ze zitten maar agressie op te fokken in die ouwe hokken.''
Vechtpartijen
,, Vechtpartijen zijn hier letteriijk aan de orde van de dag. Inzo'n gemeenschap ontstaan veel irritaties, bijvoorbeeld doordat een van de jongens vindt dat een ander z' n radio te hard heeft aanstaan. Verder zijn er nogal eens knokpartijen tussen jongens die in dezelfde zaak gezeten hebben. Zo noemen ze dat. Ik zeg weleensin mijn preken: Een mens zondigt bijna nooit alleen. Dat zie je al in het paradijs. Zulke knapen gaan regelmatig op de vuist. Dan hoor je kreten als: ,,Je hebt me verlinkt, vuile verrader". Ze staan elkaar niet naar het leven, maar er vallen wel stevige klappen. Ze beheersen vaak karate en andere vechtsporten, al hebben de meesten niet veel kracht door het druggebruik. Ze hebben de gelegenheid een pak slaag uit te delen, omdat ze elkaar vrij veel zien. Tijdens het werk, met de activiteiten en 's morgens en' s avonds als ze zich wassen. Dat laatste gebeurt in groepen. Elke groep krijgt twintig minuten om zich te wassen, tanden te poetsen en haren te kammen. Alles loopt op seconden. Het begint om zeven uur en er zijn drie groepen dus klokslag acht uur is alles achter de rug. 's Avonds gebeurt hetzelfde. Dejongens hebben hun twintig minuten hard nodig,: want ze zijn behoorlijk ijdel. Ze hebben lang werk met tanden poetsen en haren kammen. Je ziet hier opvallend goed verzorgde nagels en prachtige gebitten. Om de andere avond zien ze elkaar ook tijdens de recreatie. De ene avond is dat voor de A-vleugel, de andere avond voor de B-vleugel. Er wordt dan weinig tv gekeken. Meestal doen ze spelletjes." ï>
Koffieboy
Als er bescheiden op de deur wordt geklopt stopt de dominee z' n betoog en roept krachtig: „Ja". Een Surinaamse jongen van een jaar of twintig komt binnen en vraagt beleefd of we koffie wensen. Even later is hij terug en voorziet ons vakkundig van koffie, suiker en melk. ,,Datwas de koffieboy", verduidelijkt de dominee. ,,Jongens die zich goed gedragen komen voor zo'n baantje in aanmerking. Deze jongen moet trouwens nogvierjaarzitten. We hebben ook keukenhulpen en toiletschoonmakers, de pleeboys." Ondanks zijn zakelijke manier van praten blijkt wel dat ds. Klein Onstenk zeer bewogen is met het lot van ,,zijnjongens". Het geld dat hij ontvangt voor spreekbeurten gebruikt hij om de jongens zo nu en dan te verrassen. ,,Opde rekening van jongens die altijd nul staan stort ik soms wat geld. Ik hoef niets te hebben voor m'n spreekbeurten, dus daar besteed ik de collecte aan. Met Oud en Nieuw tracteer ik op gebak. Je snapt zelf wel dat dat niet te vaak kan, want één ronde kost me 500 gulden.''
Kleding
„Ik heb ook wel eens wat geld nodig voor kleding. Sommigen komen naakt binnen, omdat ze hun kleding verkocht hebben voor heroïne. Er zijn mensen die me voor dat doel kleding toesturen, maar dat heeft geen enkele zin. Het brengen van eten, drinken of kleding is nooit of te nimmer toegestaan. Er kan heroïne in de koekjes en jenever in de limonadefles zitten. Verder gebruik ik het geld voorposters. Er hangen ontzettend veel pornoplaten aan de celmuren. Het komt zo nu en dan voor dat een jongen die regelmatig naar de kerk komt voelt: die platen moeten eraf. Ik zeg niet: ,,Doe die rommel eens van de muur af'. Die beslissing moeten ze zelf nemen. Het betekent heel wat als ze zoiets doen. Hun kameraden zeggen dan: ,,Dat is lachen. Die is ook vroom geworden". En de hele muur is ineens kaal. Dan krijgen ze van mij posters, net wat ze willen, een bromfiets- of een auto- of een dierenplaat. Die hebben ze meestal erg graag."
Anti-raketmannen
Ds. Klein Onstenk vindt het moeilijk om iets te zeggen over de vrucht van zijn prediking. ,,M'n tegenstanders zeggen weleens: ,,In Leeuwarden worden ze aan de lopende band bekeerd". Dat zullen ze mij nooit horen zeggen. Van alle verblijdende dingen hier geldt: het komt soms voor. Vorige week is er bijvoorbeeld een jongen weggegaan. Bij zijn vertrek gaf hij me twintig sexboekjes. Hij was echt verslaafd aan die zooi. Ik moest die boekjes in de container gooien. We hebben dat samen gedaan. Was dat nou algemene genade of bijzondere genade? Ik weet dat niet. In de dogmatiek is dat altijd duidelijker dan in de praktijk. Ik was er wel blij om." Door de bezuinigingen kan ds. Klein Onstenk nog maar één keer dienst houden. Naar die dienst komt bijna de helft van de bevolking, ongeveer zeventig man. Dat is het hoogste percentage binnen het gevangeniswezen in Nededand. ,,Dat doet het Woord", meent ds. Klein Onstenk.,, De jongens hebben me nog nooit te zwaar gevonden, alleen wel eens te moeilijk. Meestal geldt: Wat zwaar is om te verstaan, wordt duidelijk bij het verder gaan. Termen als Borg en Gerechtigheid begrijpen ze al snel. De tale Kanaans ben ik in die twintigjaar dat ik dit werk doe wel wat verleerd, maar verder preek ik nog ouderwets. En dat begrijpen de jongens soms beter dan kerkmensen. Als ik zeg dat een zondaar eeriijk gezaligd wordt met behoud van Gods deugden, dan begrijpen ze dat precies. En dat het genade door recht en niet genade voor recht is hebben ze ook zo door. Een jongen hier zei tegen me: ,,De nieuwe vertaling klopt niet". Hij had gelezen: ,, Zo is er dan geen veroordeling voor hen die in Christus Jezus zijn". ,,Veroordeling is tijdelijk" zei hij, ,,dat klopt niet, het moet verdoemenis zijn". Zo'n buitenkerkelijke bajesklant hoort dat beter dan de meeste kerkmensen. Een andere jongen vroeg destijds aan mij:,,Dominee, gaat u zaterdag ook naar de anti-kernwapendemonstratie?" Toen zei een kerkgangervan me: ,, Daar gaat onze dominee niet naar toe. Dat is een plaats waar goddelozen samenrotten. Psalm één." Die jongen voelde feilloos aan dat een christelijk-gereformeerde predikant niet tussen atheïsten en communisten hoort. Dat is een heldere boodschap voor al die anti-raketmannen."
Sekte
,, Het geheim van m' n aanhang zit in Gods Woord. Ik maak zelf niets klaar, maar de Heere maakt iets klaar. De bewakers zijn me tot een hand en een voet, ondanks het feit dat ik vrij fel ben en m'n mening niet onder stoelen of banken steek. Ik heb echt geen aangenaam karakter en toch omhelzen de jongens me vaak als ik hun cel binnenkom en krijg ik zoenen op m' n handen en meer van die rituelen. Ik heb altijd een stukje zeep bij de hand, dat begrijp je wel. Het is echt een gave van God dat ze me accepteren. De leiding ook. Dat zijn drie mannen van het Humanistisch Verbond, maar de medewerking is geweldig. Dat kom je bijna nergens zo tegen, ook al begrijpen ze me niet. Ze zeggen vaak: ,,Er gaat rust van u uit''. Dan zeg ik:,,Jullie moeten toch niets weten van het Woord.'' Ze vinden me wel wat vreemd. Als ik naar een jongen met bajeskolder moet raden ze me soms aan flink wat bewakers mee te nemen. Dan zeg ik:,, Drie is genoeg: De Vader, de Zoon en de Heilige Geest." Een hoge autoriteit vroeg destijds: ,,Van welke sekte bent u?" Ze verwachten in de gevangenis meer het type wollen trui en lange baard dan een stemmige SGP-stemmer."
Kerkdienst
De kerkdienst verloopt net als overal. Ds. Klein Onstenk heeft een kerkeraad van criminelen. ,,Dat moeten jongens zijn die ervaring hebben", vertelt de dominee. ,,Dat betekent dat ze al behoorlijk lang moeten zitten. Daarnaast moeten ze natuuriijk erg gelovig zijn, zo noemen ze dat hier. De kerkeraad is vijftien minuten voordat de dienst begint aanwezig in de consistorie. Ze zijn zeer behulpzaam. Ze delen psalmboekjes uit, brengen het psalmenbriefje naar de organist en helpen me in m'n toga. Als er iemand in de dienst vervelend doet staan ze op. Dan is het direct stil. Het zou ook niet best zijn voor de ordeverstoorder als ze even naar hem toe gingen. De kerkeraad houdt niet van grapjes. Ik zoek geen speciale teksten op, maar ik pas de tekst wel toe. Over psalm 14 heb ik bijvoorbeeld gepreekt met als thema: Moeite en verdriet. Punt één: Ooggetuige; punt twee: ,,Het"; punt drie: Overgave. Of psalm 32:1-5. Eerste punt: Verzwegen schuld. Tweede punt: Beleden schuld. Derde punt: Vergeven schuld. De jongens komen niet naar de dienst om hun cel te ontvluchten. Dat bleek wel bij de Europese kampioenschappen voetballen. Dedirectie had besloten dat de jongens gezamenlijk tv mochten kijken. Dat was deels onder mijn dienst dus ik zei tegen de kerkeraad: „Zet de banken maar wat anders want nu komt er toch bijna niemand". Toen zei een van de kerkeraadsleden: „Wat een vreemde gedachten hebt u''. Het was die zondag drukker dan ooit. Een Surinaamse jongen vroeg na afloop: „Waarom hebt u gewankeld in een zo klein geloof". Dat was beschamend.
Gebedssamenkomst
Van tijd tot tijd wordt een gebedssamenkomst gehouden. Daar komen meestal ongeveer twintig jongens. ,, Vooral met de feestdagen is daar veel vraag naar'', vertelt dominee Klein Onstenk. „Ze vragen vaak: „Wilt u bidden dat ik andere gedachten krijg. Dat ik niet altijd denk aan heroïne en aan een overval om aan geld voor drugs te komen". Die gebedssamenkomsten houd ik in de kerk. De jongens komen een voor een naar voren en dan bid ik met hen. Dat gebed horen de anderen ook, maar ze schamen zich in de regel niet. Als het erg vertrouwelijk is doe ik het weleens op mijn kamer. Ik krijg nu veel aanvragen van jongens die vragen of ik met hen wil bidden voor het nieuwe jaar. Met Kerst en Oud en Nieuw worden er twee diensten gehouden. Er is dan ook een gebedssamenkomst en met de kerstdagen komt een koor zingen. De avond voor eerste kerstdag wordt een kerstnachtdienst gehouden. Tijdens deze diensten zit de kerk stampvol. Aanstaande eerste kerstdag doet een jongen belijdenis en in de kerstweek heb ik ook nog een huwelijksinzegening. Door de bezuinigingen kan er 's morgens niets gebeuren en zitten de jongens op hun cel. 's Middags is er wel extra bezoek. Normaal is dat een uur in de week, maar op deze dagen mag er twee uur lang nog iemand komen. Verder wordt er een kerstbanket gegeven en als er voldoende personeel is mogen de jongens wat spelletjes doen. Die dagen ben ik vanzelfsprekend continue hier. M' n vrouw komt dan ook. De jongens die geen bezoek krijgen komen om de beurt in groepjes van een man of tien op mijn kamer. ledere groep blijft ongeveer een uur. We proberen hen dan wat gezelligheid te bieden. Vaak zien de jongens het met deze dagen helemaal niet zitten. Ze zijn erg verdrietig en vragen enorm veel naar de dominee.
Bezoek
,, Het bezoek dat komt is een vast publiek. Zolang het bezoek er is lijkt het een opgewekt gezelschap. Dan dragen de jongens een masker en tonen geen emotie. Maar naderhand huilen ze vaak letterlijk aan mijn schouder uit. Je moet dan een goed geheugen hebben om precies de familieverhoudingen te weten. Gelukkig hèb ik een goed geheugen. Dat is een gave van God, Met Nieuwjaar ga ik alle jongens langs. Dan krijgen ze eenscheurkalender. . ." De dominee moet onverwachts zijn verhaal onderbreken want de koffieboy komt weer binnen.,, Dominee, mijn viskom is kapot. Kunnen mijn vissen bij jou erin". De dominee kijkt bezorgd naar de vis die in zijn kom rondzwemt en vraagt: ,, Vreten ze hem niet op?" De koffieboy meent van niet en even later is hij terug metz'n viskom. Zijn drie vissen verdwijnen in de kom van de dominee. ,,Zo gaat dat", zegt ds. Klein Onstenk grijzend als de jongen is vertrokken. ,,Ze komen hier voor van alles en nog wat. Ze vertellen me werkelijk alles. Ik hoorde verschrikkelijkste dingen, maar ik denk altijd maar:,,Iets uitspreken is de eerste stap om er voor bewaard te blijven". Ze bellen me zelfs wel eens op als ze vrij zijn. Dan hebben ze weer plannen. Die vertellen ze soms gedetailleerd voor de telefoon, omdat hun geweten gaat spreken. Dan zeg ik:,, Voor je je plan uitvoert moetje het ook aan Godvertellen. Het komt voor dat ze dan vragen: ,,Dominee, bid voor me dat ik het niet doe". Dan bid ik met hen voor de telefoon. Ik heb hier ook stapels brieven, dat zie je. Bijna in alle brieven staat: ,,Wat ons is bijgebleven van Leeuwarden zijn de kerkdiensten". Daar ben ik dan toch blij om. Ik heb hier verschillende keren de doop bediend en ik doop ook wel kinderen van jongens die gezeten hebben. Het moeilijkste vind ik vaak het aanzeggen van een sterfgeval. Veelal mogen ze niet naar de begrafenis. Ik heb dan veel steun aan m'n kerkeraad. Maar je wilt misschien de kerk nog wel even zien, want ik raas maar door."
Zware jongens
Even later lopen we door het doodse pand. Bewakers openen stalen hekken om ons door te laten. De dominee wordt overal joviaal begroet in een sfeer van jongens onder elkaar. Bij de Bvleugel gaat net de etenskar naar binnen. Een paar donkergekleurde keukenhulpen slaan de dominee op z'n schouder terwijl één hem verzekert: ,,Je hebt gisteren steengoed gepreekt dominee". De B-vleugel is zo mogelijk nog grauwer dan de A-vleugel. Door een klein gaatje in een celdeur zien we hoe een jonge jongen met sluik haar z' n handen schoonmaakt in een bak water. De cel is kaal en somber. Een vriendelijke jongen komt naar de dominee toe om een praatje te maken. ,,Stuk voor stuk zware jongens", zegt de dominee als we doorlopen. De kerkzaal lijkt veel op een echte kerk. Zelfs een galerij is aanwezig. De consistoriekamer is een klein hokje waar eenzaam de toga van de dominee hangt. Dan wordt het tijd voor ds. Klein Onstenk. Hij moet nog een spreekbeurt vervullen. De stalen hekken worden een voor een weer geopend en gesloten. De portier kijkt nog even wantrouwend naar me als hij ons uitlaat. Voor ons afscheid vertelt de dominee me dat hij altijd met de fiets naar z'n werk gaat. ,,Ikben eigenlijk nooit bang. Alleen voor water ben ik doodsbang. Ik heb gezien hoe de pater hier met zijn auto in het kanaal dook. Als ik daar aan denk krijg ik nog angstvisioenen. Nee, laat mij maar fietsen."
Vader
Als ik hem zie gaan moet ik denken aan de enorme stapel brieven die hij me toonde en waaruit hij willekeurig wat voorlas. Een van zijn jongens, die acht jaar had gezeten, schreef hem: ,,U hebt me geholpen, oplossingen aangereikt en mijn moeiten verzacht. Maar u deed het niet, u was instrument in de hand van God. Wat veel jongens zeiden zeg ik ook. U bent een vader voor ons geweest. Dominee, laten er meer van uw soort, ook van uw preken, in de gevangenis werken."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 december 1984
Terdege | 64 Pagina's