De koe als medicijnfabriek
,,Mens moet eigenwaarde van het dier respecteren''
Stier Herman mag zich voortplanten. Ondanks heftige discussies, zoals over het contract met Nutricia, mogen de proeven met het eerste genetisch gemanipuleerde rund ter wereld doorgaan. De voordelen voor de menselijke gezondheid lijken groot. Hermans dochters kunnen namelijk melk produceren waarin stoffen zitten met een geneeskrachtige werking. Maar is het wel goed om stier Herman als heelmeester te gebruiken?
In de groene weide staat een kudde koeien rustig te grazen. Er is niets bijzonders aan te zien. Toch verschillen zesterk van de andere 1,8 miljoen melkkoeien in ' Nederland. Gewone melk kunnen ze niet produceren. Deze koeien maken iets wat haar soortgenoten niet kunnen.
De dieren zijn het eigendom van het Leidse biotechnologiebedrijf Gene Pharming Europe, waar ruim veertig mensen werken. Directeur ir. George J. M. Hersbach legt uit dat de koeien vanaf volgend jaar de menselijke eiwitten lactoferrine en lysozym gaan produceren. Hij wijst op de grote voordelen daarvan voor de gezondheidszorg. ,JDeze eiwitten hebben een antibacteriële werking en kunnen daarom goed worden gebruikt voor de behandeling van personen met een verhoogd risico op infecties, zoals patiënten met bloedvergiftiging, aidspatiënten en met chemotherapie behandelde kankerpatiënten en te vroeg geboren kinderen".
DNA-pakketje
De totstandkoming van de kudde had heel wat voeten in de aarde. Het begon eind 1988, toen Gene Pharming werd opgericht door de Leidse hoogleraar biotechnologie dr. H. A. de Boer. Hij wilde met behulp van genetische manipulatie ervoor zorgen dat koeien biomedische eiwitten zoals lactoferrine gingen produceren, omdat deze stoffen helpen de menselijke gezondheid te bevorderen.
Voor het onderzoek werden in het laboratorium eicellen van een koe gerijpt en bevrucht. Daarna kwam de sleutelstap in het produktieproces: het in het laboratorium inbrengen van een mens-identiek gen (DNA-pakketje) in een eencellig runderembryo. Vervolgens werd het zogenaamde transgene embryo verder gekweekt en ingeplant in de baarmoeder van een draagkoe. Na het kalven werd onderzocht of het inbrengen van het gen gelukt was. De inplanting mislukt namelijk in 80 tot 90 procent van de gevallen. Als het gen niet in een kalf zit, wordt het dier aan het eind van het experiment op voorschrift van de overheid gedood.
De proeven hadden succes. Eind 1990 werd het eerste transgene kalf ter wereld geboren: de stier Herman. Inmiddels heeft Herman een vijftigtal nakomelingen gekregen, waaronder heel wat transgene dochters. Een aantal van deze dieren zal in de loop van volgend jaar de eerste melk met de bewuste eiwitten produceren.
Bloedtransfusies
Hersbach is zeer enthousiast over de mogelijkheden van de DNA-technologie. Zijn bedrijf werkt momenteel aan vijf produkten. Naast de ontwikkeling van lactoferrine en lysozym onderzoekt het bedrijf de produktiemogelijkheden van het bindweefseleiwit collageen. Dit produkt kan worden gebruikt bij de behandeling van ernstige wonden, bij reparatie van botbreuken en bij incontinentie.
Ook werkt de Leidse onderneming aan de transgene produktie van een bloedeiwit dat belangrijk is voor de instandhouding van de bloeddruk. Dit zogenaamde humaan serumalbumine wordt ook gebruikt bij bloedtransfusies. Een andere toepassing is een enzym (alfa-glucosidase) ter behandeling van de ziekte van Pompe, een ernstige spierziekte.
Onlangs is het bedrijf met een vijfde produkt gestart, namelijk een onderzoek naar een nieuwe methode om een bepaald type antistoffen (immunoglobuline A) in de melk van transgene dieren te produceren. Met deze antistoffen kan een breed scala aan infecties worden behandeld.
Zuivelfabriekje
Met het DNA-onderzoek is Gene Pharming inmiddels zo ver dat zij de techniek behoorlijk goed onder de knie heeft. Het bedrijf staat nu voor de vraag hoe de dit moet worden vertaald naar concrete produkten. De Leidse onderneming doet dit in samenwerking met bedrijven die belangstelling hebben voor de produkten. Ook de overheid heeft een helpende hand geboden in de vorm van een ontwikkelingskrediet van 21,8 miljoen gulden. Met het ontwikkelen van de produkten is namelijk veel geld gemoeid. Met een produkt als humaan lactoferrine in totaal al gauw honderd miljoen gulden.
Gene Pharming verwacht dat zij haar eerste produkt -humaan lactoferrinenog deze eeuw op de markt kan brengen. Voor het echter zo ver is, moet er eerst een produktiekudde worden opgezet, zegt Hersbach. „Een koe zal per jaar naar verwachting meer dan tien kilo lactoferrine produceren. Gezien de hoeveelheid die wij denken te gaan verkopen, hebben wij echter zeker duizenden koeien nodig". Om dergelijke aantallen te realiseren is het bedrijf druk bezig met fokprogramma's. Te meer, daar voor iedere biomedische stof aparte koeien nodig zijn. Er komt dus een kudde voor lactoferrine, een voor humaan collageen, etcetera.
Voor de vele duizenden dieren heeft Gene Pharming heel wat ruimte nodig. Het bedrijf heeft al een boerderij in Polsbroek gehuurd. Hersbach verwacht niet dat het problemen oplevert om meer boerderijen te vinden. „Gezien de problemen in de landbouw melden zich nu al boeren bij ons met de vraag of wij hun bedrijf willen huren".
Voor de selectie en verwerking van de biomedische stoffen in de melk moet het Leidse biotechnologiebedrijf nog een zuivelfabriekje opstarten. De rest van de melk -het overgrote deel- moet op last van de overheid worden vernietigd. Volgens de directeur is er overigens met deze melk niets mis.
Zeer gezond
Tijdens het onderzoek is Gene Pharming vaak geconfronteerd met grote kritiek. De bezwaren richten zich op twee aspecten: de veiligheid en de ethiek. Allereerst wijzen de tegenstanders op eventuele schadelijke gevolgen van de genetische manipulatie. Een eenmaal ingeplant gen kan via voortplanting worden overgebracht op andere dieren.
Om dergelijke risico's te voorkomen, moet Gene Pharming aan strikte veiligheidseisen voldoen, vertelt Hersbach. „De transgene dieren leven op de proefboerderij 't Gen van het Instituut voor Veeteeltkundig Onderzoek (IVO) in Lelystad daarom gescheiden van de andere dieren".
Over de gevolgen van het inplanten van een gen op het leven van de transgene dieren maakt de directeur zich overigens geen zorgen. „Als je Herman en zijn kroost vergelijkt met andere runderen, zie je volstrekt geen verschil. Ze zien er ook zeer gezond uit".
Dierenbescherming
Bij de ethische bezwaren richt de kritiek zich op de vraag in hoeverre de mens mag ingrijpen in de natuur. Een koe gebruiken als medicijnenfabriek is voor velen niet acceptabel. Voor minister Bukman van landbouw waren de bezwaren aanleiding om een ethische commissie in te stellen onder leiding van de hoogleraar christelijke ethiek prof. dr. E. Schroten.
Voor het beoordelen van biotechnologische experimenten met dieren besloot de commissie te kiezen voor het 'nee, tenzij'-principe. Dat betekent dat geen dierproeven met DNA-technieken mogen worden gedaan tenzij er een belangrijk medisch doel mee wordt gediend èn er geen goede alternatieven voorhanden zijn.
Op basis van het 'nee, tenzij'-principe besloot de commissie met vijf stemmen voor en drie tegen dat de proef met Herman mocht doorgaan. De Dierenbescherming was het hier echter niet mee eens en spande een rechtszaak tegen het bedrijf aan. Deze organisatie vindt dat er wel alternatieven zijn. Bovendien verdenkt zij Gene Pharming ervan dat het niet alleen medische, maar ook gewone commerciële produkten wil maken. Hoewel de Dierenbescherming de rechtszaak verloor, legde zij zich er toch niet bij neer. Er is hoger beroep aangetekend, dat naar verwachting binnenkort dient.
Flesvoeding
Onlangs bleek dat de Dierenbescherming wellicht niet helemaal ongelijk had met haar beschuldiging dat Gene Pharming ook produkten wil maken voor alleen commercieel gebruik. Enkele weken geleden kwam aan het licht dat het bedrijf al in 1990 in het geheim een contract had gesloten met Nutricia. Dit Zoetermeerse voedingsmiddelenconcern betaalde ongeveer vier miljoen gulden voor het DNA-onderzoek, in ruil voor de nog te produceren lactoferrine. Volgens het contract wilde Nutricia de lactoferrine toevoegen aan gewone flesvoeding voor baby's tot zes maanden.
De Tweede Kamer reageerde verontwaardigd, omdat zij niet op de hoogte was van het contract. In de veronderstelling dat het experiment gericht was op medische toepassingen, had de Kamer in 1992 toestemming gegeven om te fokken met Herman. De onthulling dat er louter commerciële belangen in het spel zijn, wekte de woede van een meerderheid van de fracties.
Onder druk van de Kamer eiste minister Bukman deze week dat het contract tussen Gene Pharming en Nutricia wordt aangepast, zodat de samenwerking alleen nog maar gericht is op de ontwikkeling van medicinale melk. Zowel Gene Pharming als Nutricia liet weten akkoord te gaan met deze aanpassing. Een meerderheid van de Kamer neemt hiermee genoegen, zodat het experiment met Herman mag doorgaan.
Geheimhouding
Hersbach betreurt de hele gang van zaken. Hij erkent dat zijn bedrijf fouten heeft gemaakt. Volgens hem kon Gene Pharming echter niet anders, omdat Nutricia geheimhouding eiste. „Dat konden wij niet weigeren, omdat wij bij het afsluiten van het contract dringend geld nodig hadden".
Hoewel de Nutricia-affaire het onderzoek bij Gene Pharming in een ander daglicht stelde, wil Hersbach toch benadrukken dat zijn bedrijf zich aan de regels wil houden. Hij zegt met grote stelligheid dat het bedrijf „echt alleen maar wil werken aan produkten met een medische toepassing. Met de DNA-techniek is het bijvoorbeeld ook mogelijk om de melkproduktie van koeien te stimuleren, maar een dergelijk onderzoek -dat commercieel gezien zeer interessant is- doen wij bewust niet".
De commotie over de proeven met Herman wijt de directeur vooral aan het gegeven dat het nu om een koe gaat. „Er vinden al op grote schaal proeven met muizen en andere kleine dieren plaats, maar nu het om een landbouwhuisdier gaat hebben veel mensen ineens bezwaren. Dat is onterecht".
Varkenshart
Woordvoerder R. Praning van een public-relationsbureau dat voor Gene Pharming werkt, vindt dat veel mensen met twee maten meten. Hij wijst er op dat bij sommige dieren veel vergaander is ingegrepen, terwijl dat nauwelijks kritiek opleverde.
Als voorbeelden noemt Praning, die tijdens het gesprek overigens opvallend vaak het woord voert, het fokken van honden, het inplanten van het hart van een varken in de mens en het stimuleren van de melkproduktie van koeien door middel van fokken. „Als dit allemaal wel mag, waarom mogen dan met DNA-technieken bij koeien geen biomedische stoffen worden gemaakt? Voor diverse patiëntengroepen kunnen deze stoffen immers zeer belangrijk zijn".
Over de grenzen van het gebruik van DNA-technieken valt volgens Gene Pharming nu nog weinig te zeggen. Praning: „We hebben nu de eerste stap gezet op het gebied van transgene technologie, maar misschien kunnen er nog wel 20.000 stappen worden gezet voordat er volgens mij grenzen worden overschreden".
De kritiek dat bij Herman door het inplanten van een mens-identiek gen de soortgrens is doorbroken, wijst Hersbach af. „Wij voegen op de ongeveer 100.000 genen van een koe er maar één toe, waardoor de koe een bepaald molecuul gaat produceren. Dus aan het leven van de koe verandert niets. Het gaat bij ons alleen om een kleine, goed gecontroleerde wijziging, waarbij de koe koe blijft".
Morele zorg
De biomedicus dr. R. Seldenrijk is aanzienlijk voorzichtiger over de mate waarin mag worden ingegrepen in het leven van dieren. "Dieren mogen niet alleen als instrumenten worden gebruikt, ze hebben bij de schepping ook gaven en rechten gekregen. In dit verband spreken we van een intrinsieke waarde. Anders uitgedrukt kunnen we ook zeggen: De mens moet de eigen waarde van het dier respecteren, het verdient onze morele zorg. Naar de voorstelling van de Bijbel moet de mens op voet van vertrouwen leven met het dier, althans met het huisdier".
Seldenrijk benadrukt dat de mens de intrinsieke waarde van het dier moet honoreren in zijn ethische overwegingen. „Wij hebben morele plichten ten opzichte van het dier. Dat geldt natuurlijk ook als we virussen en bacteriën inzetten voor de produktie van geneesmiddelen, maar toch ligt het bij deze organismen iets anders dan bij bijvoorbeeld koeien. Virussen en bacteriën staan ten opzichte van de mens namelijk in een totaal andere relatie dan de landbouwhuisdieren. Deze zijn van een hogere scheppingsorde en staan bovendien gevoelsmatig dichter bij de mens".
Unieke waarde
Gezien de waarde van landbouwhuisdieren vindt de biomedicus dat de mens zeer voorzichtig moet zijn met de toepassing van DNA-technieken bij koeien. „Allereerst is die handeling niet zonder risico voor leven en welzijn van het embryo. Dat zie je ook bij Gene Pharming, waar veel transplantaties mislukken, met als gevolg dat de dieren aan het eind van het experiment gedood moeten worden. Een nog groter probleem vind ik echter dat de niens met de DNA-techniek het embryo op elke willekeurige manier kan 'ombouwen'. Daarmee tasten we de integriteit van de soort aan en verbreken we de soortgrens totaal".
De proeven bij Gene Pharming beoordeelt Seldenrijk kritisch. „Ze gaan ten koste van veel embryo's en jonge dieren. Maar toch ben ik er ook in het geval van een geslaagde inbreng van lactoferrine, waarbij -voor zover we weten- het betrokken gen nauwelijks een aanslag pleegt op de stofwisseling van het rund, nog niet uit. De vraag blijft of de verwachting reëel is dat lactoferrine als geneesmiddel een unieke waarde heeft en of vast staat dat de stof niet via andere wegen kan worden bereid. Jammer genoeg zijn deze zaken nog onvoldoende duidelijk. Als beide vragen niet positief zijn te beantwoorden, dan lijkt het 'project-Herman' toch dubieus, ondanks de geuite goede bedoelingen".
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1994
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 juli 1994
Reformatorisch Dagblad | 28 Pagina's