Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Amos in Oldebroek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Amos in Oldebroek

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Net iets ten noorden van het Veluwse dorp ’t Harde begint de Bovenheigraaf, een zijweg van de Eperweg. Hier is de Bovenheigraaf nog een onverharde zandweg, uitsluitend bedoeld voor aanwonenden. Het pad loopt ver onder de bomen door in de richting van Wezep. Na een paar honderd meter staat zomaar opeens rechts van de zandweg een typisch Veluws boerderijtje tussen bos en weilanden. Ooit behoorde het tot Landgoed Zwaluwenburg, sinds 1973 is het eigendom van Het Geldersch Landschap.

Op een groengeschilderd bordje in de tuin staat: ‘Hoeve Louisiana’. De boerenhoeve wordt nu beschouwd als historisch erfgoed, het is zojuist voorbeeldig gerenoveerd en verbouwd. Op de lage muren ligt een nieuwe rieten kap. In stalen kozijnen zitten zwarte raampjes. Aan een van de bomen op het erf is een vogelhuisje gespijkerd. Hoge bomen schommelen in de wind. Verder is het stil. Hoeve Louisiana is het geboortehuis van Albert Uitslag, de latere voorganger van de Vrije Oud Gereformeerde Gemeente te Oldebroek.

Geboortehuis

De ouders van Albert Uitslag woonden op Landgoed Zwaluwenburg. Vader Beert Uitslag verrichtte handen spandiensten op het landgoed. Alberts moeder heette Aaltje Hoogland. In het eerste huis van het landgoed waar Beert en Aaltje woonden, werden drie kinderen geboren, Geeltje (1880), Peter (1888; op tweejarige leeftijd overleden), en opnieuw een Peter (1889). In 1890 verhuisde het gezin naar een boerderijtje, ook op Zwaluwenburg. Dat is het boerenhuis dat we inmiddels kennen als Hoeve Louisiana. Daar werd op 17 juni 1893 Albert geboren.

Toen Albert drie jaar oud was, verhuisde het gezin naar de Lapstreek, een buurtschap met tien, twaalf huizen aan de oostelijke kant van Oldebroek, tussen de Zuiderzeestraatweg en de Bovenheigraaf. Daar bewoonden ze boerderij ’t Schutserf, op het adres Bovenpad 28. Hier bleef Albert Uitslag wonen tot aan zijn overlijden in 1986.

Kleindochter

Het boerenhuis aan het Bovenpad 28 staat er nog steeds. Het is wel aanzienlijk verbouwd en vergroot. Het oude naambordje ”’t Schutserf” is er ook nog, het is bevestigd aan de gevel van een schuurtje aan de voorzijde van het huis.

Op nummer 28a woont, zo blijkt, een kleindochter van ds. Uitslag, mevrouw Batjen van Wezep-van Tongeren. Over haar grootouders zegt ze: ‘Ze woonden in het voorhuis en droegen altijd klederdracht. Ze hebben het nooit breed gehad. Opa Uitslag was een keuterboertje. Hij had op het topje van z’n bestaan zes of zeven koeien. Dat was het wel. M’n man en ik zijn nog door grootvader getrouwd.’

Huwelijksdag

Terug in de tijd. Het is 27 april 1922. Albert Uitslag trouwt in Doornspijk met de twee jaar jongere Batjen Draaijer. In 1923 kregen ze een dochter, Beertje. Zeven jaar later werd nog een jongetje geboren, dat echter bij de geboorte overleed. Zo bleef dochter Beertje hun enige kind. Kerkelijk behoorde het gezin Uitslag bij de Hervormde gemeente van Oldebroek.

In 1927 – Uitslag was toen 34 jaar – werd hij gekozen tot diaken. Later werd hij ouderling en voorlezer. Zijn broer Peter was ook ouderling.

Het jaar 1951 breekt aan. Binnen de kerkenraad van Hervormd Oldebroek broeit er nogal wat. Er ontstaat onenigheid tussen de broeders. En opeens voert de Generale Synode van de Nederlandse Hervormde Kerk in mei van dat jaar ook nog eens de nieuwe kerkorde in. Een van de bepalingen in die nieuwe kerkorde is dat er binnen een kerkenraad geen broers van elkaar in hetzelfde ambt mogen dienen. Dat geeft moeilijkheden, in elk geval bij de broers Peter en Albert Uitslag. Zij zijn allebei ouderling. En opeens mag dat niet meer. Hoe moet het nu? De kerkenraad komt er niet uit. Peter en Albert stappen op.

Een schuurtje

In het dorp Oldebroek geeft dit al met al ‘een bult narigheid’. Sommigen zijn bezwaard en roeren zich. Er zijn er zelfs die voorspellen dat dit op ‘een schuurtje’ (een kerkscheuring) gaat uitlopen. De gemoederen onder de boeren en boerenknechten lopen hoog op. Dat is iedereen wel duidelijk.

Van belang is ook dat de Hervormde gemeente te Oldebroek in die roerige tijd gediend wordt door twee predikanten die het ook al niet zo goed met elkaar kunnen vinden, ds. A.J. Wijnmaalen en ds. A. Wisgerhof. Beide voorgangers vertegenwoordigen twee richtingen: ds. Wijnmaalen heeft zijn eigen bevindelijke achterban, ds. Wisgerhof vertegenwoordigt de Gereformeerde Bonders.

Vrij abrupt neemt ds. Wijnmaalen in januari 1952 een beroep aan naar Maartensdijk. Maar in Oldebroek willen de gemoederen maar niet tot bedaren komen. Het loopt inderdaad uit op ‘een schuurtje’, een plaatselijk kerkscheurtje, maar dan wel één van fors formaat.

Oefening van het leven

Voor het tijdschrift Oude Paden sprak wijlen redacteur J. Mastenbroek in september 2005 met de toen 91-jarige ds. A.J. Wijnmaalen. Samen haalden ze herinneringen op, zoals deze over de tijd van ds. Wijnmaalen in Oldebroek: ‘Ik denk ook aan Albert Uitslag, een van mijn ouderlingen. Zijn broer Peter Uitslag, ook ouderling, was vanwege zijn wat driftige karakter minder een leider, maar was wel verder geleid op de weg der genade. Het gebeurde wel dat er gezelschap was en dat Peter pas laat in de avond begon te spreken. Dan was hij levendig gesteld en dan gebeurde het wel dat het gezelschap pas om twee uur in de nacht uit elkaar ging, diep onder de indruk van wat Peter had mogen vertellen uit de oefeningen van het leven. Broer Albert had vanaf 1927 zitting in de kerkenraad, eerst als diaken, later werd hij ouderling. Beide broers hebben voor het ambt bedankt toen de nieuwe kerkorde in 1951 van kracht werd, waarin bepaald was dat geen broers een ambt in één kerkenraad mochten hebben. Met een groep ontevredenen over deze nieuwe kerkorde belegde hij op 2 maart 1952 voor het eerst een afzonderlijke kerkdienst. Ik had toen net een week eerder in Oldebroek afscheid gepreekt vanwege het aannemen van een beroep.’

Kerk op de deel

De bezwaarden in Oldebroek laten zich op zondag dus niet meer zien in de Hervormde Kerk. Ze vinden zondags onderdak in de boerderij van Helmich Spijkerboer, in de buurtschap Winkeldorp tussen Oldebroek en Wezep (Zuiderzeestraatweg 291). Op de deel voor de koeien houden ze kerk, voor het eerst op zondag 2 maart 1952. De stee mag echter geen ‘karke’ worden genoemd, vinden ze zelf, dus noemen ze het ‘dele-karke’. Daar komen zo’n honderd Oldebroeker boeren en boerenknechten bijeen, te midden van bulten hooi en de geur van verse koeienmest en kuilvoer. In de zomer kunnen de grote staldeuren open. Als het koud is, houden de koeien het wel warm. En anders heeft de kosteres warme stoven beschikbaar.

De eerste sprekers in de dele-karke zijn de heren J. van den Berg uit Zwolle, H.J. Schoonderbeek uit Bennekom, A. de Redelijkheid uit Ouderkerk aan den IJssel, E. Wijnne uit Kamperveen, G.H. Kieviet uit Apeldoorn en de predikanten G.J. Zwoferink (Kampen), C. Smits (Sliedrecht), A. de Reuver (Terneuzen), T. Wakker (Aalburg) en E. du Marchie van Voorthuysen (Leersum).

In het herdenkingsboek van de Vrije Oud Gereformeerde Gemeente te Oldebroek, Een weg in de woestijn schrijft auteur H. Vlieger: ‘Ondanks dat de koeien tijdens de zondagse erediensten gewoon op stal staan, blijven de dieren bijzonder rustig, Ook komt het niet voor dat een koe tijdens de dienst moet kalven. Hier mogen de kerkenraad en de gemeente toch kennelijk de hand des Heeren in zien. Wat maakt de Heere ook hier, ondanks alles, een bijzonder vlak veld.’

In 1953 wordt de gemeente geïnstitueerd. Op advies van ds. Du Marchie van Voorthuysen sluit de groep zich niet aan bij een bestaand kerkverband. Men blijft op zichzelf staan. De nieuwe naam van de dele-karke wordt Vrije Oud Gereformeerde Gemeente. Al spoedig heeft de afgescheiden groep een eigen voorganger, Albert Uitslag, de eenvoudige boer van het Bovenpad.

Golfplaten en stoven

In de loods van landbouwbedrijf Van Werven aan de Looweg (nu de Verlengde Looweg) vindt de groep een tweede onderkomen, een mooie stenen schuur, gedekt met golfplaten. Daarin bouwen de mannenbroeders een echte galerij. Er wordt een groot harmonium naar binnen gereden. En er komen drie grote kolenkachels.

Doordeweeks catechiseren Albert Uitslag en Frederik Bovendorp de jeugd. Daarover schrijft H. Vlieger in Een weg in de woestijn: ‘Wat ligt er een beslag als deze geoefende kinderen des Heeren het onderwijs in het midden van de jeugd neerleggen. Het is niet alleen boerenwijsheid die verteld wordt. Nee, hier hoort de jeugd op eenvoudige wijze hoe de Heere een mens bekeert.’

Mocht een van de jongens er onder de les een rommeltje van maken, dan werd hij naderhand liefdevol toegesproken. Dan stak ouderling Uitslag eerst een sigaar op, zo’n grote bolknak, en sprak dan: ‘Jochie, ie mut’n de volgende keer niet weer zo vervelend wez’n, oanders za’k es eff’n met joe voa goan proat’n.’ Dat hielp!

Uitslag als dominee

Albert Uitslag is de vaste voorlezer van de dele-karke. Hij leest meestal een oude schrijver. Als het preekje wat aan de korte kant blijkt te zijn, spreekt hij zelf nog een stichtelijk woord van een enkel kwartier, een soort persoonlijke toepassing. En dat mag bijzonder goed gaan! Uitslag heeft er de gaven voor. De groep hoorders groeit. Er komen steeds meer mensen luisteren, uit Oosterwolde en Kamperveen. Ze komen zelfs uit de grote stad Zwolle. In november 1953 komt ds. J. Blankespoor Uitslag in het midden van de gemeente bevestigen als lerend ouderling.

Vanaf 1 februari 1959 komt de Vrije Oud Gereformeerde Gemeente bijeen aan de Mheneweg-Zuid. Het is maar een gebouw van hout, toch is het wel een echte kerk. De dienst bij de ingebruikneming van het kerkgebouw wordt geleid door ouderling Uitslag. Hij spreekt over Handelingen 5 vers 38 en 39, waarin onder meer deze woorden staan: ‘Maar indien het uit God is, zo kunt gij dat niet breken.’ En wat daar verder volgt.

Sommige Oldebroekers vinden: Albert Uitslag lijkt wel een dominee, zo zachtjesaan. Hij is dan wel zomaar achter de koeien weggehaald, net als Amos, maar Uitslag zou toch ook best wel predikant kunnen worden. En zo deden ze het.

Lerend ouderling A. Uitslag wordt op zondag 30 april 1961 bevestigd tot predikant door ds. E. Wijnne. ‘Op de vraag hoe het alles toch gelopen is dat hij predikant moest worden, antwoordt Uitslag later: “Toen zeiden de gemeenteleden, en ook ds. Wijnne uit Kamperveen: we moeten een dominee hebben.” Ik had toen nog niet in de gaten dat ze mij bedoelden, maar toen zei ds. Wijnne: “Ik bedoele joe.” Waarop Uitslag zegt: “’t Hef zo mutten wezen.”’

Koeien melken

Vanaf dat moment preekt ds. Uitslag (voor gemeenteleden is het nog steeds gewoon: ‘Albert’) tweemaal op een zondag. Hij catechiseert, bedient de sacramenten, gaat op huis- en ziekenbezoek, doet aan pastorale zorg, bevestigt huwelijken en leidt begrafenissen. De geoefende ambtsdrager is blij met de blijden en bedroefd met de bedroefden.

Toen hij 50 jaar ambtsdrager was (juli 1977), stond er een interview met hem in het blad Veluws Nieuws. De journalist vroeg hem toen hoeveel begrafenissen hij geleid zou hebben. Uitslag zei: ‘Dat heb ik eens uitgerekend toen ik een nacht niet slapen kon. Het zullen er zo’n 150 geweest zijn.’

Ondertussen is dominee Albert nog steeds gewoon boer. Iedere dag zit hij onder de koeien. Hij melkt ook op zondagmorgen en moet dan in alle vroegte al helemaal naar de polder Oosterwolde, want daar lopen op een kamp land zijn koeien. Na het melken haast hij zich naar huis, trekt zijn zwarte ambtsgewaad aan en fietst naar de kerk. Dat kan zo niet langer doorgaan, vinden de gemeenteleden. Zij zullen het melken wel van hem overnemen.

Ds. Uitslag komt zelden buiten Oldebroek. Enkele malen gaat hij voor in Zwolle. Eens krijgt hij een beroep uit Rotterdam-Kralingseveer, maar hij vindt vrijmoedigheid om ervoor te bedanken. ‘In gedachten ziet hij zijn vrouw Batjen al winkelen in dat grote Rotterdam. Nee, dat wordt niks.’

Overlijden en begrafenis

Ds. Uitslag preekt tweemaal op een zondag tot 1976. Na een hartinfarct moet hij het noodgedwongen rustiger aan gaan doen. Hij wordt niet meer de oude.

In het interview in Veluws Nieuws zei hij: ‘Jaren geleden heeft de dokter me al gezegd minder vet, koffie en sterke drank te gebruiken. Maar ik heb een hekel aan sterke drank, een glaasje bowl is al meer dan voldoende.’

In juni 1977 bevestigt hij ds. H.A. Vosman uit Rijssen-Bevervoorde tot zijn opvolger. Sindsdien zit dominee Uitslag in de ouderlingenbank. Maar als ds. Vosman een zondagje elders is, valt Uitslag graag weer voor hem in. De volle raad Gods verkondigen, dat blijft toch de begeerte van zijn hart.

Op 11 februari 1986 overlijdt ds. Albert Uitslag. Hij is 92 jaar oud geworden. De rouwadvertentie van de broeders kerkenraad opent met de tekst uit Hebreeën 13 vers 7: ‘Gedenkt uwer voorgangeren, die u het Woord Gods gesproken hebben; en volgt hun geloof na, aanschouwende de uitkomst hunner wandeling.’ De begrafenis wordt op 15 februari 1986 geleid door ds. A. van Houselt.

Openbaring 14

Albert Uitslag wordt begraven op begraafplaats De Eekelenburg. De begraafplaats ligt een paar honderd meter achter het kerkgebouw van de Vrije Oud Gereformeerde Gemeente, in het buitengebied aan de Mheneweg-Zuid. De Eekelenburg is een van de vier gemeentelijke begraafplaatsen van de gemeente Oldebroek. De graven zijn alleen voorzien van lage staande zerken. Echtparen liggen vaak naast elkaar begraven. Op de zerken staan veel dezelfde Oldebroekse namen: Fikse, Morren, Leusink, Koele, Bovendorp, Van de Streek.

Het graf van Albert Uitslag heeft als nummeraanduiding Ekb.re-06-0990. Op zijn zwarte steen staat in witte letters: ‘Hier rust mijn geliefde man onze vader, groot- en overgrootvader Albert Uitslag in leven predikant der Vrije Oud Gereformeerde Gemeente te Oldebroek, geb. 17-6-1893 overl. 11-2-1986 Openb. 14:13b.’ Drie jaar later werd hier ook zijn vrouw begraven, Batjen Draaijer.

Iets verderop ligt zijn broer Peter Uitslag begraven, naast zijn vrouw Annetje Junte. Op zijn zerk staat: ‘Ps. 68:2 ber.’ Daar staat: ‘Maar ’t vrome volk, in U verheugd, zal huppelen van zielevreugd, daar zij hun wens verkrijgen.’


Gebruikte bronnen:

• ”Ds. Uitslag 50 jaar dienaar van de kerk”, interview in Veluws Nieuws t.g.v. 50-jarig ambtsjubileum, juli 1977.

De geschiedenis van de familie Uitslag, uitgave van de Oudheidkundige Vereniging De Broeklanden, Wezep, 1985.

P redikanten en oefenaars (biografisch woordenboek van de Kleine Kerkgeschiedenis, deel 2), hoofdstuk over Albert Uitslag, door H. Florijn; Houten, 1993.

• ”Herinneringen van een Zandtmannetje”, interview met ds. A.J. Wijnmaalen, door J. Mastenbroek; kerkhistorisch tijdschrift Oude Paden, 1 september 2005.

E en weg in de woestijn (herinneringen Vrije Oud Gereformeerde Gemeente Oldebroek, 1952-2012), H. Vlieger; Oldebroek, 2012.

• Gesprekken met de families A. van Tongeren en H. van Wezep-van Tongeren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Oude Paden

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2024

Oude Paden | 64 Pagina's

Amos in Oldebroek

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 2024

Oude Paden | 64 Pagina's