Een wet in het Koninkrijk
Want wie heeft, dien zal gegeven woraen en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden. Mattheüs 13 : 12 en 25 : 29Mattheüs 13 : 12 en 25 : 29
Dit is een veel-voorkomende en ook veel-omstreden bijbeltekst! Voor menigeen een struikelblok, waar hij tegenop
Voor menigeen een struikelblok, waar hij tegenop botst en waar hij over valt. Niet zo lang geleden nog uitgangspunt van een woordenwisseling tussen enkele kamerleden op het Binnenhof. Wel begrijpelijk, dat mensen hiertegen steigeren. Het klinkt zo onbillijk en onrechtvaardig, dat de gelukkige bezitters er steeds meer bij krijgen, terwijl de ongelukkige niet-bezitters nog steeds meer kwijtraken.
Zeker, zo gaat het wel vaak toe. In wereldverband worden de rijke landen immers al maar rijker en de arme landen worden al maar armer. En in onze eigen samenleving worden bij het inleveren de maatschappelijk-sterken nogal eens te veel ontzien en de maatschappelijk-zwakken te hard aangepakt. Dat nemen wij niet. Maar zou Jezus zo'n scheve gang van zaken goedkeuren? Dat kun je toch niet verwachten van de Messias-koning, die het recht van armen en verdrukten gelden doet. Dat strookt ook niet met de sterk-sociale inslag van de wetgeving van Israël. En evenmin met de felle protesten van de profeten tegen de ophoping van bezit door enkelen ten koste van de meerderheid. Uit het verband blijkt, dat het hier gaat om een wet
Uit het verband blijkt, dat het hier gaat om een wet die geldt in het Koninkrijk van God en niet om een regel die wij in onze mensenwereld ten onrechte dikwijls toepassen. Mattheüs vermeldt deze uitspraak van Jezus tweemaal in zijn evangeliebeschrijving. Eerst in aansluiting bij de gelijkenis van de zaaier en dan nog eens als afsluiting van de gelijkenis van de talenten. In het eerste geval heeft Jezus het over de houding, die wij aannemen tegenover Zijn evangelie, dat als een zaad wordt uitgestrooid in de akker van de wereld. Wanneer wij daar ontvankelijk voor zijn en ook blijven, zullen wij in geestelijk opzicht al rijker worden. Maar wanneer wij ons daar beslist onontvankelijk voor tonen, zullen wij geestelijk al armer worden. Wie zich positief opstelt tegenover de heilsboodschap, zal gaandeweg opgroeien in het geloof en in de kennis van zijn Zaligmaker. Maar wie negatief reageert, zal steeds verder achterop raken in de genade en al meer vervreemden van de gemeenschap met God. Het geesielijk leven van een mens blijft niet op hetzelfde punt stilstaan, maar het ontwikkelt zich óf de goede óf de verkeerde kant uit.
In die zin is het waar: "Wie heeft, dien zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden". Dat is een vaste wet, die van kracht is in het Koninkrijk van God.
In het tweede geval spreekt Jezus over de manier waarop wij omgaan met de talenten, die ons zijn toevertrouwd. Wanneer wij trouw en ijverig woekeren met de gaven en krachten, aan ons verleend, zullen er ongedachte mogelijkheden voor ons opengaan. Maar wanneer wij er niets mee doen, zullen wij al machtelozer en nuttelozer in de wereld staan. Het gaat ermee als met de spieren van ons lichaam: als ze geoefend worden, ontwikkelen ze zich verrassend, maar als ze ongebruikt worden gelaten, verzwakken en verslappen ze meer en meer.
Ook hier is het weer waar: "Wie heeft, dien zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hcru ontnomen worden". Dat is de wet, die in het Koninkrijk van God altijd geldigheid houdt.
U ziet wel: in beide gevallen komt het in wezen op hetzelfde neer. Hierop: het geloofsleven kent geen stilstand, maar het gaat vooruit of achteruit. Wie met hart en ziel opgaat in het evangelie en zich wijdt aan de dienst van God, zal steeds meer zegeningen oogsten. Maar wie toegeeft aan zijn geestelijke traagheid en de kantjes eraf loopt, zal onherroepelijk innerlijk verarmen en verdorren.
Welgeteld komt deze waarheid vijf keer in de evangeliën voor. Een teken hoe belangrijk Jezus het gevonden heeft om ons dit in te scherpen en op het hart te binden. Als wij deze les nu maar echt ter harte nemen en die niet voor kennisgeving aannemen!
Veel kerkmensen zouden geestelijk enorm opbloeien, als zij eens evenveel zorg gaven aan hun geloof als aan hun huis of hun auto.
Veel kerkmensen zouden een veel vruchtbaarder bestaan krijgen, als zij eens evenveel tijd en energie staken in het kerkewerk als in hun liefhebberijen.
Geloven wij echt of geloven wij het wel? Dienen wij God werkelijk of houden wij er alleen in naam een godsdienst op na? Dat maakt een groot verschil en dat verschil heeft geweldige consequenties.
Houdt het u voor gezegd: "Wie heeft, dien zal gegeven worden en hij zal overvloedig hebben; maar wie niet heeft, ook wat hij heeft, zal hem ontnomen worden". Dat is een wet in het Koninkrijk van God, waar niemand onderuit kan en waar iedereen dus mee dient te rekenen-voor zijn eigen bestwil!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1985
Kerkblaadje | 8 Pagina's