Het Eucharistisch Congres.
Het is nu begonnen. Amslerdam is op de heen. De hotels en allen die van vreemdelingen profiteeren, zullen goede zaken doen. Het zal eene groutsche Rouu.- sche betooging zijn, in Amsterdam.
Ja, in dat fiere Amslerdam die prachtige hoofdstad, met de grootste Hervormde Gemeente der wereld. In dat Amsterdam zal dan Rome troef willen zijn.
De Kerkeraad van Amsterdam had aan de Synode gevraagd, een dag van boetedoening uil te .schrijven in geheel onze Kerk. De Synode heeft gemeend, dat te moeten weigeren. Zij erkende, dal er reden genoeg was tot boete, maar meende dat daartoe geen aanleiding bestond in de handelingen van een ander kerkgenootschap. Dat is nu weer zoo'n echte uiting van een bestuur achter de groene tafel, dat niet verder kijkt dan het «eigen ressort», dat niet meeleeft met hetgeen er rondom ons gist en kookt, dat niet beseft hoe wij aangedaan worden door hetgeen rondom ons gebeurt in de publieke wereld. Gaat hêt ons aan of niet, wanneer Rome beslag legt op het openbare leven? Gaat bétons aan of niet, als hetgeen wij «afgoderij» noemen, waardoor Gods geestelijke heerlijkheid wofdtomlaag gehaald en gematerialiseerd, nagenoeg publiek wordt vertoond? Of hebben wij soms geen schuld, dat er zooiets gebeurt, gebeuren kan ? We zullen werkelijk niet praktijken aanbevelen als die van zekere anti-Roomsche, anti-Joodsche enz.-club, die zich in Amerika gewelddaden veroorlooft, en den Protestantschen naam omlaag haalt! Maar als het leven in onze Kerk, onze martelaarskerk, die eens de kern vormde van het verzet tegen Spanje en Rome, op het peil gestaan had waarop het moest staan, dan was het niet gebeurd. Maar in Amsterdam zijn er 25pCt van de bevolking buiten alle kerk, en 't grootste contingent daartoe heeft geleverd onze Nederlandsche Hervormde Kerk ! En staat Amsterdam alleen in Nederland? Als wij leefden uit het Evangelie der Hervorming, het Evangelie der Schrift, wij allen, dan zou Rome het overbodige moeite achten, zooiets te doen. Maar hoe velen gaan verloren, juist onder de intellectueelen, omdat hun alle kennis ontbreekt van de Schrift, van hetgeen er leefde in de dagen der Hervorming. Dat waren dogma's die de «onverdraagzame» Calvinisten er op na hielden, en waar we nu ver over heen zijn. O, dan is de Roomsche kerk- en eeredienst zoo veel mooier! En men weet niet, dat het Concilie van Trente met al zijn vervloekingen nooit verloochend is, en dat de inquisitie evenmin ooit door Rome is afgekeurd. Onder die intellectueelen, die van alles weten, maar niet van de macht van het eeuwiuj Evangelie, slaat Rome zijn slag.
En onder het volk ? Daar zijn het de gemengde huwelijken, waardoor er velen verloren gaan. Ook daar dreigt er gevaar, gevaar ook, doordat er een geslacht opgroeit van zulken, die wellicht vroeger op Zondagschool, zelfs op Christelijke school waren, maar die weinig of niet ter catechisatie gingen, geen kennis maakten met onzen kernachtigen Catechismus, die wellicht met een geringe dosis van kennis lidmaat zijn geworden, die misschien op knapen- of jongelingsvereenigingen wat gepraat hebben over bekeering, maar die den eersten den besten propagandist voor bijgeloof of ongeloof tt»n olïer vallen
Laten we daarvoor boete doen! In geestelijke kracht behoorden we de meerderen te zijn van Rome. En nog zullen we zeggen : Wat daar te Amsterdam naar voren komt, is uiterlijk vertoon. We hebben nog die geestelijke macht, waardoor de Vaderen meer dan overwinnaars waren N<ig hebben wij het Woord Lutlier zong : -
Eén woordje kan hem vellen.
In één opzicht vond ik de uitdrukking «boete-doen» niet zoo gelukkig gekoren Het kon den indruk geven alsof wn Protestanten «in zak en asschp zaten», uit vrees voor dat vertoon. Als we spreken van boete doen, dan is het, omdat wij als met de Roomschen kinderen van één volk, niet vreemd staan aan hetgeen in ons volk, in het openbaar gebeurt. We doen boete voor hen We doen boete voor ons, omdat we het heerlijk Evangelie der Schrift en der Hervorming in den weg gestaan hebben^^ met onzen afval, met onze lauwheid.
Misschien moeten we de Roomschen dankbaar zijn om bun activiteit. Ze wekken iets op, wat sluimerde Ze brengen ons in herinnering, dat er nog verwantschap is in ons met het geslacht, dat de brandstapels beklom met Psalmgezang, dat den vreesehjken strijd waagde op leven en dood !
Zijn we nog een Protestantsche natie? Het slaapt. «We stoelen op één wortel», zoo zeggen velen. Geve God Zijn Geest, dat we ontwaken ! Dan hoeven we niet te schimpen, maar we strijden den goeden strijd des geIoofs,om het Wot-rd te bewaren. L
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 27 juli 1924
Kerkblaadje | 4 Pagina's