Gods beloften.
„Zoo zijt dan lankmoedig broeders, tot de toekomst des Heeren." Denkt aan den landman, hoe hij met geduld den tijd afwacht, waarop God den wasdom geeft en hij de kostelijke vrucht des lands geniet. „Weest gij ook lankmoedig, versterkt uwe harten, want de toekomst des Heeren genaakt." Jac. 5 VS. 7 en 8.
Hoe groot, hoe alles omvattend was de eerste belofte, welke God aan den gevallen mensch schonk ! Maar is'die blijdschap waarvan het Woord vol is, werkelijk tot de menschen doorgedrongen ? Laat ons eens letten op die kleine wereld, welke een ieder met zijn hand kan bedekken. Hoe is het in het hait? Wat zijn de uitgangen daarvan? Is er vreugde over het Woord : „God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, haar zonde haar niet toerekenende. En heeft het Woord der verzoening in ons gelegd." Zoo moet het toch zijn, want God heeft Zich Zijn volk geformeerd, opdat het Zijn lof zou vertellen.
De lof des Heeren dat is niet wat uiterlijk feestvieren, wat oppervlakkig juichen, maar zichzelf verootmoedigen en God prijzen, dat Hij raad geweten heeft en het leven uit den dood te voorschijn heeft geroepen. De Heere weet de gedachten der menschen, dat ze ijdelheid zijn. En zijn toekomst genaakt. Is er dan vreugde over Zijn komen ? Is er blijdschap, dat Hij Zijn liefde tot ons heeft laten uitgaan, dat Hij zegt: „Mijne schapen hooren Mijne stem en Ik ken dezelve en zij volgen Mij." „De toekomst des Heeren genaakt." Zijn beloften gaan welhaast in vervulling. Zijt dan lankmoedig, broeders!
A. M. R.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 januari 1913
Kerkblaadje | 4 Pagina's