Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het bijzondere verhaal achter Ventjagersplaten, Hellegat en het Ventjagersgaatje

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het bijzondere verhaal achter Ventjagersplaten, Hellegat en het Ventjagersgaatje

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

GOEREE-OVERFLAKKEE – Ventjagersgaatje, Ventjagersplaten, Hellegat, namen die eilandbewoners enigszins bekend in de oren zullen klinken. Maar waar ze precies vandaan komen..? In het artikel over de Ventjagersplaten van vorige week vrijdag in deze krant -waarin vooral werd ingezoomd op de bijzondere natuur in dit gebied-bleef de vraag over de oorsprong van onder andere de Ventjagersplaten en het Hellegat een beetje in het midden. Visserijhistoricus Marlies Jongejan schreef eerder al uitgebreid over het ontstaan van deze namen, om precies te zijn in het Tijdschrift voor Zeegeschiedenis. "Het heeft allemaal niets met haring te maken", liet ze weten. "Wel met de beroemde visafslag van Middelharnis die in 1598 is gesticht."

Middelharnis was de meest zuidelijke vissersplaats van het gewest Holland, aldus Jongejan. "In een octrooi van Filips II uit 1567 werden de goede haven en de gunstige ligging van het dorp al geroemd. De korte afstand tot de zee, de ligging aan de vaarroute naar Brabant, de veiligheid en de bekading van de haven zijn de factoren die ervoor zorgden dat de visserij en de vishandel van het dorp Middelharnis eeuwenlang konden floreren. Zo lang het transport over water de enige manier was om verse vis te vervoeren, bleef de rol van Middelharnis in de vishandel belangrijk."

"De bedoeling was om met de opbrengst werkzaamheden aan de haven te bekostigen", schrijft Jongejan over de visafslag van Middelharnis. "De pachtopbrengsten van de afslag leverden eeuwenlang voldoende geld op om de haven goed toegankelijk te houden. (...) Alle vis die via het Goereese Gat werd aangevoerd, moest op de afslag van Middelharnis verhandeld worden. De Staten van Holland en West-Friesland ratificeerden in 1681 de keur van de visafslag, waarmee dit monopolie een juridische basis kreeg. Middelharnis heeft het monopolie tot 1843 weten te handhaven. In een uitspraak van de Hoge Raad van 19 juni 1787 is de grens bepaald bij de dorpel tussen de Noordzee en de Goereese Gat waar bij laag water drie à vier vadem water staat."

"De eerste vermelding van Brabantse ventjagers die vis opkochten bij het havenhoofd van Middelharnis dateert uit 1603", aldus Jongejan in het zeer uitgebreide artikel uit 2018. "Een ventjager is iemand die vis of andere koopwaren met een licht vaartuig ter markt brengt, of met andere dingen te koop loopt, aldus een definitie uit 1799 in het Nederduitsch taalkundig woordenboek. In de zeventiende en de achttiende eeuw waren de Brabantse steden in de Zuidelijke Nederlanden voor de consumptie van verse zeevis voornamelijk afhankelijk van de aanvoer vanuit het zuiden van Holland. De vis werd gevangen door de vloten van dorpen op de Zuid-Hollandse eilanden. De visafslag van Middelharnis was de plek waar de ventjagers in vis van oktober tot mei zaken deden met de stuurlieden van visschuiten, voornamelijk uit de dorpen Middelharnis, Pernis en Zwartewaal."

Vis op krediet

De afslag van vis vond aanvankelijk plaats door een daartoe aangestelde afslager in de haven of op het havenhoofd van Middelharnis, schrijft Jongejan. "De verzoeting van het water in de omgeving van de havenmonding door het uitlaten van polderwater leidde ertoe dat de handel steeds meer op het open water plaats vond. De stuurman van de visschuit fungeerde in dat geval als afslager. Vissers uit andere plaatsen dan Middelharnis vonden het niet altijd vanzelfsprekend dat ze in Middelharnis afslagrecht moesten betalen. In de hiervoor genoemde keur van 1681 werd nog eens nadrukkelijk bepaald dat ook vis van “buyte visschers”, vissers van buiten Middelharnis, onder het afslagrecht viel. De ambachtsheren hadden geen mogelijkheid om de vissers sancties op te leggen. Maar tegenover de ventjagers hadden ze wel een machtsmiddel. De ventjagers kochten de vis op krediet. Zo konden ze zonder tijd te verliezen met de verse waar meteen doorvaren. Ze betaalden op het viskantoor als ze een volgende keer weer vis kwamen kopen. Alleen ventjagers “van bekende soliditeit”, die al ingeschreven waren bij de visafslag, konden op krediet kopen. Zaken doen met vissers die het afslagrecht ontdoken, beschadigde de reputatie van de ventjager. Het instrument van kredietverlening voorkwam dat vreemde vissers het afslagrecht ontdoken."

"Een belangrijk moment voor Middelharnis als centrum van de vishandel was het ondertekenen van een contract op 8 maart 1734 tussen schout en schepenen van Middelharnis en 55 ventjagers. Deze overeenkomst bepaalde dat ventjagers niet zelf met de buitenvissers mochten afrekenen. De vissers uit andere plaatsen moesten zich evenals de lokale vissers altijd op het viskantoor vervoegen om hun geld op te halen. Ventjagers die het contract ondertekenden, kregen van de afslager een biljet dat ze op krediet konden rekenen." Minimaal 16 van de 55 ondertekenaren waren leden van Middelharnisse ventjagersfamilies, schrijft de visserijhistoricus. "In 1754 was het aantal autochtone ventjagers gegroeid tot 23."

Vaarroutes

Een zeer interessante stukje lokale geschiedenis, die de vraag deels al beantwoordt waar die bijzondere namen van wateren en gebieden toch vandaan komen. Maar er is nog meer over te zeggen. Jongejan: "De ventjagers verbleven meestal twee of drie dagen in de omgeving van het Goereese Gat om vis te kopen. Ze vertrokken bij opkomend tij, dat ze afwachtten aan de oostkant van het voormalige eiland Overflakkee. De naam Ventjagersplaten, tegenwoordig doorsneden door de toegangsweg naar de Haringvlietbrug, herinnert nog aan de aanwezigheid van de ventjagers."

Behalve het tij speelden de wind en de stroming ook een rol, aldus Jongejan in het artikel. "De route ging vanaf het Goereese Gat via het Haringvliet naar het Volkerak. Waar het Hollands Diep zich splitst in Haringvliet en Volkerak, bevindt zich het Hellegat. Hier bewoog de ebstroom zich van het Hollands Diep naar het Haringvliet en tegelijkertijd kwam de vloedstroom van het Brouwershavense Gat via de Krammer naar het Volkerak. Door deze warreling van stromen ontstond voor de scheepvaart een gevaarlijke situatie. De ventjagers kozen daarom een andere route door een geul, gelegen onder de kust tussen Den Bommel en Ooltgensplaat, die alleen voor kleine schepen geschikt was. Deze geul heet het Ventjagersgaatje. Vervolgens ging het via de Krammer naar het Zijpe. Met sterke noordwestenwind was het Zijpe te onstuimig en kozen de ventjagers de oostelijke route door het Slaak. Ze liepen op het Zijpe het risico dat “sij alle hare vis dootzeijlden”. Daarna ging de route waarschijnlijk door de getijdestroom de Eendracht, oostelijk om Tholen heen."

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 2023

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's

Het bijzondere verhaal achter Ventjagersplaten, Hellegat en het Ventjagersgaatje

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 2023

Eilanden-Nieuws | 24 Pagina's