Stijlvolle en waardige herdenking van de watersnoodramp van 1953
In aanwezigheid van koningin Beatrix en ministerpresident Balkene
OUDETONGE Met een stijlvolle, waardige herdenking heeft de natie zaterdagmiddag waarschijnlijk voor het laatst in deze omvang stilgestaan bij de watersnoodramp van 1 februari 1953. In OudeTonge was behalve koningin Beatrix een vijftal demissionaire ministers aanwezig bij de herdenkingsbijeenkomst, waaronder ook ministerpresident Jan Peter Balkenende. Na de samenkomst in mulitfunctioneel centrum De Grutterswei, die een uur duurde, legden hare majesteit en de premier namens het Nederlandse volk een krans bij het monument op de Begraafplaats Slachtoffers Watersnoodramp 1953. Dat gebeurde in winterse sferen en met veel aandacht van de media en van publiek.
Veel inwoners van Oude Tonge en andere eilandbewoners stonden buiten te wachten op het moment dat de koningin bij De Grutterswei arriveerde. Met de helikopter was ze geland aan de rand van Oude Tonge, nabij DAF trucks op het bedrijventerrein, om met de koninklijke auto naar De Grutterswei gebracht te worden, dat voor de gelegenheid uitermate sfeervol was aangekleed. Met blauwe gordijnen, op verschillende plekken verlicht, twee hoge bloemenkolommen en een stuk of wat grote foto's, die de ernst van de natuurramp nog eens onderstreepten. Het programma bestond uit een toespraak van de ZuidHollandse Commissaris van de Komngin Jan Franssen, filmbeelden van vijftig jaar terug, enkele muzikale optredens, de voordracht van een gedicht en de persoonlijke watersnoodimpressies van een inwoonster van OudeTonge.
Help toch!
Om met het laatste te beginnen: het verhaal van mevrouw Van den OudenHuijer, die eerder reeds eilandelijke bekendheid verwierf onder met name de schoolkinderen, was ronduit indrukwekkend en bij tijd en wijle ook gruwelijk. "Help toch, m'n vrouw en kinders verdrinken!", hoorde ze in die rampnacht. Ze zag een hele hooiberg voorbij komen. En mensen op een stuk hout. "We konden ze niet helpen." Voor een volkomen stille zaal vertelde mevrouw Van den Ouden, dat haar huis begon te schudden, dat ze op een stevig vlotje sprongen een dakkapel en dat op dat moment het hele huis in elkaar zakte. Een wonderbaarlijke ontsnapping, voorafgaand aan nog een aantal bange uren. "Het was zo koud, dat de hagel op je benen niet smolt." Ze hoorde iemand zeggen: "Kijk, daar drijft m'n vrouw, ik zie 't aan haar groene rok." Mevrouw Van den Ouden werd gered en naar Dinteloord en later naar Hoeven gebracht. Daar kreeg ze op dinsdag haar eerste warme maaltijd sinds de rampnacht: boerenkool met worst. Later, ging ze verder in de volle Grutterswei, keerde ze terug naar OudeTonge en zag dat in 'ons eigen huis' alleen de kachel nog op z'n plek stond. In 1954 betrok ze een woning van het Zweedse Rode Kruis. Daar woont ze nog steeds, vertrouwde ze de aanwezigen toe en via radio en tv heel Nederland. "Nog ga ik met storm nooit rustig slapen", besloot mevrouw Van den Ouden haar relaas.
Sommige passages bezorgden de luisteraar koude rillingen, en dat deden de muzikale programmaonderdelen ook. Allereerst kwam het Souburgs Koper Quintet goed voor de dag met bewerkingen van Samuel Barber en Erik Satie. Met name in het laatste stuk, Gnossienne nummer 1, hoorde je de zee ruw bonken op het lieflijke land. Het grote koor Laudando bracht, als afsluiting van de herdenking in De Grutterswei, het lied 'Kyrie, beati, mortui' ten gehore, een lied dat speciaal voor de gelegenheid is gecomponeerd door Arie J. Keijzer. Samen met mezzosopraan Mieke van Laren, pianist Piet Westhoeve enfluitisteFransje de Visser steeg Laudando tot grote hoogten.
Wat een gek idee
Tussen de twee bedrijven van de muzikale herdenking door droeg de njarige Eliza Mari Maliepaard uit Stad aan 't Haringvliet haar gedicht 'Wat een gek idee' voor. Met dat gedicht had de leerlinge van de christelijke basisschool Albert Schweitzer een eilandelijke gedichtenwedstrijd gewonnen, waaraan 350 scholieren op het eUand meededen.
Commissaris van de Koningm Jan Franssen stond in zijn toespraak stil bij de "tragische gebeurtenissen" van 1 februari 1953 en "de ver
bondenheid, toen en nu". "Soms gaat 't lang goed en dan is het er weer: de dreiging van het verwoestende zeewater", aldus Franssen, die de geschiedenis min of meer samenvatte met de zin, dat er altijd stormvloeden zijn geweest. In dat verband keek hij ook minder ver terug in de tijd door het hoge rivierwater even aan te stippen. Evenals het Deltaplan en de veranderde inzichten omtrent waterbeheer die na de realisering van dat plan opgeld gingen doen. "De beveiliging tegen overstromingen heeft een keerzijde", aldus Franssen. "Het zout getij dengebied is zoet geworden, de waterkwaliteit is achteruit gegaan en de karakteristieke flora en fauna zijn verdwenen." Met het gedeeltelijk openen van de Haringvlietsluizen worden die ontwikkelingen in ieder geval in het Haringvliet een halt toegeroepen. "Maar", vervolgde de Commissaris van de Koningin, die zijn 'wortels' op GoereeOverflakkee heeft, "veiligheid gaat bij waterbeheer boven alles. De zeespiegel gaat deze eeuw 20 tot 110 centimeter stijgen en tegelijkertijd daalt de bodem. Twee processen, die sterk bepalend zijn voor de waterhuishouding, nu en in de toekomst."
De les van 1953
Franssen deed het appèl de lessen uit het verleden plus de opgedane ervaringen en inzichten ter harte te nemen en "samen voortvarend aan de slag te gaan met wat ons mogelijk te wachten staat." Want, bedoelde hij te zeggen, de catastrofe van een halve eeuw geleden kwam betrekkelijk onverwacht. "Opeens bleek wat het betekende om onder de zeespiegel te wonen. Circa 2300 slachtoffers, waarvan 1836 uit zuidwestelijk Nederland en ruim 300 hier in OudeTonge. De totale schade bedroeg 1,5 miljard dat zou nu 10 miljard zijn. Maar die schade valt weg tegen het grote leed dat zoveel mensen trof. Dat leed is voor velen onder ons nog steeds voelbaar. De tijd heelt alle wonden, hoor je wel eens zeggen, maar de kracht van het water blijft angst inboezemen. Als 't zwaar stormt gaan hier nog vele gedachten terug naar toen. 1 februari 1953. Voor veel mensen was de watersnoodramp ingrijpender dan de Tweede Wereldoorlog." De Commissaris van de Koningin sloot zijn toespraak af met de
De Commissaris van de Koningin sloot zijn toespraak af met de oproep om waterbeheer hoog op de politieke agenda te zetten. "Maar niemand kan de garantie geven dat er nooit meer zo'n ramp zal plaatsvinden. Daarvoor zijn de natuurkrachten te groot en ongewis. Niets of te weinig doen of te laat in actie komen kan desastreuze gevolgen hebben. Dat is de les van 1953."
IJzige koude
Na de herdenkingsbijeenkomst in De Grutterswei vertrok de koningin met haar gezelschap per koninklijke bus naar de begraafplaats aan de Heerendijk, voor de kranslegging en een rondgang over de dodenakker, met inachtneming van een minuut stilte. Dit alles gebeurde onder ijzige weersomstandigheden. Terwijl een snijdend koude wind de sneeuw over het land joeg, hoopte de sneeuw zich op langs de paden op de begraafplaats. Medewerkers van de gemeente hadden er werk aan om de grafstenen zo veel mogelijk vrij van sneeuw te houden, zodat ze nog leesbaar waren als de koningin en de ministerpresident langsliepen, daarbij begeleid door burgemeester Van Pelt van de gemeente Oostflakkee. Iets na kwart over twee vertrok het gezelschap per bus, om in het Zeeuwse Ouwerkerk de nationale herdenking voort te zetten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 februari 2003
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 4 februari 2003
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's