Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Archeologie bedrijven is ploeteren (I)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Archeologie bedrijven is ploeteren (I)

* Op zoek naar sporen uit de ijzertijd en de Romeinse tijd *

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Goeree-Overflakkee heeft per jaar de meeste zonuren van heel Nederland. Het weer van de afgelopen weken bevestigt dat, maar op zaterdag 10 juni j.1. was er niet één klein zonnestraaltje te bekennen tussen Ouddorp en Goedereede. Uitgekiend die dag was gepland voor een opgraving door "De Motte" in het natuurgebied gelegen in "Den kouwen hoek". Koud was het daar en vooral nat. Felle plensbuien uit het noordwesten geselden de open vlakte waar leden van de vereniging van amateurarcheologen voor Goeree-Overflakkee zich door een laag zware klei zwoegden om overblijfselen te vinden van bewoning van zo'n tweeduizend jaar geleden. _,

geleden. _, Sporen

Hans Klepper had een paar weken daarvoor bij graafwerkzaamheden aan een watergang afval uit de Romeinse tijd en uit de ijzertijd gesignaleerd. In overleg met de provinciaal archeoloog werd de Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek ingeschakeld. De rijksdienst vond de melding van "De Motte" dermate interessant dat op vrijdag 9 juni veldtechnicus Lutter naar Goeree-Overflakkee kwam.

Met toestemming van Staatsbosbeheer - eigenaar en beheerder van het gebied - en met medewerking van de dienst van Rijkswaterstaat die een kraantje beschikbaar stelde, werd in noord-zuid-richting een proefput van ongeveer tien bij zes meter gegraven. Daarbij kwam een kreekbedding met scherven Romeins aardewerk in zicht.

De proefput werd door de heer Lutter en Rias Olivier in kaart gebracht en afgesproken werd dat "De Motte" op zaterdag een bepaald gedeelte van de kreekbedding zou afschaven om de ROB gelegenheid te geven de volgende maandag verder te kijken.

verder te kijken. Rias Olivier en ik kwamen overeen dat ik voor een impressie van de opgraving zou zorgen en dat hij wat later een wetenschappelijk verslag zou schrijven.

Naar het begin van de jaartelling

Zaterdagmorgen om negen uur was "De Motte" present: Rias Olivier,, Hans Klepper, Jan Both (bestuursleden van "De Motte"), Fred Götzenberger, Bram Lokker, Wim Knöps, Adri Westdorp (m'n man) en ik.

Het was nog droog toen we van huis gingen met metaaldetector, paraplu's, laarzen, reservetruien, potten koffie en een grote zak krentebollen.

Omdat ik het idee had op locatie een verslag van de opgraving te maken had ik ook een tuinstoeltje meegenomen.

Bij aankomst in de Jillesweg begon het te regenen. We lieten ons natuurlijk niet kennen en met een vrolijk "Goede morgen" voegden we ons bij de al aanwezige Mottemannen.

Vanwege de terreinomstandigheden moesten we de auto op zo'n zeshonderd meter van de plaats van de opgraving laten staan, een afstand die bij goed weer een mooi wandelingetje inhoudt, maar nu een behoorlijk eind leek. We banjerden welgemoed over modder

We banjerden welgemoed over modder en graspollen naar de plaats van het werk. Een vogel vloog gealarmeerd krijsend over ons heen om ons uit de buurt van haar nest te houden. Runderen en paarden graasden op enige afstand onverstoorbaar door. De twee molens van Ouddorp draaiden hun wieken tegen een loodgrijze lucht en de Dom van Goedereede leek ons somber en meewarig aan te kijken. Het zachte gerucht van auto's die over het natte wegdek van de provinciale weg af en aan suisden deed me denken: "Rijden jullie maar, wij gaan lekker naar het begin van de jaartelling".

Ploeteren

In de put was weinig meer te zien van de lijnen die de heer Lutte de dag daarvoor had aangegeven om ons graafwerk te verrichten. Er was een bescheiden zwembadje ontstaan door de regenval van de voorgaande nacht. Hans Klepper begon met het graven van

Hans Klepper begon met het graven van geultjes om het water weg te krijgen, de anderen gingen aan de slag om de stukken bodem af te schaven zoals met de heer Lutte was afgesproken. Vrijdag leek het erop dat de kreekbed

Vrijdag leek het erop dat de kreekbedding veel Romeins schervenmateriaal zou bevatten. Ik had me zo voorgesteld met een troffeltje interessante fragmenten van terra nigra en terra cotta sigillata uit de grond te halen. Dit wil overigens niet meer zeggen dan zwart aardewerk en bruin-oranje aardewerk met stempelversiering, maar Romeins is toch altijd nog wat anders dan "gewoon" spul uit de late middeleeuwen. De latijnse benaming klinkt wat gewichtiger en lijkt beter te passen bij bijzondere vondsten. Niets van dat alles. Wat op de schoppen kwam was klei met een enkel scherfje dat meteen schoongespoeld werd door de hevige regen. Ik zat onder een paraplu en zo veel mogelijk uit de wind op de kant van de put en moest steeds aan de Romeinen denken, die vanuit de warmte en de luxe van Italië terecht kwamen in een gebied met gorzen en kreken dat twee keer per dag door de zee werd overspoeld. Het is niet waarschijnlijk dat de Romeinen hier zelf gewoond hebben.

Vondsten in deze gebieden duiden er eerder op dat de inheemse bewoners gebruiksvoorwerpen van de Romeinen hebben overgenomen. De Romeinen waren op comfort gesteld

De Romeinen waren op comfort gesteld en zij zullen met afgrijnzen het leven van de "schipbreukelingen", zoals de geschiedschrijver Plinius de bewoners hier bij de komst van de Romeinen noemt, hebben gade geslagen.

Nieuwsgierig

Wat bezielt een mens om uit vrije wil met een schop een oud kreekje af te graven terwijl de regen met bakken uit de hemel valt? De nieuwsgierigheid, het willen vinden? Het was afzien die zaterdagmorgen en toch hielden we niet op. Pas toen ik ondanks vier lagen kleren en een oliejas geheel verkleumd was geraakt blies ik de aftocht naar de auto. De anderen gingen gewoon door en stopten om twaalf uur even voor de lunch. Ik zag hen aankomen "dalven", op z'n Flakkees gezegd. Bij de auto's schudde Wim Knöps zich

Bij de auto's schudde Wim Knöps zich droog en zei: "Ik moet nu naar huis, maar ik vind het heel leuk. Een volgende keer doe ik graag weer mee". De zestienjarige Bram Lokker uit Den Bommel keek in gedachten voor zich uit. "Is dit je eerste opgraving?" vroeg ik. "Ja" was het antwoord en de toon sprak boekdelen. Hij had het zich ook anders voorgesteld. Toch ging hij na de lunch weer gestaag door. En van zulke mensen moet "De Motte" het hebben, want je weet immers nooit wat je nog vindt. Zo legden de mensen van "De Motte" 's

Zo legden de mensen van "De Motte" 's middags een aantal sporen bloot, waarvoor de kennis en de ervaring van iemand als Lutter nodig is om ze te onderkennen en te interpreteren. Wat zou hij er van vinden? Met spanning werd de maandag tegemoet gezien.

(Vervolg in de volgende editie} Cathy Westdorp

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1995

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Archeologie bedrijven is ploeteren (I)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 juli 1995

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's