Vervolgverhaal
Laatst zei vader het nog: „Jongen, let er toch op, wij hebben hier geen blijvende stad. Het leven van de mens is als een blad aan een boom. Als de boom in de lente ontluikt, dan komen er frisse jonge bladeren tevoorschijn. Ook dan valt hier en daar een blad, maar na de zomer komt de herfst en dan beginnen de bladeren te vallen, de een vroeger, de ander later, maar vallen doen zij, zonder onderscheid. Het is een proces dat elk jaar weerkeert".
„Meermalen", zo had de oude boer tot Adriaan gezegd, „ja vele jaren, heb ik de bladeren van de bomen rond Vredenhof zien vallen. Velen zijn er in ons dorp weggedragen naar het kerkhof Zij waren gevallen als bladeren van de bomen". Hoe diep ernstig had zijn stem geklonken, toen
Hoe diep ernstig had zijn stem geklonken, toen hij er aan toegevoegd had: „En Adriaan, mijn jongen, waar de boom valt daar zal hij eeuwig wezen. Let er op, want zo gaat het óók met het geslacht van Vredenhof Zoek het hoogste goed in je gezonde dagen. Je bent in de kracht van je leven, maar een mens is niets. Ik heb het al zo dikwijls meegemaakt, dat ik op ziekenbezoek de mensen met zulke grote lichaamspijnen aantrof, dat er nauwelijks of geen gedachte meer was van geestelijke zaken. Dikwijls krijg je dan de tijd niet meer om over deze belangrijkste dingen na te denken, alhoewel God machtig is nog als een brandhout uit het vuur te rukken. Maar laat het daar niet op aan komen! Want, dan zou het wel eens kunnen gebeuren, dat het te laat was". Stil had Adriaan naar zijn vader geluisterd en was
Stil had Adriaan naar zijn vader geluisterd en was hem niet in de rede gevallen. Alleen vond hij de taal van zijn vader te somber. Dat komt zeker omdat hij al zo oud is. Nee, aan de dood denkt Adriaan liever niet, die stelt hij zover mogelijk uit. Hij is nog jong en sterk. Nee, het gaat best zo en het leven is niet zo somber als vader het zegt. Immers, er worden ook mensen in de kracht van hun leven weggemaaid. Dat zie je wel aan Teun Hendriks, hier uit de buurt, die kreeg bij de smid een klap van een paard tegen zijn hoofd en de arme kerel is niet eens meer bij kennis geweest. Het is nauwelijks twee jaar geleden gebeurd, en Adriaan kan het zich nog als de dag van gisteren herinneren, welk een konstematie dit had gegeven in het stille dorp aan de Lek. Iedereen was er vol van.
Maar... als vader nu werkelijk eens gelijk had, wat dan? Hij kan niet zeggen, dat hij niet gewaarschuwd is en dan toch doorgaan, alsof er niets aan de hand is?
Dan richt Adriaan zich op en schudt alles van zich af
„Het zal nog wel meevallen", mompelt hij, terwijl hij van zichzelf weet, dat het niet waar is. „Kom we gaan verder".
Nog even kijkt hij naar de eenzame figuur die langzaam uit het gezicht verdwijnt.
Adriaan draait zich om en loopt naar Kees, de knecht, die op hem staat te wachten. Deze heeft inmiddels de wagen tot boven toe geladen. Ze kunnen zó vertrekken, want Kees heeft de touwen over het hooi al gespannen.
„We gaan. Kees, anders halen we het niet", zegt Adriaan met een wat sombere stem. Kees knikt, maar zegt niets. Hij heeft begrepen,
Kees knikt, maar zegt niets. Hij heeft begrepen, wat er in deze ogenblikken door zijn baas is heengegaan. Nee, het gaat niet goed met de oude baas. Hij werkt al jaren op Vredenhof en heeft de oude boer nog op de hofstee meegemaakt. Teun Stam was toen knecht en hij arbeider. Later is Teun Stam weer voor zichzelf begonnen, toen was hij in Teuns plaats knecht geworden. Heel de geschiedenis van Adriaan van der Zande en Tonia Stam heeft Kees meegemaakt, en hij is er zelf ook nog goed mee geweest. Het moet gezegd worden, de van der Zandes zijn altijd goed voor hem geweest. ook al kon de oude boer vroeger nog al eens behoorlijk tegen hem uitvallen, als er iets was dat niet naar zijn zin ging. Zeker, het is hard werken op de Vredenhof, maar dat is niet zo erg, want hij is zo sterk als een beer. Met de boerin kan hij heel goed opschieten. Samen met haar vader heeft hij nog op de hofstee gewerkt, toen deze nog bij van der Zande werkte. Nee, je kunt het gelukkig beslist niet merken, dat zij van een arbeidersmeisje boerin van de Vredenhof is geworden. Dikwijls gebeurt het, dat zij hem een stuk kaas of een brok boter, soms ook wel eieren meegeeft voor thuis. Zijn vrouw is er wat blij mee dat zij de kinderen eens iets extra's kan geven. Nee, hij mag beslist niet klagen. Als hij naar andere kijkt die hard moeten werken voor een krats, dan heeft hij het best. Daarom staat Kees voor de zaak, niets is hem te veel en ook hij werkt zo hard mogelijk om als eerste het hooi binnen te krijgen. En dat de jonge boer, die hij van zijn jeugd af heeft zien opgroeien, dit alles op prijs stelt, heeft deze al dikwijls laten merken, ook al heeft Adriaan er nooit iets van gezegd. Na de hooioogst vorig jaar had Adriaan wat extra's in zijn loonzakje gedaan en wellicht zit het er nu weer in, tenminste, dat hoopt hij maar. Kijk, en dat hebben de meeste knechts of arbeiders niet, tenminste, omdat zij nauwelijks het dagelijks brood voor hun gezinnen kunnen verdienen. Het is dan ook diep treurig dat er boeren zijn, die op alle mogelijke manieren hun knechts of arbeiders uitzuigen en totaal geen rekening met die mensen houden. Zo is er in het schijnbaar vredige dorp aan de Lek heel wat onvrede en stille wrok. Het is waar, daar zijn verschillende boeren de schuld van en op deze wijze werken zij het socialisme in de hand. Nee, Kees moet daar niets van hebben, elke revolutiegeest is uit de boze, meent hij en daar komt hij eerlijk voor uit ook. Gods Woord zegt het wel anders en de dominee waarschuwt er dikwijls tegen. Zeker, en dat zegt dominee ook, de boeren zijn verplicht hun arbeiders te betalen zoals het behoort en het is te betreuren dat er zulke toestanden heersen. Maar dat neemt niet weg, dat de arbeiders trouw hun plicht zullen doen en dat mankeert er nog al eens aan. Beide partijen dragen hun verantwoordelijkheid. Toen Kees een tijd geleden bij de smid was om het paard te laten beslaan, had hij precies gezegd hoe hij er over dacht. Maar hij had zijn mond gehouden, toen een paar knechts van andere boeren, die ook bij de smid moesten zijn, hem hadden toegebeten: „Hou jij je mond maar, jij kunt gemakkelijk praten. Adriaan van der Zande betaald goed. Je zou wel anders praten, als het niet zo was. Ja, en wat moest hij hierop antwoorden?
Hoe het ook zij, hij heeft het goed en het doet Kees goed dat Tonia, de boerin, steeds bij de besten m het kaasmaken behoort, misschien nog wel beter dan de oude boerin uit de Dorpsstraat.
Het duurt niet lang of de zwaar geladen hooiwagen rijdt het erf van Vredenhof op. Het zweet druipt het paard langs de flanken. Bij de hooiberg gooit Adriaan een paardedeken over de rug van het dier om kouvatten te voorkomen, terwijl Kees een emmer haalt, zodat Bles zijn dorst kan lessen.
De wagen wordt in snel tempo gelost, want als het een beetje wil, dan moeten ze vandaag nog een vracht hooi halen. Adriaan snuift met behagen de geur van het verse hooi op.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1992
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1992
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's