Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

STOREMEN ROND VREDENHOF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

STOREMEN ROND VREDENHOF

VERVOLGVERHAAL

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Je hebt wel wat gedaan, Stolk. Zeker, de hofstee is verwoest, maar daar kan jij niets aan doen. Wat veel belangrijker is, dat er twee mensenlevens zijn gespaard gebleven en naast God is dat mede aan jou te danken. Stel je nu eens voor, datje Adriaan en Tonia niet had gewaarschuwd. Dan was er de mogelijkheid dat de kinderen het te laat hadden opgemerkt. Hoe dikwijls hoor je daar niet van? Ik zeg niet dat het zo gebeurd zou zijn, maar de kans was er. Nogmaals Stolk, onze hartelijke dank".

Opnieuw steekt Van der Zande zijn hand uit en na enige aarzeling volgt de molenaar, die door de vriendelijke woorden van de oude boer geheel is ontwapend. „Ik had er een uur eerder moeten zijn", klinkt het schor.

„Je was op tijd, Stolk, want toen jij bij Adriaan en Tonia binnen was, om hen te waarschuwen, heeft de onverlaat zijn slag geslagen. Nee, zelfbeschuldiging behoef je niet te hebben". Even is het stil in de keuken van het molenaarshuis.

Dan staat boer Van der Zande op en legt zijn hand op de schouder van de molenaar. Ernstig kijkt hij hem aan.

„Stolk", zegt hij zacht, „waarom deed je het. Ik kan het eerlijk gezegd niet begrijpen, maar het moet me van het hart kerel. Wat je nu gedaan hebt, is een grote zelfoverwinning geweest en dat moet ik in je bewonderen". Van der Zande zwijgt en kijkt de molenaar vra

Van der Zande zwijgt en kijkt de molenaar vragend aan.

Deze staart voor zich uit.

Ja, wat de boer zei, was waar. Het had inderdaad zelfverloochening gekost.

Met een ruk veert de molenaar overeind.

„Het zit zo. Van der Zande. Die zwerver, die door je zoon zo is afgetuigd, kwam op een gegeven moment bij mij en hij vertelde me, wat hij op Vredenhof had meegemaakt. Hij dreigde met de rode haan en dat heeft me niet meer los gelaten. Ik wilde er eerst niets mee te maken hebben, maar telkens kwam het terug en 's avonds op bed kon ik het ook niet uithouden. Nou, de rest weet je. Adriaan zal het je wel uitvoerig verteld hebben en dat is alles".

De boer knikt.

Hij begrijpt het en de molenaar is met grote sprongen in zijn achting gestegen. „Hoe gaat het anders?" informeert hij belangstellend.

Even kijkt de molenaar zijn bezoeker een beetje achterdochtig aan. Maar snel bedwingt hij zich. Hij voelt zich eigenlijk té moe om de oude vete weer op te halen en eerlijk gezegd, vindt de eenzame molenaar het wel eens prettig, om vooral nu, eens met iemand te kunnen praten. Ook al is het boer Van der Zande. Een week eerder, nee eergisteren, zou alles nog héél anders geweest zijn. Dan had hij de boer zonder meer het erf afgeschopt. Maar nu...!

Molenaar Stolk kan zichzelf niet verklaren. „Och", antwoordt hij, „het gaat wel. Je kan merken, dat ik een dagje ouder word. Ik was juist van plan om vanavond mijn zaakjes eens goed te bekijken en dan denk ik er mee te stoppen. Maar ja, zie je, dat doe je nou nog niet zó gauw. Als ik een opvolger had, dan was hetniet zo moeilijk. En dan, je moet rekenen, de molen is een erfstuk van ons geslacht. Het valt niet mee om het familiebezit aan vreemden te moeten overlaten". „Dat begrijp ik", knikt Van der Zande, verbaasd

„Dat begrijp ik", knikt Van der Zande, verbaasd over de openhartigheid van de molenaar. „En toch zal het er eens van moeten komen", vervolgt Stolk. „Als ik een geschikte opvolger zou weten, dan weet ik het zo net nog niet. Dan stop ik er misschien mee".

Plotseling schiet er bij de oude boer iets in zijn gedachten.

Als dat zou kunnen?

Dat zou net iets voor Jan Stam, de broer van Tonia, zijn. De jongen voelt niets voor het boerenwerk. Hij wil molenaar worden, maar daar was geen kans, om dat ooit te worden. Stam had het Jan uit zijn hoofd gepraat en de laatste tijd is er dan ook geen woord meer over gesproken. Misschien dat dit wat voor hem is en dan nog op hetzelfde dorp, mooier kan het niet. „Meen je werkelijk wat je zegt, Stolk?" informeert

„Meen je werkelijk wat je zegt, Stolk?" informeert hij voorzichtig.

„Natuurlijk", antwoordt Stolk verwonderd. „Anders zou ik het toch niet zeggen".

„Nou, dan weet ik misschien wel een geschikte opvolger voor je". „O ja?"

De molenaar kijkt verrast op.

„Jan Stam", gaat Van der Zande verder. „Je weet wel, de broer van Tonia, heeft in zijn hoofd om molenaar te worden. Tenminste, dat wil hij graag. Nu werkt hij bij zijn vader op de hofstee". Peinzend kijkt Stolk de boer aan en zegt dan: „Ik heb niets tegen Jan Stam, je moet me goed begrijpen, Van der Zande. Maar wat moet die jongen op de molen doen, als hij nog niet eens weet wat een kruirad is?"

„Dat is niet zo moeilijk", vindt de boer. „Jan is enthousiast, dat weet ik zeker en je kunt hem toch alles leren. Je hoeft er toch niet ineens mee te stoppen en wie weet misschien heb je wel zoveel plezier in de jongen, dat je voor geen geld van de wereld dit zou willen msisen". „Je zegt daar zo wat".

De molenaar knikt een paar keer.

Het voorstel trekt hem wel aan. „Over de prijs kun je later wel praten", vindt Van der Zande. „Eerst moetje zelf beoordelen, of Jan Stam inderdaad de geschikte man is, om je opvolger te kunnen zijn. Ik kan je alleen de raad geven, probeer het eens met hem". „Goed", beslist de molenaar en zijn stem klinkt

„Goed", beslist de molenaar en zijn stem klinkt wat opgewekter. „Laat die jongen maar eens bij me komen".

Er valt een loden last van zijn schouder en opeens ziet hij het leven niet meer zo somber in. „Ik zal er voor zorgen", belooft de boer, „maar kom, ik ga weer eens opstappen en je hoort er van".

Boer Van der Zande staat op en gaat voor de molenaar staan.

„Stolk", zegt hij, „laat het vanaf heden vrede tussen ons zijn. Het is niet goed om elkaar te vereten en te verbijten. Je mag het gerust van me weten, ik heb er al die jaren last van gehad. Als je het goed vindt kom ik je spoedig weer eens opzoeken?" De molenaar is een man van weinig woorden en met een hoofdknik stemt hij toe. En hiermee is de vrede voorgoed gesloten.

Enkele ogenblikken later nemen beide mannen afscheid van elkaar en gaat de molenaar over tot de orde van de dag en stapt Van der Zande huistoe...

HOOFDSTUK 12

Als boer Van der Zande thuiskomt doet hij uitvoerig verslag van zijn bezoek aan de molenaar. „Het is goed dat je dat gedaan hebt", knikt tante Marie goedkeurend. (wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's

STOREMEN ROND VREDENHOF

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 januari 1992

Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's