De Waterschapswet
Zoals deze in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 1991, bij beschikking van de Minister van Justitie in dit blad onder no. 379 op 17 september 1991 is uitgegeven. Deze wet omvat 180 artikelen en blijkens de eerste zinsnede van de Memorie van Toelichting op het ontwerp van deze wet geeft de organisatie van de waterstaatkundige verzorging van ons land de laatste decennia een ontwikkeling te zien, waarbij het waterschapsbestel, als één van haar componenten, een proces doormaakt van vernieuwing en aanpassing aan bestuurlijke veranderingen.
Dit is dus één zinsnede, de eerste van het hoofdstuk - Inleiding - gevold door nog 110 bladzijden tekst, verdeeld over diverse titels, paragrafen, artikelen en bijlagen.
Het voorstel van wet is op 11 juni 1987 door Beatrix aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden met een toelichtende memorie (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt. En hiermede bevelen wij u in Godes heilige bescherming.
Dan volgt: Voorstel van Wet. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje Nassau, enz. enz. enz. Allen die deze zullen zien hof horen
Allen die deze zullen zien hof horen lezen, saluut, doen te weten: Enzovoort. Met deze plechtstatige aanbieding wordt dit ontwerp een politiek stuk dat door de leden van de Tweede Kamer wordt behandeld en bestudeerd in een of meer Kamer-commissies van de diverse partijen.
Blijkens de aanhef in de eerste zinsnede van de Mem. van Toelichting gaat het om vernieuwing en aanpassing aan bestuurlijke veranderingen bij de waterschappen in het gehele land. Over Polders geen woord. En die waren en zijn er thans nog vele. De wet treedt vermoedelijk in werking
De wet treedt vermoedelijk in werking op 1 januari 1992.
In de tekst van de afgekondigde wet worden regels gesteld naast de regelgevende bevoegdheid der provincies. Dit houdt in, dat in 40 artikelen aan de 12 provincies gelast wordt in een bijzonder reglement regels op te stellen, die nadere voorschriften bevatten omtrent allerlei bestuursdaden door de waterschappen in acht te nemen. ledere provincie naar de geaardheid en de zorg die zij dienstig acht, zodat ze verschillend van opzet zullen zijn met bijzondere provinciale inzichten. Ged. Staten ontwerpen deze materie
Ged. Staten ontwerpen deze materie maar de Prov. Staten verlenen hun goedkeuring.
Elke vernieuwing welke van overheidswege bij wet wordt gesteld legt lasten en verplichtingen op, welke door de burger moet worden nageleefd en algemeen bekend is, dat iedere burger geacht wordt de nederlandse wet te kennen. Gevolg geldelijke kosten in de vorm van belastingen, heffingen en omslagen. Een Waterschap krijgt een kenmerk mee, de Mem. van Toelichting omschrijft als volgt:
Omdat blijkens de wet het kenmerk van een waterschap als funktionele bestuursvorm op het gebied van de waterstaatszorg in het geding is, in het bijzonder tegen de achtergrond van het leidende beginsel - belang, betaling, zeggenschap -.
Dit houdt in, dat iedereen op grond van dit beginsel moet meebetalen, doch daardoor ook mag mee-beslissen.
Art. 11 geeft aan op welke wijze en door wie het algemeen bestuur wordt samengesteld, het luidt als volgt: 1. Het algemeen bestuur is samengesteld uit vertegenwoordigers van categorieën van belanghebbenden bij de uitoefening van de taken van het waterschap. 2. Als categorieën van belanghebbenden komen voor vertegenwoordiging in het algemeen bestuur alleen in aanmerking:
a. de zakelijk gerechtigden tot ongebouwde goederen;
b. degenen die krachtens een door de grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst het gebruik hebben van ongebouwde onroerende goederen;
c. de zakelijk gerechtigden tot gebouwde onroerende goederen;
d. de ingezetenen, onder wie worden verstaan degenen die hun werkelijke woonplaats hebben in het gebied van het waterschap;
e. degenen die op grond van een zakelijk of persoonlijk recht gebouwde onroerende goederen in gebruik hebben als bedrijfsruimte.
In de vele daarop volgende artikelen worden deze belanghebbenden nog wat ruimer met name genoemd, hier volgen ze, o.a. (aldus de wet): • grondeigenaar
• grondeigenaar • pachter • huurder • belastingplichtige • omslagplichtige • inwoner waterschap • ingezetene waterschap • genothebbende • gebruiker • gebruiksgerechtigde • heffingsplichtige • kiesgerechtigde • kiesman
ingeland, deze wordt als bij uitzondering éénmaal aangehaald en betreft een eigenaar met een bezit in of op Flakkee, doch die als woonplaats heeft Groningen?
Dat de polders niet zijn vernoemd is ook een gevolg van de vernieuwing, voor deze geldt in het vervolg de naam: - inliggende- en overliggende waterschappen - en dat betreft dus een bovenwaterschappelijke benaming.
Natuurlijk moeten de leden voor bestuur en algemeen bestuur door middel van een verkiezing gekozen worden en dat wordt nog een ingewikkelde operatie, omdat daarbij de Kieswet van toepassing is en dan wordt gewerkt met kies-stelsel, lijsten-stelsel, persoon-stelsel, stemwaarde, kiesdistrict, stemdistrict, enz. maar de huidige democratie zegt, dat volgens art. 25 een stemgerechtigde één stem bezit. In de toelichting wordt dit nog wat meer internationaal aangeduid als: (one man, one vote). Dus voor alle duidelijkheid voor één grondeigenaar: 1 HA = één stem
1 HA = één stem 50 HA = één stem 150 HA = één stem Nu moet door elke provincie bij reglement geregeld worden hoeveel en onder welke voorwaarde stemrecht wordt toebedeeld aan al die andere belanghebbenden, hiervoor met name genoemd?
De macht of de kracht, dan wel het gewicht van één stem houdt niet alleen verband met de uitvoering van de waterschapswet doch ook met de uitvoering van vele aanverwante wetten, omdat hiervan het mede-bewind is opgedragen, aan het bestuur en verder nog omdat krachtens art. 85 de leden van het dagelijks bestuur, de door dat bestuur aangewezen leden van de afdelingsbesturen zijn belast met de opsporing van de overtreding der keuren.
Maar bij deze bezigheid geeft het gestelde bij art. 61 de besturen een steuntje in de rug, want lees maar:
- ter uitvoering van wetten, algemene maatregelen van bestuur, provinciale verordeningen en keuren heeft het waterschapsbestuur de bevoegdheid tot de toepassing van bestuursdwang, met kans op beslaglegging, enz. dit alles is nog nader uitvoerig geregeld in een 10- tal achtereen volgende artikelen.
En ten besluite volgt de klap op de vuurpijl met hetgeen geregeld is in art. 72 en lees nu zelf dit epistel eens rustig en ga dan na hoeveel maal het woord dwangsom hierin voorkomt.
1. Het orgaan dat een dwangsom heeft opgelegd kan op verzoek van de overtreder de dwangsom opheffen, de looptijd ervan opschorten gedurende een door het orgaan te bepalen termijn of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke mogelijkheden voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen. 2. Het orgaan dat de dwangsom heeft
2. Het orgaan dat de dwangsom heeft opgelegd kan op verzoek van de overtreder de dwangsom voorts opheffen wanneer sedert het tijdstip van de oplegging tenminste een jaar is verlopen zonder dat de dwangsom is verbeurd.
3. Een dwangsom verjaart door verloop van zes maanden na de dag waarop zij is verbeurd.
4. Een verjaring wordt geschorst door faillissement en ieder ander wettelijk beletsel voor invordering van de dwangsom.
Het laatste artikel 179 van de wet luidt als volgt:
De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de onderscheidene artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Enz. Edoch bij Kon. Boodschap d.d. 14 oktober 1991 is een wijziging van de waterschapswet ingediend bij de Tweede Kamer met als doel: - Verduidelijking van de overgangsbepalingen en enkele onderdelen te verduidelijken. -
Dit ontwerp-wet met Mem. van Toelichting moet door de Tweede Kamer worden behandeld en daarna ongewijzigd worden bekrachtigd door de Eerste Kamer.
Maar dit ontwerp vertoond enkele onrechtmadgheden en dat wordt iets voor de leden van de Tweede Kamer, al of niet met steun van de Unie van Waterschappen, welke Unie een groot aandeel had in de samenstelling van de wet en dit dan namens de waterschappen? Als binnenkort de wet inwerking treedt
Als binnenkort de wet inwerking treedt moet nog uitvoering gegeven worden aan art. 171:
- De reglementen voor de waterschappen en andere provinciale verordeningen die betrekking hebben op de waterschappen, worden binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet met het bij of krachtens deze wet bepaalde in overeenstemming gebracht. -
Als lezer en/of belanghebbende bij al dit vorenstaande zult Ge niet over de tekst van de wet beschikken. Ge kunt - De Waterschapswet - aankopen door middel van de boekhandel.
Indien Ge de bijbehorende Mem. van Toelichting (100 bladz.) wilt hebben, vraag dan vooraf hoeveel de prijs hiervan kan zijn.
De voormalige en intussen geprivatiseerde Staatsdrukkerij berekent vrij hoge tarieven voor informatieservice officiële publikaties.
Beschouw dit alles, in alle eenvoud, als een Sinterklaas-surprise. Dirksland M. Rooij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 december 1991
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's