STORMEN ROND VRENDENHOF
Het raakt hoog tijd dat ze eens een toontje lager gaan zingen, want als we er niet voor oppassen, dan zouden zij het hele dorp regeren. Maar zover komt het nooit, daar zal ik voor zorgen. Dat zag je wel toen boer Van der Zande een paar jaar geleden zijn landarbieder Stam op straat heeft gezet, toen hij het te weten kwam, dat zijn zoon Adriaan verkering zocht met de dochter van Stam. Dat was een groot schandaal en iedereen op het dorp had er de mond vol over".
De ogen van de molenaar fonkelen en hij vervolgt meer in zichzelf dan tegen de man die tegenover hem zit: „Wie heeft het huis van Neel Wirts gekocht? Van der Zande natuurlijk! Niemand had een schijn van kans. Eerst bedriegen ze dat meisje en dan halen ze haar weer in huis, alleen maar om er voordeel uit te kunnen trekken. De smid heeft het persoonlijk tegen me verteld, toen hij zijn paard moest laten beslaan. Je moet ze mij niet leren kennen, want ik kan er ook over meepraten. Ze hebben vroeger mijn familie schandelijk behandeld en daarom wil ik er niets mee te maken hebben. Maar waar maak ik me eigenlijk druk om, het sop is de kool niet waard. Ik praat er verder niet over. Je kent ze niet eens van nabij, maar je weet nu ongeveer met wie je te doen hebt gehad".
De zwerver knikt en vals kijkt hij de molenaar aan.
„Ik zal hem krijgen, wacht maar af', zegt hij met een grijnslach.
„De rode haan zal bij die boer ook nog wel eens op het dak kraaien. Dat duurt niet zo heel lang meer, let maar op".
Dan staat de molenaar op. Het heeft hem nu lang genoeg geduurd.
„Ik heb nu geen tijd meer voor je, want ik moet nodig aan het werk. Dat wordt een latertje vandaag".
Ook de zwerver staat op en beide mannen lopen naar buiten.
„Kijk", wijst de man, „daar is het en hij zwaait met zijn arm in de richting van Vredenhof. „Ja, ja", antwoordt Stolk ongeduldig, „ik weet wel, waar Vredenhof ligt. Pas op man datje het niet te bont maakt met je plannen. Je wilt toch niet voorjaren de gevangenis in? Maar kijk daar eens, daar wandelt de oude boer over de dijk. Hoe bestaat het. Hij zou maar heel raar kijken, als hij wist hoe we
Hij zou maar heel raar kijken, als hij wist hoe we over hem en zijn familie denken. Hij is zeker weer bij de oude Dina geweest. Ik heb hem daar al meer gezien".
Boer Van der Zande groet de beide mannen, maar deze doen alsof ze hem niet zien.
„Dan ga ik maar, en bedankt baas".
„Niets te danken", bromt de molenaar. „Maak nou maar dat je wegkomt. Je hebt me al veel te lang opgehouden. Ik moet nodig weer aan de slag". Met een korte groet verwijdert de zwerver zich.
Met een korte groet verwijdert de zwerver zich. Stolk gaat nog even de molen binnen om te zien of alles goed draait. Jammer, er zijn een paar zakken meel overgelopen.
„Ja, dat heb je er van, als je niet op je werk lef', mompelt hij in zichzelf „Het is zo etenstijd, maar eerst moet ik die boel even opruimen. Stel je voor, dat er onverwacht een klant zou binnenstappen
Wat zou die er wel van denken, als hij een hoop meel op de vloer zag liggen".
Zorgvuldig schept de molenaar de hoop meel in een zak. Ziezo, daar kraait geen haan naar!
Toch voelt de molenaar zich niet op zijn gemak. Haarfijn heeft hij aangevoeld, wat die kerel van
Haarfijn heeft hij aangevoeld, wat die kerel van plan is en hij weet het, eigenlijk is het zijn plicht om Adriaan van der Zande te waarschuwen. Het is waar, de boer heeft de man helemaal niet netjes behandeld, maar om uit wraak de boerderij zo maar te laten verbranden, dat is toch wel een f beetje te erg. Molenaar Stolk voert een hevige strijd in zijn binnenste.
Wat moet hij doen?
Dat het nu juist bij Van der Zande moest zijn, anders was het niet moeilijk. Dan ging hij er onmiddellijk op af
Maar nu...?
En dan bij Adriaan van der Zande?
Telkens schudt Stolk zijn hoofd. Onrustig loopt hij heen en weer.
Onrustig loopt hij heen en weer.
Wat moet hij doen? Wat moet hij doen?
Zal hij Adriaan van der Zande gaan waarschuwen, óf..?
Met een norse trek op zijn gezicht stopt hij de molen, zodat de wieken weldra stilstaan.
Daarna klimt Stolk langzaam naar boven tot in de kap. Door een klein ruitje ziet hij het dorp liggen en de kronkelende Lekdijk met daar achter de rivier die als een zilveren lint het landschap van weilanden doorsnijdt
Een tijd lang staart hij op de hofstee van de Van der Zandes.
'Vredenhof heet de hofstee tegenwoordig. De naam staat op het hek heeft hij gezien.
In zijn hart verwenst de molenaar de kerel die hem zo van zijn werk heeft gehouden. Hij had liever gehad, dat hij was achtergebleven, dan had hij nu tenminste ook niets geweten.
Maar nu...?
Plotseling richt molenaar Stolk zich op en een vastberaden trek komt er over zijn gezicht.
Wat heeft hij er feitelijk mee te maken? Niets toch!
Iedereen moet voor zichzelf zorgen en wat er met de boerderij van Adriaan van der Zande gebeurt, kan hem totaal niets schelen. Het is misschien wel goed, dat die lui eens een toontje lager zingen. Stolk neemt zich voor er niet meer aan te denken en loopt de trap af naar de begane grond. Door al die narigheid is hij met het middageten veel later dan anders. Weet je waf hij eet voor deze keer brood, anders komt hij vanmiddag misschien nog te laat bij zijn klanten en daar voelt de molenaar niets voor. Hij is een man van de klok en daarmee uit.
Zo gezegd, zo gedaan en nauwelijks een kwartier later heeft hij vijf boterhammen met spek verorberd.
HOOFDSTUK 4
Molenaar Stolk gaat weer over tot de orde van de dag. Hij werkt zo hard, dat er zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd parelen. Hij wil vergeten, wat er bij Adriaan dreigt te gebeuren.
En toch... hij kan het niet vergeten. Telkens weer komt het hem in de gedachten. Wat een ellende toch.
Werktuigelijk laadt hij de wagen met zakken meel en spant het paard er voor. Ziezo, de bestellingen kunnen worden afgewerkt. Nog even controleert de molenaar of de molen en het woonhuis goed zijn afgesloten. Stel je voor. dat die vreemde sinjeur terug komt en hij is niet thuis. Hij kan er niet aan denken, want hij heeft wel gemerkt dat die man tot alles in staat is.
Enkele ogenblikken later rijdt molenaar Stolk naar het dorp, waar het grootste deel van de lading bij de bakker wordt gelost.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 november 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's