Klinkerlandse Klokjes
Wellestreepsedijk tussen Herkingen en Nieuwe Tonge. Op deze laatste dinsdag in oktober hangen donkere nevels over velden en wegen. Voorbij De Klaver laten we ons van een afrit glijden de Galgweg op in de polder Klinkerland. Links passeren we Oude Dominé en dan volgt de Klinkerlandse (Bosse)weg.
In deze omgeving zijn we opgegroeid. Hebben er gespeeld en in de schoolbanken met een kroontjespen dik en dun geschreven. Vervolgens gewerkt voor het dagelijks sneetje brood. Hier komen we dan nog al eens bekenden tegen. Vandaag niet. Op deze sombere morgen zitten er in het dorp nog veel met het aardappelschilbakje op hun schoot. Vogels begroeten ons. Ontelbaar veel. Een paar honderd meter vóór Krammerzicht parkeren we het bejaarde fordje op een verhard stuk dam. Naast het plekje waar we nog maar acht weken geleden hebben kennis gemaakt met een stelletje Pispotjes. Ze zijn zó mooi op de plaat gekomen dat ze een hoofdletter verdienen. Even terug naar dat uurtje in augustus.
Haagwinde
We fietsen een beetje gehaast overal voorbij. „Moet je dié nu niet hebben"? vraagt moeder. „Wie, wat bedoel je? Kijk daar, aan de slootkant." Ja, dan kun je maar beter toegeven en teruggaan.
De berm biedt een goede zitplaats met in het talud een polletje als voetbank. Er staat van alles in de nu kurkdroge watergang. Riet, biezen, varenachtigen, soort roosjes en stevige grassen.
Een uitgelezen gezelschap voor Calystegia sepium om er te wortelen, te groeien en te bloeien. Haagwinde dus. Wat hebben we er vroeger veel van uit heggen en sloten getrokken voor de konijnen. Die planten werden toen in hun lianengedrag wreed verstoord maar het knabbelende kleinvee genoot ervan.
Klimmend
Calystegia komt van de griekse woorden kalux en stege wat zoveel wil zeggen als kelkomvattend. Dat slaat dan op de twee schutbladen van de bloemen. Sepium betekent haag. En haagwinde geeft aan dat de plant zich om een ander windt ten einde verder en hogerop te komen. Voor een goed houvast maakt de top van de stengel zoekbewegingen. In ruim een uur, zegt de Flora van Oudemans, is de top in een cirkel rondgedraaid. Er moet dus wat geduld voor worden opgebracht. Vandaag echter blijven we zolang niet zitten. Tijd genoeg, dat wel. maar het past nu niet in het schema van deze dag. Dat komt ervan als je niet zo gemakkelijk kan loskomen van een vastgeroest ritme. Maar ja... Haagwinde draait ook altijd hetzelfde rondje. Kruipend, klimmend tegen de wijzers van de klok in. Een uurwerk gaat, als u er voor staat, rechtsom. Winde doet het andersom, naar links, zo uit de schaduw naar het licht.
Nachtwerk
In de bladoksels verschijnen de prachtige sneeuwwitte, reukloze, klokvormige bloemen. Als het slecht weer is doen ze de vensters dicht. Overigens zijn ze ook in het donker geopend, want ze worden bestoven door nachtvlinders. Eén ervan is de Windepijlstaart.
Een knaap van een insekt met een roltong die tweemaal zolang is als het eigen lichaam. Moet ook wel want de Pispotjes hebben hun nectar diep weggestopt. Bovendien moet de pijlstaart als een Kolibrie voor de bloem gaan hangen. En dan is het makkelijk een lang zuigtoestel bij de vleugels te hebben.
Waarom zo moeilijk, als een helicopter, in de lucht hangen? Wel, dagbloeiers hebben een landingsbaan voor de insekten waarmee ze ook de bestuivers lokken. Die vlinders en hommels gaan op hun gemakje zitten snoepen. Nachtbloeiers leggen geen loper uit. Die bezitten geen aankomstplatform. Daarom moeten de nachtbestuivers zwevend aan hun kostje zien te komen. Maar ze kunnen daarbij soms wel hun hart ophalen want windesoorten zijn rijk en gul met snoepgoed.
Zwart-wit Zo, we zijn weer terug bij nu. Eens kij
Zo, we zijn weer terug bij nu. Eens kijken wat er van onze winde is geworden. Het tweetal bestaat alleen nog maar op de plaat. Bladeren zitten vergeeld en verschrompeld tussen de eveneens verruigde vegetatie. De windingen zijn nu veel beter te zien.
Ook het verschijnsel dat zo"n slingerende top wel eens overstapt naar een andere steunplant in de buurt. Daarbij helpt de wind graag een vlaagje mee.
Béééhh, een schaap roept. Het dier staat vlakbij achter het schrikdraad. Rechts is er een kale akker, tenminste ontdaan van de veldvruchten. Het ziet er nu zwart en wit van de spreeuwen en meeuwen. Zo hier en daar stapt er een kievit parmantig rond. Valt op door een meer deftig gedrag. Het spreeuwvolk krijgt nu een dolle bui. In een opwaaierende sliert verheffen ze zich van de kale kluiten en zwenken golvend in het sloottalud. Die zullen wel eens even laten zien hoe ze schransen kunnen. Ze komen geen spelletje voor ons opvoeren. In de ruigte van de sloot, vooral daar waar de krooshaak nog niet is langs geweest, zitten insekten en vertegenwoordigers van ons kruipend gedierte. Kijk ze maar eens druk doende links en rechts buit wegsnappen.
Leefritme
Er komt wat wind. Nevels vluchten weg en de zon is erbij. Verderop wuiven de toppen van turk.se tarwe, velden mais. aan de groene vlakten van het Paardegat. Langs de zeedijk weten ook drie windmolens dat het waait. Ze draaien hun rondjes rechtsom, als u er voor de wind naar kijkt. De twee buitenste turbines blikken even een andere kant op.
Ons schaapje is gaan herkauwen. Kijk. daar komt weereen prop. Eens zien hoelang ze erover doet. Zó. nog geen halve minuut. Hebben we dat wel juist bekeken? Nog eens. Opgelet. Daar is er weer een. Eéne. tweed, drieé.... Slik. Twintig seconden.
Een stukje leefritme van mevrouw Schaap bij het rustend voedingsstelsel van twee klinkerlandse klokjes.
J. V. P.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1991
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's