Oratie oud-Middelharnis Professer Kamerling
Onder grote universitaire en industriële belangstelling, en in aanwezigheid van familieleden, vrienden en bekenden, heeft de oud-Middelharnisser Prof. Dr Hans Kamerling op vrijdag 20 september in het Academiegebouw van de Utrechtse Universiteit officieel zijn ambt van bijzonder hoogleraar in de Organische Chemie der Natuurstoffen aanvaard, met het geven van een openbare les, getiteld 'Suiker Spinnen'. In zijn rede ging Kamerling uitvoerig in op het belang van de chemie en biochemie van koolhydraten of wel suikers voor wetenschap en samenleving.
Het maatschappelijk belang van dit sterk aktuele wetenschapsgebied moge blijken uit de volgende passages uit zijn college. Het aandeel van koolhydraten in de bio
Het aandeel van koolhydraten in de biomassa, de verzamelnaam voor alle groene grondstoffen, bedraagt meer dan 50% en is daarmee hoger dan welke andere groep van natuurprodukten. Voorbeelden van kleine koolhydraatmolekulen zijn: (1) bloedsuiker (glucose) in relatie tot suikerziekte; (2) onze kristalsuiker (sucrose), een produkt van de bietsuikerindustrie: (3) melksuiker (lactose), een produkt van de zuivelindustrie. Lactose, gewonnen uit kaaswei, vindt toepassingen in de farmaceutische en voedingsmiddelenindustrie. Het lineaire glucose polymeer cellulose is het meest voorkomende polymere koolhydraat én organische materiaal op aarde. Het is het hoofdbestanddeel van de
Het is het hoofdbestanddeel van de plantencelwand en de natuurlijke cellulose-leveranciers zijn voornamelijk hout en katoen. Als zodanig is cellulose een belangrijke grondstof voor o.a. de papier- en de vezelindustrie en chemisch gemodificeerde celluloses hebben legio toepassingen. Aardappelen, tarwe en maïs zijn typische bronnen voor zetmeel. Zetmeel is in feite een mengsel van twee glucose polymeren, namelijk amylose en amylopectine. In de levensmiddelenindustrie, maar ook in de papier- en kartonindustrie, wordt uitvoerig gebruik gemaakt van (gemodificeerde) zetmelen. Aardperen zijn rijk aan een ander interessant polymeer koolhydraat, namelijk het fructose polymeer inuline. Zowel cellulose, zetmeel als inuline genieten momenteel grote belangstelling als mogelijke groene grondstoffen voor de bereiding van biologisch afbreekbare plastics en groene wasmiddelen. Pectines, xanthanmgom en alginaten zijn natuurlijk voorkomende polymere koolhydraten en voortreffelijke verdikkingsmiddelen, en daarom interessant voor de voedingsmiddelenindustrie. Melkzuurbacteriën zijn niet weg te denken uit de zuivelindustrie, met name de door deze bacteriën geproduceerde polymere koolhydraten dragen bij tot het visceuze karakter van yoghurt. Arabische gom, een polymeer uit planten, is één van de oudst bekende lijmsoorten.
In de medisch-biologische hoek komen heel andere aspekten van koolhydraten aan de orde. Koolhydraatketens gekoppeld aan andere natuurstoffen, zoals eiwitten of vetten, komen veelvuldig voor op aarde. Bijna alle dieriijke eiwitten dragen korte of langere koolhydraatketens, van belang voor het biologisch gedrag van deze biopolymeren. Specifieke bloedgroepen, zoals die van het ABO systeem, zijn direkt te vertalen
ABO systeem, zijn direkt te vertalen naar specifieke kleine koolhydraatstrukturen, aanwezig als struktuurelement van deze chemische stoffen. De rol van koolhydraatketens, indien gekoppeld met eiwitten of vetten, in de biologische kommunikatie zoals in cel-cel. cel-molekuul en molekuul-molekuul interakties, wordt dezer dagen steeds meer onderkend. Kommunikatie op submicroniveau, resulterend in zowel plezierige als onplezierige effekten in ons lichaam. Bijvoorbeeld, bij bepaalde infektieziekten, zoals cholera, is de eerste stap in het infektieproces de binding van de bacterie aan een zeer specifieke koolhydraatketen van een vetachtig molekuul. Afbraakstoornissen in de koolhydraatketens van menselijke eiwitten leiden tot ziektebeelden, welke reeds op jeugdige leeftijd fatale gevolgen kunnen hebben. In geval bacteriële infekties, leidend tot bijvoorbeeld longontsteking, hersenvliesontsteking of middenoorontsteking, spelen specifieke polymere koolhydraten aan de buitenkant van de bacterie een belangrijke rol, en in principe is een vaccinatie met geïsoleerde polymere koolhydraten mogelijk. Het sterk visceuze hyaluronan, aanwezig in bijvoorbeeld het glaslichaam van de ogen en de synoviaalvloeistof van de gewrichten, is belangrijk als biologisch smeermiddel. Ook de hanekam is een rijke bron van hyaluronan, en het is dit polymere koolhydraat dat tegenwoordig veelvuldig wordt toegepast als hulpmiddel in de oogchirurgie. Het polymere koolhydraat heparine, voorkomend in verschillende dierlijke weefsels, bezit de eigenschap de stollingstijd van bloed te verlengen, hetgeen de grote belangstelling van de farmaceutische industrie verklaart. Een veelzijdig gebied dus waar in de komende jaren nog heel wat van te verwachten is.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 september 1991
Eilanden-Nieuws | 16 Pagina's