Nieuwe boeken

Het was op 1 april jongstleden twintig jaar geleden dat het eerste nummer van het Reformatorisch Dagblad van de persen rolde. Een nieuw dagblad voor een zich emanciperend volksdeel! De krant bestaat nog steeds. In een dagelijkse oplage die naar de zestigduizend toegroeit.

Nu is de viering van een 20-jarig jubileum niet zo gebruikelijk. Maar op die datum eerder dit jaar gebeurde nog iets.

De direkteur. man van het eerste uur, de heer K. Bokma. nam afscheid. Deze twee samenvallende feiten nu gaven aanleiding om 'toch iets te doen'. Gekozen werd voor een speciale publikatie in boekvorm. De bedoelinga was een nadere bezinning over de plaats van het Christelijk dagblad in de huidige samenleving en over de toekomst van de Christelijke dagbladpers. Een pas op de plaats dus èn een blik vooruit. Voorzover dat mogelijk is. Een keur van medewerkers werd aangetrokken. De oud-chef-redacteur. de heer B. van der Ros. nam de eindredactie op zich.

Inmiddels ligt de bij Groen te Leiden uitgekomen bundel op tafel. Het is geen boek uit eigen huis geworden, ik bedoel: samengesteld uit de eigen redactiestaf van de krant. Daarvoor had gekozen kunnen worden. Het is niet gedaan. Van hen levert alleen de eigen hoofdredacteur een bijdrage. Merkwaardig dat ook geen van de initiatiefnemers rond 70 als mede-scribent staat genoteerd. Uitgenodigd zijn twaalf mensen uit de breedte van de Gereformeerde Gezindte die in een wat verdere kring als (kritisch-) betrokkenen om de krant heen staan; een deel van hen levert/leverde daarin incidenteel of regelmatig een bijdrage.

Ik moet volstaan met een opsomming van wat dit boek biedt. Veel informatie en heel wat stof tot verdere bezinning worden geboden, met name aangaande de verhouding binnen wat ik in dit verband de 'vijfstaf noemt: gezin - kerk - school - samenleving - krant. De bijdragen zijn in alfabetische volgorde van de auteursnamen gerangschikt.

Me dunkt dat een meer thematische orde een beter beeld van de inhoudelijke struktuur van dit boek had gegeven.

Drs. R. Bisschop te Veenendaal schrijft over krant en eigen kerkelijke identiteit.

Dit artikel is, na de inleiding van de samensteller, een goede binnenkomer. Verder wordt geschreven over krant en

Verder wordt geschreven over krant en politiek (drs. W. Dekker), krant, kerk en samenleving (ir. J. van der GraaO. krant en reclame (dr. J. Hoek), krant en verzuiling (drs. C. S. L. Janse), krant en gezin (drs. C. J. Meeuse),/(ranreii ethiek (dr. W. H. Velema) en krant en onderwijs (drs. D. Vogelaar). Dr. E. Diemer, oud-hoofdredacteur van De Rotterdammer, schrijft over krant, journalist en lezer, terwijl de huidige hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, drs. J. F. de Vries, zijn visie betreffende de toekomst van de christelijke krant biedt. Tot slot geeft de heer Van der Ros een korte schets van de geschiedenis van de christelijke dagbladpers. Een aantal registers besluit deze waardevolle bundel.

De plaats van een krant als het RD binnen de kring van haar lezers is een heel eigene. Daarop wijst met name de heer Bisschop. Haar positie wordt gekenmerkt, zo zegt hij, door een dualiteit: ze is gids en chroniqueur. Enerzijds is bet haar taak en doelstelling om dienstbaar te zijn aan de Gereformeerde Gezindte, in trouw aan haar geschiedenis en aan Gods Woord, anderzijds ontleent zij de rechtvaardiging van haar bestaan voor een groot deel aan de berichtgheving over datgene wat zich buiten die gezindte afspeelt (21). aldus Bisschop. Het is duidelijk dat tussen de ene en de andere funktie een konstante spanning bestaat. Deze dubbelfunktie maant tot grote behoedzaamheid. Ondertussen is er nog een ander span

Ondertussen is er nog een ander spanningsveld binnen de grenzen van het terrein waar het RD dagelijks bezig is. Eén dat wellicht nog grotere moeite met zich mee brengt. Ir. Van der Graaf wijst erop: Feit is dat een 'reformatorisch' hetend dagblad opereren moet in een hopeloos verdeelde kerkelijke situatie, de Drie Formulieren van Enigheid, waarop de onderscheiden kerkelijke kringen zich beroepen, ten spijt. Hoc zit het dan - en vooral, hoe móet het dan als het gaat om de drie hoofdmomenten, die voor het dagelijkse beleid van een krant essentieel zijn: de nieuwsgaring, de nieuwsselektie en het commentaar op het nieuws (49)? Van der Graaf tracht zelf in het vervolg van zijn bijdrage antwoord op deze vragen te geven. Ook hoofdredacteur Janse bespreekt deze problematiek als hij de betekenis van de 'eigen' krant schetst.

Middelharnis J.M.J. Kieviet

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen