Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE BOERIN VAN �VERDENHOF�

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE BOERIN VAN �VERDENHOF�

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Weemoed komt er in het hart van de boer, weemoed over alles wat voorbij is gevlogen. Als in een flits ziet boer Van der Zande zijn leven voorzich. Watiser toch eigenlijk veel gebeurd, de achterliggende jaren. Wat een gelukkige tijd was het toch, toen zijn vrouw nog leefde. Wat was er toch veel veranderd na haar dood. Gelukkig, dat Marie bij hem was gekomen. Adriaan staat voor het bedrijf, daar valt niets van te zeggen, de jongen doet goed zij n best en zal het straks alleen best rooien, als hij maar niet te veel nieuwigheden op zijn nek haalt. Al shet aan Adriaan gelegen had, was de hofstee al veel moderner geworden, maar hij heeft verscheidene dingen nog tegen kunnen houden. Je kunt beter alles bij het oude houden is zijn standpunt en daarmee uit.

Straks, als het tenminste doorgaat, zal hij definitief afscheid nemen van de boerderij met alles wat er gebeurt. De boer wordt er even stil van. Het zal hem nog niet meevallen, dat hij zich niet meer met de gang van zaken op de hofstee kan bemoeien. Zo is nu het leven, het is komen en gaan. De Bijbel zegt, het ene geslacht komt, het andere gaat.

Als Tonia, de dochter van Stam, nu maar net zulke goede boter en kaas heeft als Marie, dan heeft hij niet te klagen. Je kunt van Marie zeggen wat je wil, maar topkwaliteit boter en kaas heeft ze. Vraag het maar aan de kaashandelaren, ze zullen het je direkt vertellen. Wonderlijk is toch alles gegaan. En dat hij nu

Wonderlijk is toch alles gegaan. En dat hij nu naar dat meisje toegaat, dat hij als vrouw voor Adriaan had bestemd. Alles was al in kannen en kruiken met de oude Wirts, maar Adriaan wilde niet. Zo is alles misgelopen en gelukkig maar, achteraf gezien. Van dit huwelijk was totaal niets terecht gekomen, daar is hij nu vast van overtuigd. Neel kent niets van het boerenwerk en kan niet

Neel kent niets van het boerenwerk en kan niet eens met de karnton omgaan. O, wat was hij dwaas geweest om alleen maar op het grote vermogen van Wirts te letten. En als de Heere zijn hart niet had omgebogen, tijdens zijn ziekte, och, laat hij er maar niet meer aan denken, het is alles nu goed en Tonia's vader heeft alle hulp van hem gekregen, die hij nodig had om voor zichzelf te beginnen. Hij is altijd nog blij, dat hij dit heeft gedaan en vooral als je ziet dat het goed gaat. Tien prachtige zwart-bonte koeien staan er op het ogenblik in zijn stal en wat wil je dan nog meer.

Die Stam komt nog eens in goeie doen, let maar eens op. Zo heeft hij het onrecht dat hij Stam heeft aangedaan volledig vergoed, nadat hij hem op staande voet als arbeider had ontslagen, omdat hij niet wilde dat Adriaan met de dochter van Stam ging. Wat was dat toen toch een nare tijd en hij, de boer, was er zelf de oorzaak van geweest.

De boer is zo diep in gedachten, dat hij bijna het huis van Neel Wirts voorbijloopt. Juist op tijd ziet hij het en even blijft hij staan om het huis nauwkeurig op te nemen. Het ziet er allemaal goed onderhouden uit, al zal binnenkort de schilder er wel aan te pas moeten komen. En die ramen zou hij ook wel anders willen hebben. Maar dat is van latere zorg. Ook de tuin zou hij veranderen, je kunt wel zien, dat Neel er de laatste tijd niet veel aan heeft gedaan.

Dan belt boer Van der Zande aan...

HOOFDSTUK 3

BoerVan der Zande staat bij de voordeur van het renteniershuis. Zojuist heeft hij aangebeld en wacht tot iemand opendoet.

Neel Wirts schijnt echter geen haast te hebben of misschien heeft zij de bel niet gehoord. De boer begint al een beetje ongeduldig te worden. Het is koud buiten en ondanks het feit dat hij zijn duffelse jas heeft aangetrokken, huivert hij. Het wil ook maar geen voorjaar worden. Een

Het wil ook maar geen voorjaar worden. Een strenge winter is het niet geweest dit keer, maar hij heeft wel lang geduurd en het voorjaar laat zich nog niet zien. De enkele dagen die de lente oud is hebben alleen nog maar koude gebracht. Als het zo doorgaat, zal het vee pas laat de weilanden in kunnen. Hè, is Neel er nou nog niet? Dan trekt hij nog een paar keer aan de bel en ja

Dan trekt hij nog een paar keer aan de bel en ja hoor. eindelijk hoort hij gerucht.

Juist op tijd, anders was hij beslist weggegaan. De eerste keer heeft Neel de bel zeker niet gehoord.

Enkele ogenblikken later gaat de deur open en verwonderd kijkt Neel Wirts de boer aan. Sinds de dood van haarvader, half december vorig jaar, is Van der Zande niet meer in het renteniershuis geweest en nu staat hij plotseling voor haar. Zij is te verbouwereerd om de vader van Adriaan

Zij is te verbouwereerd om de vader van Adriaan binnen te laten en pas als deze vraagt of hij haar even zou mogen spreken, nodigt zij hem uit binnen te komen en naar de huiskamer te gaan.

Neel is bleek geworden en voelt zich zenuwachtig. Wat moet de boer van haar? Zij weet het niet en daarom wacht zij maar af.

In één oogopslag ziet boer Van der Zande dat alles nog bij het oude is gebleven. Zelfs de stoel van de rentenier staat nog op de plaats waar de overiedene altijd zat. Als je niet beter wist, dan zou het helemaal niet vreemd zijn, als de oude Wirts plotseling zou binnenstappen. Aan de schoorsteen, in het pijpenrek, hangen een aantal pijpen, die de rentenier altijd heeft gebruik' Van der Zande kan het zich nog goed herinneren, dat de kamer soms blauw van de rook zag. Wirts was altijd een stugge roker geweest.

„Ja. kijk eens Neel"", begint de boer, nadat hij op de stoel was gaan zitten, die het meisje bijgeschoven had. .je moet het me maar niet kwalijk nemen, dat ik gekomen ben. Ik zeg maar zo, je moet er direkt werk van maken, voordat er andere kapers op de kust komen. Ik zal dan maar met de deur in huis vallen Neel, ik heb gehoord, en ik weet natuuriijk niet, of alles honderd procent waar is, dat je het dorp gaat vertaten en naar de stad zult vertrekken". Neel knikt.

Neel knikt.

„Ja"', zegt zij een beetje droefgeestig, „je bent goed ingelicht Van der Zande. Ik ga inderdaad het dorp vertalen. Nu vader gestorven is, is het hier zo eenzaam geworden, en ik weet niet, hoe ik de dagen door moet brengen. Het is allemaal even saai, elke dag is precies hetzelfde".

Neel zwijgt even en boer Van der Zande kijkt het meisje medelijdend aan. Hij voelt, dat hij er niet goed aan heeft gedaan dat hij niet eens eerder naar het meisje is gegaan. Hij proeft de eenzaamheid waarin Neel verkeert. Tjonge, wat jammer toch, dat hij daar niet eerder erg in heeft gehad.

Het is niet ie zeggen, wat Neel al heeft afgetobd, zo helemaal alleen.

„Je komt ook nooit meer op de hofstee", zegt de boer, „Marie heeft het al zo dikwijls tegen me gezegd, waar die Neel toch blijft, weet "ïk niet. maar ze weet ons zeker niet meer te vinden". En op zachte toon voegt hij er aan toe: „ook al is

En op zachte toon voegt hij er aan toe: „ook al is het met Adriaan niets geworden, toch ben je altijd welkom hoor.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 september 1991

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

DE BOERIN VAN �VERDENHOF�

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 3 september 1991

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's