Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nieuwe boeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nieuwe boeken

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verklaring van de Bijbel door Johannes Calvijn. Jeremia/Klaagliederen (deel 4). Uit het Latijn vertaald door drs. A. Maljaars. Met tekst­ en zakenregister. Uitgeverij De Groot Goudriaan te Kampen. Gebonden. 353 pag. Prijs/82,50.

Weer kwamen twee van die prachtige delen uit in de serie bijbelverklaringen van Calvijn. Wie alle tot dusver verschenen banden bezit, heeft daarmee al een respectabele rij op de plank staan.

De inhoud van Jeremia 48 t/m 52 alsmede Klaagliederen worden in dit deel behandeld. Ook weer op de gebruikelijke wijze. Tekst voor tekst. Vaak midden in de uitleg van een vers breekt Calvijn af ­ het alsdan uitgesproken gebed is ook steeds opgenomen ­ om de volgende keer weer verder te gaan op het punt waar hij was gebleven. De laatste zin van dit deel is in dit verband sprekend: ..Omdat het de broeders behaagt, zal ik morgen een begin maken met de uitleg van Ezechièl". Het gaat hier om colleges (praelectiones: voorlezingen) die Calvijn in het auditorium te Geneve voor zijn studenten hield; in dit geval in de jaren 1562/1563. Dus vrijwel aan het eind van zijn leven. Hij stierf immers in 1564. Bij lezing treft telkens weer de gedegen

Bij lezing treft telkens weer de gedegen en aktuele maar zeer Schriftgebonden verklaring van Calvijn. Over 'Jeremia" schreef ik al eerder. Daarom nu nog enige aandacht voor'Klaagliederen" We kunnen, zo schreef hij in zijn Inleiding, groot profijt trekken uit dit boek. Immers, in voorspoed is het makkelijk om Gods genade hoog te roemen, ook om degenen die nog geen goede hoop hebben tot het geloof aan te sporen, en Gods beloften naar voren te brengen, opdat het hart van de vromen daarop zou steunen. Maar wanneer alles hopeloos is en God Zijn kerk verlaten lijkt te hebben, als dän toch nog de profetie werkzaam is en God verschijnt om aan ellendige en nagenoeg wanhopige men­ .sen de hand toe te steken, ja. dan zullen we daar veel baat bij hebhen. En dat is de belangrijkste les die hier geleerd wordt.

Zo rustte Calvijn zijn studenten toe. En we weten wie het waren. Jonge mannen uit heel Europa, veelal afkomstig uit gebieden waar de kerk der Reformatie bloedig werd vervolgd. Hun werd geleerd de Schriften te verklaren en zo de jonge gemeenten te funderen op de vaste grondslag van Gods getuigenis. Zodat (om met Calvijn te spreken) het volk in deze ellendige omstandigheden toch de moed had om de toevlucht te nemen tot Gods barmhartigheid, iets wat niet mogelijk is zonder een vast vertrouwen. Verklaring van de Bijbel door Johannes Calvijn. Daniël, deel 2. Uit het Latijn vertaald door ds. J. F. Wijnhoud. Uitgeverij De Groot Goudriaan te Kampen. Gebonden. 353 pag. Prijs/68,50.

Dit is het tweede en laatste deel van Calvijns commentaar op Daniel. Ook deze verklaring is doorCalvijn als collegestof aan zijn studenten voorgehouden. Iets eerder dan Jeremia/Klaagliederen. namelijk in 1559 en 1560. Het profetenboek van Daniel is niet het gemakkelijkste. Met name niet het tweede gedeelte, dat deel dus dat in deze band nader wordt verklaard. We vinden hier de dromen en gezichten die aan hem werden getoond. Daarin voorzegt God wat het volk allemaal te wachten stond. Na de zeventigjarige ballingschap nog veel meer oordeel en rampspoed.

En wat was nu Gods bedoeling met deze visionaire profetie? Calvijn: Ofschoon God toelaat dat men Zijn vo/A ellendig aftuigt, toch zal Hij bewijzen dat Hij Zijn zorg voor dat \olk niet heeft laten varen. Door het licht der profetie, dat Goddelijk getuigenis!, zal het altijd \oor hen duidelijk zijn dat Hij bij de Zijnen is (op 10:14).

Calvijn wijst erop dat na Daniel geen profeten meer waren overgebleven die van mond tot mond konden overleveren wat hun door God was opgedragen. Toch bloeide de leer van Daniel nog vele eeuwen na zijn dood en bleef ze hèt middel om de harten van de vromen te versterken en hun te laten zien dat Gods verbond ondanks alles vast blijft, en dat God ­ ofschoon de Kerk op allerlei manieren geschokt en geschud zou worden ­ toch Zijn trouw houdt aan Zijn beloften, tot Hij Zijn Kerk geheel en al zou verlossen door Zijn eniggeboren Zoon.

De troostende werkelijkheid dat God Zijn Kerk bewaart, is dus ook in dit boek de toespitsing van de prediking, aldus Calvijn. Op veel plaatsen maakt hij dat ook aktueel aan de hand van de feitelijke situatie van zijn eigen dagen. De tweede helft van Daniels profeten­ boek bevat ook dat aangrijpende negende hooidstuk ­ het smeekgebed van Daniel. Het is de moeite waard, zegt Calvi|n. op de inhoud van dat gebed eens te letten. Is het gebed niet de voornaamste oefening van het geloof.' In zijn verklaring trillen de snaren van Calvijns eigen ziel als het ware mee. Nog steeds vindt de mening aanhang dat Calvijn zo afstandelijk en onaandoenlijk is. Een emcftieloze man ­ zo is het beeld van hem dat al eeuwen in stand gehouden wordt. Zijn preken en colleges, nog meer­ zijn brieven en gebeden, weerspreken die gedachte echter overtuigend. Althans ­ voor wie zijn woorden op zich wil laten inwerken. Lees eens zijn commentaar op de Psalmen; lees ook eens 'Daniel 9". Ik zal niet trachten het aan te tonen....

Zoals in veel van de andere banden, zijn ook in dit deel de door Calvijn uitgesproken gebeden opgenomen. Opmerkelijk is dat steeds weer het woordje 'totdat" daarin voorkomt. Het tekent ons dat Calvijn het leven der hoop beoefende. De overdenking van het toekomende leven was bij hem een levende werkelijkheid. Een willekeurig voorbeeld van zo"n gebed (p. 138) neem ik ten.s­lotte over Geef Almachtige God. dat w'; ­ aange

Geef Almachtige God. dat w'; ­ aangezien er \ooi ons geen andere toegang tot U openstaat dan die \an ongeveinsde nederigheid ­ ons stect/s weer veriicdere;i en xerootmocdigen. en dat echt berouw\ol. Mogen wij onszelf mishagen en niet voLstaan met een enkele belijdenis \an onze ongerechtigheden, maar mogen wij \oortdurend bezig zijn met het o\erdenken daan an. en meer en meer dat alles betieuien Mogen wij in dat geval de toevlucht nemen tot Uw barmhartigheid. \oor IJ op de knieën \allen in de binnenkamer, en eikennen dat er \oorons alleen maarte hopen \alt op L/w barmhartigheid en de tussenkomst \an Uw eniggeboren Zoon. Mogen wij zo met U xerzoend zijn. dat niet alleen onze zonden afgewassen worden, maar dat ook heel onze levensgang moge bestuurd worden door Uw Geest, totdat wij eindelijk ­ na in elke strijd de overwinning behaald te hebben ­ bereiken die zalige rust. die 11 ons bereid hebt door deze onze Heere Jezus Christus. Amen. Middelharnis J. M. J. Kieviet

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1991

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's

Nieuwe boeken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 augustus 1991

Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's