Exploitatie De Staver blijft gemeente Middelharnis zorgen baren

Het krachtig verweer van weth. Tiggelman, die op verschillende fronten werd aangevallen, bleek niet voldoende om een meerderheid aan stemmen voor het voorstel, om het tekort van ƒ 100.360,- aan te vullen, te verkrijgen. Ook de waarschuwing van burg. mevr. Sleurink: „u legt een tijdbom onder De Staver", was vergeefs. De uiteindelijke stemverhouding van 8-8 (dhr. Quist, SGP/RPF, was wegens vakantie afwezig) betekent dat dit agendapunt bij de volgende raadsvergadering weer aan de orde zal komen. „Het College krijgt een maand de tijd om maatregelen te nemen", zo bleef dhr. v. d. Berg bij zijn mening. Nadelig exploitatiesaldo De jaarrekening voor het dienstjaar 1990 geeft een nadelig exploitatiesaldo te zien van ƒ 153.369. Via de gemeentebegroting 1990 werd een bedrag gevoteerd van ƒ 53.009. Blijft overeen bedrag van ƒ 100.360. Dit nadelig bedrijfsresultaat werd in belangrijke mate veroorzaakt door de tegenvallende lagere onderwijsvergoedingen voor het gebruik van de sporthal. Deze ontvangsten zijn belangrijk lager dan het bedrag waarvan uitgegaan was. Andere oorzaken zijn o.a.: * stijging personeelskosten (als gevolg van ziekte van de assistent-horecamanager). * ingebruikname Prieel; aanloopkosten. * minder aantal bezoekers zwembad. Zonder deze tegenvallers zou, volgens het College, behoudens de lagere onderwijsvergoedingen, de doelstelling van de zogeheten nullijn wellicht zijn bereikt.

Trots op De Staver

Mevr. Vernooy (PvdA) zei trots te zijn op De Staver, „en mag best geld kosten". Ze onderschreef overigens het streven naar de nullijn.

Dhr. Hutink (CDA) had de idee dat het met De Staver nog niet zo slecht ging. „De grote oorzaak van het exploitatietekort komt van buitenaf". Hij noemde hierbij de onderwijsvergoeding, die veel lager uitviel. Desondanks maande hij om de vinger aan de pols te houden.

Dhr. V. d. Berg (BVD) sprak zijn verontrusting uit over de financièle en bestuurlijke gang van zaken. „We krijgen er geen grip op".

Hij pleitte voor het budgetsysteem en het invoeren van maandoverzichten. Hij had over een aantal zaken zijn twijfels: „Is er wel een goed personeelsbeleid?" „Wie heeft eindverantwoording'?" „Zijn er jaarlijkse gelden gereserveerd voor onderhoud?"

Dhr. Vroegindeweij (WD) zou in de toekomst de onderwijspost liever uit de begroting weglaten. Het beeld van de exploitatie van De Staver zou dan duidelijker worden. „De Staver moet klokuren kunnen declareren".

Voorts vond hij de rapportage onvoldoende: onvolledig, de toelichting ontbreekt.

Dhr. v. d. Ketter (SGP) had naast principiële- ook financiële bezwaren. Hij conkludeerde dat De Staver te groot

Hij conkludeerde dat De Staver te groot van opzet was voor een gemeente als Middelharnis. Hij vreesde verder voor de gevolgen voor het teruglopen van de bezettingsgraad van de sporthal en het zwembad.

Dhr. Hoogzand zei om financiële reden niet met het voorstel van B en W akkoord te kunnen gaan. Hij had in het verleden meermalen gewaarschuwd voor de grote financiële konsekwenties, vooral met de bouw van het Prieel. Evenals dhr. V. d. Ketterij vond ook hij de gemeente Middelharnis te klein voor een dergelijke accommodatie.

Weth. Tiggelman trachtte de raad, in gloeiende bewoordingen, ervan te overtuigen dat De Staver 'in de goeie lijn' zit. Hij meende dat er vooruitgang zat in het

Hij meende dat er vooruitgang zat in het behalen van de nullijn. „Het gaat zo slecht nog niet".

Hij noemde vervolgens de oorzaken („waar we niets aan kunnen doen") waardoor het grote tekort was ontstaan.

„Maar we zullen het beleid krifisch blijven volgen; op de voet".

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen