Het Bikkelspel
In Ouddorps' museum aan de Raadhuisstraat ziet u op de expositie over het vroegere onderwijs ook bikkels liggen. Het leek ons leuk om eens de spelregels van dit zeer oude straatspel uit de doeken te doen. We bevelen overigens deze expositie zeer bij u aan; het is de moeite waard er een kijkje te nemen. De vele attributen uit de schooltijd van vroeger (leesplankjes. Jaap en Gerdientje-boekjes, schirften, schooltassen enz.) roepen een heel vertrouwd beeld uit vroeger jaren op.
Bikkelen is al een zeer oud spel. dat vrijwel over de gehele wereld in diverse vormen werd gespeeld. In onze omgeving is het spel in de 17e tot en met de 19e eeuw zeer verbreid geweest, getuige de vele afbeeldingen op schilderijen, kinderprenten en tegels en de verhalen in boeken over folklore, kinderspelen enz. Momenteel kennen veel ouderen het spel nog wel maar de spelregels zijn vaak min of meer uit de herinnering verdwenen. Een enkeling heeft na de 2e wereldoorlog het spel bv. in een internaat of kostschool op de stenen bikkeltafel nog gespeeld. De bikkel, waarop het spel gebaseerd is, is een afvalprodukt, zoals zo vaak bij kinderspeelgoed van vroeger. In dit geval uit de slagerij, want de bikkel is een botje uit een schapepoot en wel het sprongbeen bij de hiel (latijn: talus). Soms werden ze rood geverfd. Ook werden metalen bikkels gebruikt, bv. van tin, messing, lood of zink. In Frankrijk zijn tegenwoordig plastic bikkels te koop en in Indonesië koperen. De bikkel heeft vier verschillende zijden, elk met een eigen benaming, van streek tot streek meestal verschillend: holle zijde: put of kuiltje of keerke bolle zijde: rugje of stoofke ene zijde: staander of stonderke (recht streepje) andere zijde: essel of eske (de letter s). Soms werden door middel van puntjes de verschillende zijden aangegeven. De bikkelbal of stuiter, die bij het spel gebruikt werd, was een grote gebakken knikker en later meestal een balletje van rubber of van leer gevuld met paardehaar. Bikkelen is een behendigheidsspel, meestal door meisjes gespeeld, liefst op een hardstenen blauwe stoeptegel of in het verre verleden op een grafsteen. De spelregels zijn in de loop der tijden telkens veranderd en van streek tot streek verschillend (vgl. knikkeren). Een veel gebruikte vorm van spelen was: de 4 bikkels laten vallen, met de ene hand de bal opgooien en na het stuiten weer opvangen en met de andere hand de bikkels ondertussen op dezelfde zijde leggen; eerst allemaal kuiltje en rugje. vervolgens staander en essel. De volgende ronde hetzelfde maar ondertussen de bal uit de lucht opvangen, vervolgens met de ene hand opgooien èn de bikkels omdraaien en dan met de andere hand opgooien èn omdraaien. Variaties bestonden in het oprapen van de bikkels, het vasthouden tussen de vingers en met één bikkel op de rug van de hand de andere omdraaien. Soms werd ook een van de bikkels opgegooid. Als men afwas mocht de ander verder gaan. In Frankrijk en België (en in Zeeuws Vlaanderen) werd wel met vijf bikkels gespeeld. Ook in Amerika kent men het spel nog met vijf bikkels (vgl. de engelse vertaling van bikkelen 'five stones"). Bij het bikkelen werden dikwijls versjes gezongen of liever opgedreund. Deze versjes waren weer voor iedere streek verschillend. Kent iemand nog zo'n versje?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 augustus 1991
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's