VERLOREN STRUD
„Dat bestaat niet", voegt hij er aan. „En ik verzeker je, dat het wel waar is. Je denkt toch zeker niet, dat ik zo maar wat zeg?"
antwoordt tante Marie op scherpe toon. „Je zou het anders best durven", zegt de boer op droge toon. De boerin wordt vuurrood van nijd. „Hou je opmerkingen maar voor je", snauwt ze, „ik weet wel wat ik zeggen en zwijgen moet Maar ik zegje nogmaals dat het zo is. Wacht maar af Ik zeg er nu niets meer van. je moet het nu zelf weten. Ik heb je gewaarschuwd en een gewaarschuwd man telt voor twee".
Boos gaat tante Marie weer aan het werk. Morgen komt de boterboer en dan moeten haar spullen in orde zijn.
Het is stil in de keuken, alleen de karnton piept en knarst.
De boer kan het eigenlijk nog niet geloven, maar de stellige toon van zijn zuster heeft hem verontrust en die onrust deed zijn wrevel toenemen.
..Als dat waar is...!"
Zijn ogen fonkelen als hij er aan denkt.
„Maar neen..., Adriaan zal zich niet vergooien aan de dochter van een arbeider, al is zij dan ook de dochter van een uitgespannen boer".
Een ogenblik komt er een mildere gedachte de boer beheersen. Tonia is toch wel een aardige gulle meid. Ze is ook flink, iemand die nooit verlegen staat en zij is een steun voor haar moeder. Zij is door iedereen in de buurt gezien en als Adriaan waarderend over haar spreekt, is dat goed te begrijpen.
Zeker! Zo zal het zijn. natuurlijk, het kan niet anders. Tante Marie kan 't best een keer mis hebben hoor. Zij zoekt overal iets achter. Het kan gewoonweg niet waar zijn. Adriaan kent zijn stand wel en weet, wat hij daaraan verplicht is.
Toch geeft deze redenering de boer geen rust. In huis kan hij niet blijven. Maarookop het erf achtervolgt hem de gedachte. Adriaan rijdt heterf af en het is duidelijk te zien. dat hij het ook niet naar zijn zin heeft. Het komt door het gesprek met vader. Die houdt maar aan over Neel Wirts. Plotseling schiet er een gedachte door zijn hoofd. Ja. dat doet hij. als vader er nog één keer over begint, dan zal hij hem ronduit zeggen, dat hij Neel Wirts niet moet hebben, maar Tonia Stam. Het is waar. hij kan beter eerlijk voor de dag komen. Je kunt zoiets toch niet stil houden, zeker niet op een dorp, waar steeds alle nieuwtjes uitvoerig worden besproken. Maar om de praatjes uit het dorp. dat geroddel, geeft hij biets, dat behoeven zij niet te denken. Als hij Tonia maar krijgt, daar is het hem om te doen. Het duurt niet lang, of hij rijdt de Dorpsstraat in.
Het duurt niet lang, of hij rijdt de Dorpsstraat in. Een eindje verder staat de smederij, maar eerst moet hij het huis van de rijke rentenier passeren. Als hij er voorbijrijdt ziet hij dat Neel in de prach
Als hij er voorbijrijdt ziet hij dat Neel in de prachtige siertuin aan het werk is. Bij het horen van de paardehoeven op de klinkers kijkt zij op. Meteen wordt het meisje vuurrood. Het is Adriaan van der Zande. Zou hij misschien... neen, hij rijdt verder.
Ook Neel werd door haar vader benaderd voor een huwelijk met de boerenzoon. Zij heeft er geen probleem van gemaakt. Zij voelde wel voor een huwelijk met Adriaan. Vader had gezegd, dat het voor haar vrijwel de enige kans was om nog getrouwd te raken. Ja, vader had gelijk, het moest dan maar. Ze vond Adriaan wel een aardige jongen. Het vreemde is echter, dat deze nog steeds niet is geweest. Zij zelf komt dikwijls genoeg op de hofstee, maar dan is Adriaan in velden nocht wegen te bekennen. De boer en tante Marie zijn altijd reuze aardig tegen haar. Zou Adriaan »het misschien niet weten, dat zij een smak met geld meebracht? Dat is toch ook wel belangrijk. Zij is enige dochter en erft straks alles van haar ouders.
Neen. ze hoeft niet op een paar centen te kijken.
En liefde? Vader zei dat dat wel in orde zou komen. Je moest naar elkaar toegroeien, volgens hem, dat was met hen ook gebeurd. Neen. Neel heeft geen problemen en bereidt zich al een beetje voor om boerin op de hofstee van Van der Zande te worden.
Adriaan steekt zijn hand op.
Neel Wirts beantwoordt zijn groet, maar met gemengde gevoelens kijkt zij de jonge boer na. Er komt twijfel in haar hart. Als Adriaan iets voor een huwelijk met haar voelde, dan had hij toch wel eens even een praatje kunnen maken. Niets van dit alles.
Neel kijkt Adriaan na totdat deze bij de smidse afstapt. Dan gaat ze weer aan het werk, maar in haar hart is zij er niet zo zeker meer van, dat ze boerin op de hofstee zal worden. Het zou haar spijten en voor vader zou ze het heel erg vinden.
Hij heeft er zo zijn best voor gedaan.
Adriaan is blij dat hij het huis van de schatrijke Wirts is gepasseerd. Hè. dat hij Neel nu ook nog moest zien. Ze moest eens weten hoeveel vader en hij al over haar gesproken hebben. Het is jammer voor het meisje, maar hij kan er zelf ook niets aan doen.
Er is bij de smid geen enkele klant. Gelukkig, nu kan hij tenminste direkt beginnen om het paard te beslaan.
De smid legt zijn zware voorhamer neer en veegt zich het zweet van zijn voorhoofd. Even praten zij over het weeren de hooioogst. Dan begint de smid zijn werk.
Plotseling zegt hij tot de jonge boer: ..Zeg Adriaan, wat heb ik gehoord? Ga jij met Neel Wirts de dochter van de rentenier trouwen?"
Adriaan kijkt verbluft naar de smid.
..Hoe weet je dat?" vraagt hij verbaasd.
De smid lacht en geeft Adriaan een knipoogje. ..Tjonge, tjonge kerel, dat zal heel wat opleveren,
..Tjonge, tjonge kerel, dat zal heel wat opleveren, want Wirts die heeft ze hoor".
Adriaan wordt boos.
.,Wie heeft deze praatjes verteld?"
„Het hele dorp weet het man", zegt de smid met pretlichtjes in de ogen en daarmee een antwoord ontwijkend. Hij mag de jonge Van derZande wel. liever dan zijn vader.
„Zeg maar eens of het niet waar is", vervolgt hij.
..Doe niet zo kinderachtig man, vertel liever wie die leugens het land heeft ingestuurd".
„Hou je koest Adriaan, loop niet zo hard van stapel. Wie denk je dat het gedaan heeft?""
Adriaan haalt zijn schouders op.
Wacht, ja, dat is misschien mogelijk.
„Ik denk, dat Wirts het zelf heeft verteld"'.
„Juist kerel, goed geraden", lacht de smid. „Als het goed weer is, komt hij elke dag, als hij zijn wandelingen maakt, een poosje bij me in de werkplaats praten. Pas geleden kwam hij een keer bij me en toen begon hij over zijn dochter Neel. Hij vertelde me trots dat zij ging trouwen met jou. Het zou zelfs niet lang meer duren. Alles was al in kannen en kruiken. Ik stond er van te kijken, dat wil ik je beloven. Wie had dat ooit gedacht, dat Neel nog eens in de huwelijksboot zou stappen. Ik mocht er met niemand over praten, zei Wirts, en dat heb ik vanzelfsprekend niet gedaan. Ik sprak echter de melkboer en die zei tegen me:
(wordt vetyolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 9 juli 1991
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's