Ouddorp(2e serie, nr.7)

De 14e mei 1940 staan de Duitsers voor het eiland Tholen. Het riviertje de Eendracht scheidt hen van het stadje Tholen en omgeving. Onder dekking van artillerie­ en mortiervuur proberen Duitse soldaten in rubberbootjes .de overkant van de Eendracht te bereiken. Tientallen van deze bootjes worden ech

Tientallen van deze bootjes worden echter halverwege geraakt door het hevig geschut van het 38e Regiment Infanterie van het Nederlandse leger, dat zich ingegraven heeft in de dijk langs de Eendracht. Een van de manschappen is soldaat Jacob Breen uit Ouddorp. Met z'n tweeen bemannen ze een open kazemat in de kruin van de dijk. Op bevel van hogerhand hebben ze de achterkant van de kazemat dichtgemaakt met een stevig houten schot. Hun mitrailleur is roodgloeiend. Onverschrokken vuurt soldaat Breen op de naderende Duitsers, verschillende voltreffers zijn geplaatst. De strijd is in volle gang, de lucht is vervuld van het geratel van mitrailleurs en gefluit van granaten. Plotseling' een voltreffer van de vijand in de kazemat van Breen en z'n collega. De granaat spat uiteen tegen de aangebrachte achterwand en honderden granaatscherven doen hun moordend werk.

De heer E. Breen, vVonend­aan de Doorn weg, broer van de overledene, laat het oorlogszakboekje zien dat zijn broer bij zich droeg op die fatale 14e mei: het is doorzeefd met granaatscherven. Nog steeds wordt in de familie de portemonnee van broer Jaap bewaard waarin zich twee zilveren rijksdaalders bevinden die aan de rand helemaal opgekruld zijn. ook door granaatscherven! Breen herinnert zich nog heel goed hoe

Breen herinnert zich nog heel goed hoe hij destijds met zijn vader het in Tholen begraven lichaam van zijn broer is gaan ophalen om het in Ouddorp te laten herbegraven. Veel formaliteiten, zelfs toestemming van Seyss­Inquart moesten gepasseerde worden voordat de loden kist met het opgegraven lichaam van soldaat Breen aan boord van de vissers­ schuit van schipper M. van der Klooster gebracht kon worden.

Op de terugtocht worden ze gekonfronteerd met de bezetter. Nietsvermoedend varen ze over het Zijpe als ze plotseling onder vuur genomen worden door een Duitse snelboot.

Schipper Van der Klooster legt vlugt de motor stil en de rest zoekt dekking tegen het mitrailleurvuur. Langszij gekomen ontspint zich een gesprek tussen de schipper en de Duitsers waaruit blijkt dat ze een witte vlag moeten voeren, willen ze ongehinderd verder kunnen varen. Van der Klooster duikt in het vooronder en scheurt een wit laken doormidden, bevestigt dit aan een enterhaak en zo bereiken ze zonder verdere stoornissen de haven van Ouddorp.

De herinnering aan de gesneuvelde broer leeft voort in de kring der familie. 4 mei 1945 vloog de vuurtoren in de lucht.

Volgens hetgeen wij te weten konden komen, hebben zich die nacht een paar Duitse officieren in Goedereede bevonden, die de weg vroegen naar de toren. Korte tijd later volgde de enorme explosie. De Duitsers hebben beweerd, dat de bliksem was ingeslagen. Het klinkt niet erg geloofwaardig, want de toren was goed tegen bliksem beveiligd. En in ieder geval zijn de door de Duitsers aangebrachte explosieven de oorzaak geweest. ~ weest. De verwoesting was zo volkomen dat er aan opbouw niet te denken viel. Zelfs het fundament, waarop de oude toren gestaan heeft was niet meer te gebruiken ofte benutten. De nieuwe toren is dientengevolge vlak naast de plaats gekomen, waarop de oude gestaan heeft.

Burgemeester Kleynenberg zei vrijdag 6 oktober 1950 aan de voet van de toren; op het hoge duin:

De toren behoort bij Ouddorp en de verwoesting van de eerste bracht droefenis in het dorp zoals er nu vreugde is, nu het licht weer zal gaan schijnen. Spr memoreerde de belangrijke taak, die de torenwachters hebben. Vele malen hebben zij schipbreuken zich zien afspelen. De kust is gevaarlijk en telkens vraagt deze slachtoffers. De burgemeester riep hier in herinnering hoe twee mannen van de reddingboot Koningin Wilhelmina vorig jaar om het leven zijn gekomen. Hij vergeleek de torenwacht met de kapitein van een schip, waarvan men zei: Schipper naast God. Hij vertrouwde er op, dat het personeel zich 'wachters naast God op de toren' zullen tonen, dat de Hemelse Vader hen de kracht geve het werk te doen, zoals dat van hen gevraagd wordt. Dankbaar was de burgemeester, dat de vuurtoren herrezen is en dat deze in een vrij land zijn licht over de wateren zal laten schijnen. Hij verzocht het muziekkorps om tijdens de inwerkingstelling van het licht het volkslied, het aloude Wilhelmus te spelen dat getuigt van onverbreekbare band tussen God, Nederland en Oranje.

Over burgemeester J. A. Kleynenberg:

De Heer J. A. Kleijnenberg nu definitief Burgemeester van Ouddorp

Bij K. B. is de heer J. A. Kleijnenberg, die sinds november 1947 fungeert als wnd. burgemeester van de gemeente Ouddorp, met ingang van 1 november 1950 benoemd tot burgemeester en hiermede dus definitief in het ambt bevestigd.

De burgemeester van Ouddorp is de enige uit het corps der collegal, die geboren Flakkeeènaar is. Hij werd geboren op 2 maart 1901 te Melissant, groeide op te midden van onze landbouw en was werkzaam in een zuivelbedrijf. Na sinds de bevrijding in 1945 als wethouder en door ziekte van de eerste wethouder, de heer Vogelaar, als loco­burgemeester te zijn opgetreden ­ hij installeerde als zodanig burgemeester Van Heyst ­ volgde de benoeming tot waarnemend burgemeester van Ouddorp, waar de heer en mevrouw Kleijnenberg zich in 1948 vestigden. Het zal onze lezers bekend zijn, dat de nieuwbenoemde, de Chr. Hist, beginselen is toegedaan, zodat de CHU thans met vier burgemeesters op ons eiland vertegenwoordigd is. De heer Kleijnenberg draagt van jongs af het verenigingsleven een warm hart toe, waarvan b.v. Tot Nut en Genoegen te Melissant en thans Concorcia te Ouddorp, benevens de zangverenigingen enz. kunnen getuigen. Muziek en zang vonden in deze burgemeester trouwens een ijverig beoefenaar. Deze benoeming, die voorafgegaan werd

Deze benoeming, die voorafgegaan werd door een tijdelijke, is een enigszins vreemde figuur en wij nemen aan, dat thans geen installatie zal plaats hebben. zoals dat gewoonlijk bij dit soort benoemingen het geval is. Doch naar wij vernamen zal een en ander wel aan de a.s. week te houden raadsvergadering een officieel karakter geven. (Opbouw 24 juni 1950). * * *

In E.N. 22 november 1988 lees ik in het verslag van de Raadsvergadering te Goeree, waarin Kleijnenbergs overlijden herdacht werd:

Direkt na de opening van de j.1. donderdagavond gehouden raadsvergadering heeft Goerees' gemeenteraad in enige ogenblikken stilte de nagedachtenis geèerd van de overleden oud­burgemeester J. A. Kleijnenberg, die op 3 november op de leeftijd van 87 jaar overleed. Dhr. Kleijnenberg was van november 1947 tot 1 januan 1966 burgemeester van Ouddorp geweest. Ook had hij het burgemeesterschap van Goedereede en Stellendam waargenomen, zo werd door de raadsvoorzitter burg. Van Velzen gememoreerd. Het waarnemerschap over Goedereede duurde van januari 1961 tot januari 1966, de datum van de gemeentelijke herindeling en over Stellendam van januari 1961 tot 20 november 1964. (wordt vervolgd) J. L. Struik

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen