Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ds. L. W. Ch. Ruijgrok deed intrede te Middelharnis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ds. L. W. Ch. Ruijgrok deed intrede te Middelharnis

Geen hoop - Nochtans hoop!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want Ik zal water gieten op de dorstigen en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten en Mijn zegen op Uw nakomelingen. En zij zullen uitspruiten tussen in het gras als de wilgen aan de waterbeken. Déze zal zeggen: Ik ben des HEEREN, en die zal zich noemen met de naam van Jacob, en gêne zal met zijn hand schrijven: Ik ben des HEEREN, en zich toenoemen met de naam van Israël.

Met een prediking over deze rijke beloftewoorden uit Jesaja 44 verbond afgelopen zondagmiddag de van Arnemuiden gekomen ds. Ruijgrok zich aan de hervormde gemeente van Middelharnis. De vacature die vorig jaar ontstond door het vertrek van ds. P. H. van Trigt naar Rijssen werd op deze voor de gemeente blijde dag vervuld.

Bevestiger in de morgendienst was de pastor loei ds. K. ten Klooster. Hij bediende bij die gelegenheid het Woord uit het Mattheüs-evangelie. Déze woorden uit het 24e hoofdstuk- „ Wie is dan de getrouwe en voorzichtige dienstknecht denwelken zijn heer over zijn dienstboden gesteld heeft, om hunlieden hun voedsel te geven te rechter tijd..." Het zijn woorden die de Heere Jezus ooit sprak in Zijn rede over de laatste dagen. De Woordverkondiging gaat nóg voort tot aan het laatste der tijden toe - naar Zijn toezegging. Hij zond en zendt genadiglijk Zijn dienstknechten uit met een hoge opdracht: zorg te dragen voor de zielen die hun zijn toevertrouwd - niet door te heersen maar door te dienen, in de weg van hun Meester.

Ik zal

Het gebed om en de belofte van de Heilige Geest en dienst vernieuwende werk vormden het thema van de preek in de middagdienst. In deze eerlijke en dringende predikatie bond de zojuist aan de gemeente verbonden leraar zijn hoorders de absolute noodzaak van het werk des Geestes op het hart. Wordt immers onze tijd niet terecht een periode van eb, van neergang en terugval genoemd, nu zovelen de kerk en de dienst des Heeren de rug toekeren? En wat is er ook in de kerk niet een dorheid, geesteloosheid en ingezonkenheid aanwezig.

Meer dan ooit is er reden te smeken om de hernieuwde stromen van Gods Geest. Nodig in de kerk en gemeente, èn in het persoonlijke leven.

Het is als toen het volk Israël in ballingschap verkeerde. Hun verwachting was verloren. Door de gerichten des Heeren die zij vanwege hun zonden over zich hadden heengehaald, waren ze als een dor en dorstig land, een onvruchtbare akker. Er was geen enkele hoop.

Maar - hoor nu. Mijn knecht Jacob...! Aldus de wending aan het begin van hoofdstuk 44. Dit is de wending die van de HEERE komt! In het volk geen hoop - en nochtans hoop! Ondanks hun alTcerigheden zal God het volk gedenken. De HEERE betuigt hier hoe Hij in Zijn toorn nochtans aan ontferming gedenkt. Hoe Hij Zijn volk zal opzoeken en het wenst terug te voeren naar het beloofde land. Deze belofte wijst heen naar Christus die de vervallen hut van Jacob weer zal oprichten; naar Hem die de stroom van Zijn Geest heeft uitgestort.

Met nadruk wees ds. op het Goddelijke 'Ik zal'van deze profetie. Hetvolk is niet anders waardig dan de toom en de gramschap van de Heilige God. Desondanks bewijst Hij het Zijn genade. Hier welt alles op uit Zijn eeuwig welbehagen Wat zou er te verwachten zijn van de dorre, droge aarde? Niets immers. De redding moet van elders komen. Er is regen nodig, het water des levens dat van boven komt Levensvemieuwing - opstanding uit het zondegraf - waarachtig geestelijk ontwaken - het komt nimmer voort uit de mensen. Nodig is de levenwekkende en allesvemieuwende arbeid van de Heilige Geest. Maar juist, aldus ds, juist als u ondervindt dat alles aan onze kant ten dode loopt, dan wordt het een wonder dat de HEERE hier spreekt: 'Ik zal.

Adres

Ten aanzien van het adres wees ds. Ruijgrok op een tweeërlei categorie. Gods belofte geldt de dorstigen: hen die met zichzelf vastlopen en die hun onvruchtbaarheid en machteloosheid leren kennen en inleven. Zij gaan dorsten naar de Heere, verlangen naar Hem in een land zonder water. Tot hen betuigt de HEERE: Ik zal water gieten.

Maar niet alleen tot dorstigen klinkt dit Woord. De profeet vervolgt: „...en stromen op het droge". Het droge, dat is de volstrekte doodsheid en onvruchtbaarheid. Het is het beeld van hen die nog alle zaligmakende genade missen. Zij zijn geheel dood in zonden en misdaden. Welnu, hier lezen we hoe God ook op hen Zijn Geest wil uitstorten. En waar die Geest gaat werken, doet Hij zien en erkennen: Ik ben geheel verloren; zoals ik in mezelf ben, sta ik ten dode opgeschreven. En Hij leert bidden: Heere, ontferm u mijner...

Deze rijke heilsbelofte geldt niet slechts de ouderen. Met name belooft de Heere Zijn Geest te zenden op het zaad, de nakomelingen, de kinderen en de jeugd. Ook voor de jonge mensen is het 'Ik zal' van de Heere de enige verwachting. Zij zullen persoonlijk wedergeboorte, bekering en geloof moeten leren kennen. De Godsvreze van ouders is geen garantie voor een godvruchtig nageslacht. Toch laat de Schrift zien dat de HEERE geslachtsgewijze, gezinsmatig werkt.

Vrucht

Tot slot wees ds. Ruijgrok op de zekerheid van de vrucht. Waar de Heilige Geest komt, breekt gewis het leven door. Aan onze kant wordt alles afgesneden. Evenwel - alles wordt gevonden in de Heere Jezus Christus! En een waarachtige levensvernieuwing openbaart zich.

Mogen we zo, zowel vanmiddag als de komende tijd. het oog naar boven slaan Ootmoedig en schuld belijdend, nochtans de handen ophejfend naar omhoog en smekend om de stroom van Gods Geest, ook onder ons, bij ouderen en jongeren, op het droge en op dorstigen. Opdat Zijn hof die te Middelharnis is. mag bloeien tot lof van Zijn Naam en tot zaligheid van de geslachten alhier Opdat ook hier gehoord moge worden: deze en die is aldaar geboren en opdat de HEERE mag ontvangen de eer, de lof en de dank tot in eeuwigheid

Na de preek die met grote aandacht werd beluisterd, sprak de nieuwe leraar nog enkele woorden van begroeting en dank tot diverse personen en instanties. Op zijn beurt werd hij op een hartelijke wijze toegesproken door ouderling A. Terlouw, en wel namens classis en ring, kerkvoogdij en notabelen, kerkeraad en gemeente

Dominee Ruijgrok en zijn gezin werd aan het eind van deze bijzondere dienst een couplet van Psalm 90 zingend toegebeden:

„Laat Uw gena hen met haar troost verrijke en laat Uw werk aan Uwe knechten blijken ( Sterk hunne hand en zegen hunne vlijt.

Bekroon hun werk, en nu en 't allen tijd".

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 juni 1990

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's

Ds. L. W. Ch. Ruijgrok deed intrede te Middelharnis

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 19 juni 1990

Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's