Wiebeke Reimers
Vervolgverhaal
Uit het Zweeds vertaald door
C. Ploos van Amstel-de Jong
J. N. Voorhoeve - Den Haag
6
„Ik ga ook mee!" zei Reimert onmiddellijk en zijn zuster scheen dat prettig te vinden.
Mevrouw Reimers keek een ogenblik naar het witte gezichtje met de strakke, glazige ogen, en zej toen beslist: „Ik ga ook mee!"
Wiebeke draaide zich om en keek haar aan. Er kwam iets levends, teers in haar trekken, een ogenblikje maar, dan werd haar gezicht weer strak.
„Geloof je, datje daartoe in staat bent, Doro? Denk eraan, datje niet sterk bent!" zei de consul voorzichtig.
„Ik wil er toe in staat zijn", antwoordde Mevrouw Reimers beslist. „Maar eerst moetje proberen iets te eten, Wiebeke. Je houdt het niet vol zonder eten. Ik bel even om warme koffie".
Wiebeke ging bij de tafel zitten, gclinni zaam als een kind; maar zij zag ei uii .iN • ze niet recht begreep, wat er allem;i.i' ••••i haar heen gebeurde.
Ze at en dronk volkomen mechanisch; maar plotseling draaide ze zich om naar haar broer: „Reimert, wil jij Toms moeder opbellen? Ze wil er zeker bij zijn. En dan moet ik bloemen meenemen. Toe, vraag of ze mij die direct willen sturen?"
Na deze woorden keerde zij zich weer om naar de tafel.
Een ogenblik later reed de auto van de consul door de Schippersstraat naar de haven. De mensen stonden stil en keken de wagen na. Bij de steigers namen de havenlui hun petten af. In het dorp achter hen hingen de vlaggen halfstok, hoog boven alles uit kon je tussen de dennen de vlag van de consul zien.
Mildrid Hok kreeg het ochtendblad gewoonlijk tegelijk met de koffie op bed. Haar nachten waren meestal slapeloos; maar tegen de ochtend viel ze vaak in een lichte sluimering, en Mevrouw Hök droeg er zorg voor. dat niets dit uurtje, waarin Mildridb /wakke lichaam wat rust kreeg, kon verstoren.
Als ze wakker werd, tikte ze met een stok (Ij. vK jrnnJ. en dan rolde Mevrouw Hok de tiici. >i ijcn naar haar bed, het ontbijtuurljc. • "uidat de eentonige uren van h:irdc aibcül begonnen. McvuHi.' Hok was naar de keuken ge- • •()(. 1 mil Je kot'fiekan te halen, toen een geroep van haar dochter haar weer haastig deed teruggaan. Mildrid zat rechtop in bed. Ze was krijtwit geworden en haar ogen brandden onnatuurlijk en groot. „Wat is er gebeurd, m'n lieve kind? Je wordt toch niet ziek?" Mevrouw Hök zette de koffiekan neer en snelde op haar af Ze kende de aanvallen, die het zieke lichaam soms deden schudden, al te goed, om niet angstig te zijn! Ze trok vlug de la van het nachtkastje
Ze trok vlug de la van het nachtkastje open om de injectiespuit voor de dag te halen. Maar voordat ze zover was, reikte Mildrid haar het ochtendblad. „Lees", zei ze slechts. Haar stem was droot en wonderlijk. Mevrouw Hök keek haar verbaasd aan,
Mevrouw Hök keek haar verbaasd aan, daarop nam ze de krant en las het droevig nieuws op de voorpagina langzaam door; vervolgens keek ze haar dochter'aan en zei met een stem, die beefde van opwinding: „Ja, het is vreselijk; maar het is toch een rechtvaardige straf op de zonde, Mildrid!"
,,Moeder!" Mevrouw Hök schrok op. De stem deed haar schrikken. „Dat u zoiets durft te zeggen, moeder! Dat u het kiint!" Mildrid legde beide handen voor haar gezicht en snikte.
Mevrouw Hök sloeg haar armen kalmerend om haar heen, maar haar dochter trok zich onwillig terug.
Het was een ogenblik stil, alleen het snikken van Mildrid werd gehoord.
„Je mag je niet zo opwinden, lieve kind! Het was mijn schuld. Ik kan niet anders dan kwaad denken van die man, maar ik zal mij zo goed mogelijk inhouden. Hoor je 't, kind! Kom huil, nu niet meer zo!" Mildrid antwoordde niet, viel weer terug in de kussens en sloot haar ogen. Haar lippen bewogen zich, alsof ze bad.
„Die arme juffrouw Wiebeke!" zei ze even later zacht, „en alle anderen; de familie van de consul en de oude moeder van Thomas Bekk!"
„Denk toch niet aan al die vreemde mensen, lieverd! Je hebt dunkt me al genoeg met jezelf te doen. Als ik he geweten had, zou ik die nare krant nooit aan je gegeven hebben. Ik kan maar niet begrijpen, waarom zulke verdrietige dingen juist op de eerste pagina gedrukt moeten worden. Ze moesten ze liever op de laatste zetten, dan werden andere mensen er niet zo ontzettend van opgeschrikt. Hier is warme koffie en versgebakken koek! Eet nu lieveling!"
Mevrouw Hök babbelde en trachtte haar te overreden, totdat Mildrid rechtop ging zitten en begon te eten, het meest om haar moeder een plezier te doen. De stukken werden groter in haar mond, en ze dronk de koffie met flinke slokken om ze weg te spoelen. Mevrouw Hök moffelde voorzichtig de
Mevrouw Hök moffelde voorzichtig de krant weg en Mildrid deed alsof ze het niet merkte. E r werd geen woord meer over het droevig ongeval gezegd, hoewel ze er allebei in gedachten mee bezig waren.
-0-
Een half uur later zat Mildrid bij het raam over haar werk gebogen. Mevrouw Hök was bezig de bloemen water te geven. Mildrid zag een moment op, en merkte dat haar moeder afwisselend rood en bleek werd, terwijl ze met ingespannen aandacht naar buiten bleef staren.
t Ze ging rechtop zitten en keek nu ook naar buiten.
Juist op dat ogenblik hielpen consul Reimers en zijn zoon drie dames uit de auto op de steiger bij de Zeeweg: Mevrouw Bekk, Mevrouw Reimers en Wiebeke.
Mildrid drukte haar hand tegen de borst. Ze voelde, hoe haar hart onnatuurlijk bonsde en sloeg. Wiebeke was zoals gewoonlijk in het wit gekleed. Ze had een bos donkere rozen in de hand. De twee oudere dames waren in het zwart gekleed, en de consul en zij n zoon hadden hun zeilpetten op en jassen over de arm.
Als je niet wist, wat ze daar deden, dan leek het wel, of de consul met zijn familie plan hadden te gaan zeilen op deze prachtige Junimiddag.
,,Ze gaan naar het Meeuw eneiland"". /ei Mevrouw Hook.
Mildrid knikte slechts.
„Het is wel erg dapper van Mevrouw Reimers, die zo gauw zeeziek is", vervolgde ze.
,,Het is toch volkomen windstil", antwoordde Mildrid. Zij moest haar lippen nat maken, omdat haar mond zo droog was.
Zwijgend keken ze toe, hoe de twee oudste dames in de kajuit verdwenen, terwijl Wiebeke en de twee heren buiten bleven zitten.
• Zo lang zij de boot met hun ogen konden volgen, bleven moeder en dochter bij het raam om hen na te kijken. Tenslotte verdweerv ze uit het gezicht, loste zich op in de glinsterende golven, ver, ver weg. -0-
-0-
De motorboot van de consul schoot als een pijl tussen de begroeide eilanden, en deelde de heldere waterspiegel als 't ware in stukken. Witte koppen schuimden voor de boeg en meeuwen cirkelden krijsend om de boot heen.
Niemand aan boord zei iets. Reimert had een sigaret opgestoken. Hij stond bij de deur van de kajuit, boog af en toe wat voorover om naar de dames daarbinnen te kijken.
De consul zat achterin met zijn dochter. Het leek alsof ze sliep.
(wordt vervolgd)
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 16 juni 1981
Eilanden-Nieuws | 6 Pagina's
