In Dirkslands raad werd de bokkepruik weer opgezet

Totdat het College in de donderdagavond gehouden raadsvergadering op de proppen kwam met het verzoek tot beschikbaarstelling van een aanvullend credlet van ƒ 175.871,31; toen schoot van Prooyen uit z'n slof, rechtstreeks tegen de schenen van burgemeester Bos die toen ook gelijk de kam maar opzette om zich te verdedigen tegen 's vijands boos geweld. Van Prooyen voerde een dramatiek op

Van Prooyen voerde een dramatiek op die er zijn mocht maar in de raadsvoorzitter ontmoette hij andermaal een geducht tegenspeler. Na het treffen streek elk van hen de veren maar weer glad, „sans rancune", ja... hoort toen...! Van Prooyen was zelfs bezorgd geweest over 's burgemeesters hart, „voorzichtig noe; dienk om je rikketikü" zo had hij de raadsvoorzitter in 't vuur van diens verdediging gemaand; „kalm an mar". Maar blijf maar 'es kalm wanneer je 't allemaal voor de voeten gegooid krijgt:

„Ons vertrouwen in uw college heeft een schok gekregen en wij hebben een gevoel van groot onbehagen!" liet de PvdA beschouwing weten. De voorz. kon daar best nog om glimlachen want vertrouwen in 't college had de PvdA fractie al zoveel maal tevoren opgezegd, maar 't betoog werd snel venijniger: . . . „het onderhands aanbesteden is

. . . „het onderhands aanbesteden is door uw College fanatiek aanbevolen en de vruchten ervan liggen nu ter tafel".

Dhr. van Prooyen vond dat de raad in een val gelopen is, maar kwalijker vond hij het dat het College heeft nagelaten de raad tijdig voor te lichten over de ontwikkelingen die zich tijdens de uitvoering van het werk hadden aangediend:

. . . „Zijn we dan werkelijk — en worden we dan beschouwd als „ja-knlkkers"; wordt de raad door het College met een korreltje zou genomen omdat het College toch de meerderheid van de raad achter zich weet?" Van Prooyen vroeg het zich in kennelijke ernst af.

Hij waarschuwde het College op die manier haar gezag te ondermijnen en zich ,,verbolgen en onthutst" tonend meende dhr. van Prooyen dat een motie van wantrouwen tegen het College op zijn plaats zou zijn, anderzijds beseffend dat die het in de raad — gezien de samenstelling — toch niet halen zou. zou.

„Strafregels schrijven, dat zou op z'n plaats zijn" vond van Prooyen en hij had twéé fraaie regels in petto: „wy moeten de raad beter voorlichten over de lopende zaken", of „we moeten rekening houden met het feit dat de raad het hoofd van de gemeente is".

Maar van Prooyen voor zag het al; in de raad zou evenmin een meerderheid te vinden zijn die voor deze strafmaatregel zou voelen. Desniettemin wenste zijn fractie een daad te stellen, en wel deze:

. . . „de fractie van de PvdA heeft na ampele overwegingen besloten tegen het aanvullend credlet te zijn. Onze motivering is U nu bekend, U weet het zo goed, zoek het dan nu ook zelf maar uit!"

De raadsvoorz. besloot de tegenaanval gelijk maar grondig in te zetten en 't was weinig vleiend toen hij filosofisch vaststelde dat in een overvloed van woorden soms een gebrek aan wijsheid wordt aangetroffen. De voorz. verweet het dhr. van Prooyen dat hij geen enkele post inhoudelijk naging want 't moest — zo leek het de voorz. — duidelijk zijn dat ook het College het allemaal niet heeft kunnen voorzien.

De bestaande damwand bleek — 50 jaar oud — niet meer gehandhaafd te kunnen worden; de rioleringsbuis naar Kralingen — 40 jaar in gebruik — moest worden vernieuwd vooraleer die onder de nieuwe asfaltlaag verdween.

,In die omstandigheden kun je niet stoppen en moet je doorgaan!" stelde de voorz. vast, wijzend op het gebrek aan tijd de raad steeds extra credieten te moeten vragen. Een raad die zichzelf respecteert moet aanvaarden dat een werk van deze omvang risico's met zich mee kan brengen", aldus dhr. Bos.

,Ik spreek U op Uw verantwoordelijkheid aan en dan kunt U niet tot deze taal komen", priemde de voorz. in de richting van van Prooyen. Het Is maar makkelijk om de beschuldigende vinger uit te steken naar een College dat dagelijks met deze zaken bezig is en dat alles duidelijk en logisch weet te verklaren".

De overige raadsleden dachten wat milder over het College maar toch kwam ook uit andere fracties wel wat instemming met van Prooyens klacht dat de raad tijdiger had moeten worden ingelicht. „Wanneer de tijd dan kort was geweest had U altijd een spoedeisende vergadering in kunnen lassen", vond dhr. J. L. Poorlvliet. O.m. door dhr. D. A. H, van Dis werd nadrukkelijk gehoopt dat de Provincie ook in het méérbedrag 75°/o zal subsidiëren zoals dat ook met het oorspronkelijke bedrag het geval is.

„Wanneer dat niet zou gebeuren worden de lasten voor ons verdubbeld tot ƒ 44.000,— per jaar", bepeinsde dhr. van Dis.

De voorz. heeft overigens alle moed op de bereidheid van de Provincies; alle overschrijdingen zijn de Provincie voorgelegd en met besproken. Prov.-ambtenaren

Dat laatste werd door weth. van Rossum bevestigd met diens verklaring dat de Provincie er practisch wekelijks bij betrokken is geweest. „We hebben niet een absolute-, maar wel een grote garantie dat het hoger bedrag in de subsidiering zal worden opgenomen", gaf dhr. van Rossum te kennen. Overigens meende hij dat de werkelijke overschrijding tot ƒ 25.000,— is beperkt gebleven; de overige werken zoals vernieuwing van riolering en vernieuwing van de damwand zouden zich t.z.t. toch hebben aangediend.

Eerlijkheidshalve erkende weth. van Rossum: ,,ik kan wel enigszins begrijpen dat de raad of de Comm. Openbare We,rken eerder had willen worden ingelicht".

De hele PvdA fractie en dhr. Poortvliet rekende het het College zwaar aan dat te hebben nagelaten; de 5 heren verklaarden zich dan ook tegen de beschikbaarstelling van het extra crediet.

Cantine op recreatieterrein Herkingen ?

Door middel van de vaststelling van een voorbereidingsbesluit maakte de raad het mogelijk dat op het recreatieterrein te Herkingen o.m. een cantine zal worden gebouwd. De exploitanten van het terrein hebben de opening van die mogelijkheid verzocht om het terrein aantrekkelijker te maken nu duidelijk geworden is dat t.g.v. een gestagneerde verkoop de gebouwde woningen verhuurd zullen moeten gaan worden. Terwille van de aantrekkelijkheid zullen voorzieningen in de sfeer van ,,slechtweer" accomodatie nodig zijn en de raad begreep dat best. De enige zorg is dat de cantine niet het karakter van een kamp-winkel zal krijgen. Imm.ers is de Herkingse middenstand steeds voorgespiegeld dat dat zou worden voorkomen en dat zij dientengevolge op de klandizie van de recreanten mocht rekenen.

Dhr. van Dis meende dat de middenstand beter af zal zijn met huurders, die immers steeds wisselen, dan met eigenaren — bewoners die voornamelijk in de week-ends komen en dan een groot deel van hun levensmiddelen van huis meebrengen.

Wellicht zit er voor de middenstand ook perspectief in het voornemen van de terrein-exploitant een gedeelte van het terrein als caravanstandplaats in gebruik te nemen. De raad juicht dat initiatief toe en zou het liefst willen dat die aanwijzing een definitief karakter kreeg. Daarmee wil de raad voorkomen dat bij een opleving van de huizenmarkt de caravanners weer worden weggestuurd.

Nieuwe directeur Gemeentewerken.

Weinig moeite had de raad met de benoeming van een nieuwe directeur Gemeentewerken, in de vacature die ontstond toen dhr. A. Sikken naar Westerbork vertrok. Op de geplaatste advertentie werden 27 collicitaties ontvangen, waaruit een aanbeveling van 3 personen was geresulteerd. Van de 27 sollicitanten hadden er overigens maar 7 aan de gestelde eisen voldaan.

Weth. de Bonte verbijsterde de raadsvoorzitter lichtelijk toen hij de juistheid van de toegepaste alfabetische volgorde van de candidaten in twijfel trok. Dhr. de Bonte had ook beluisterd dat

Dhr. de Bonte had ook beluisterd dat de benoeming wat in het politieke vlak zou zijn getrokken. „Ik zie van dat alles af en ik wil een bekwame en harde werker die erg gemotiveerd is in zijn werk, derhalve nr. 3", maakte dhr. de Bonte bekend.

De raad maakte dhr. de Bonte snel duidelijk geen behoefte aan enige aanbeveling te hebben en de raadsmeerderheid — 8 van de 13 — hield het op nummer 1; dhr. B. J. de Ligny, adj. directeur Gemeentewerken te Monster.

Heel wat meer deining gaf het voorstel tot benoeming van een technisch medewerker in de plaats van dhr. P. A. SchuUer die in september eervol ontslag kreeg.

Er kwamen 25 sollicitaties waarvan er na een grondige selectie slechts één als zijnde geschikt overbleef; B & W stelden dan ook voor deze man te benoemen; dhr. L. H. Andriese te Poortvliet.

De raad bleek er weinig voor te voelen. Niet dat aan de kwaliteiten van de candidaat zou worden getwijfeld, maar het leek de raad al te sterk dat er van de 25 geïnteresseerden niet meer dan één voor de betrekking geschikt zou zijn. Die „oogst" werd dan ook door de raad te mager bevonden en vanuit meerdere fracties kregen B & W het verzoek de sollicitatieprocedure opnieuw te beginnen. „Ik wil graag meer candidaten naar voren geschoven zien omdat ik de indruk heb dat er meer gegadigden zijn die eigenlijk aan bod behoren te komen, maakte dhr. van Dis duidelijk. Hij dacht b.v. aan een 21 jarige sollicitante die de „papieren" heeft maar gezien haar leeftijd voor de gemeente geen erg dure kracht zou zijn...

„Die juffrouw hebben wij ook „angekrauwd" onthulde dhr. van Prooyen en de heren Poortvliet en Struyk sloten aan in de rij van hen die graag een ruimere keus krijgen voorgelegd.

Burg. Bos verklaarde de mening van de raad dat de oogst mager is best te kunnen begrijpen, maar van een heropening van de sollicitatie procedure verwachte de voorz. niet méér. Wel zou het een enorm tijdverlies geven terwijl de dienst zwaar onderbezet is. ,,De candidaat die wij voordragen is na herhaald onderzoek geschikt gebleken en we hebben de volstrekte garantie dat hij een goede candidaat is", zo legde de voorz. de raad voor, die afvragend waarom men dan voorts nog moeilijk zou doen; e onverder uitstel van benoeming achtte de voorz. onverantwoord.

En toch stuurde de raad er op aan. „Wanneer er onvoldoende sollicitanten voldoen aan de eis door B & W gesteld dan die eisen maar wat lager" stelde dhr. van Dis voor. De heren Poortvliet en V. d. Velde stemden daarmee in, alleen dhr. Struyk veranderde van mening; nu zei hij wel voor de benoeming te zijn na de argumentatie van de voorz. te hebben gehoord.

De raadsmeerderheid wees het voorstel van B & W echter van de hand; van het College wordt een andere aanpak verwacht.

Overlast.

Bij de ingekomen stukken bevond zich een brief van dhr. E. v. d. Velde, waarin deze vraagt maatregelen te nemen tegen de door hem ondervonden overlast van het bedrijf van dhr. Chr. Huizer aan de Stoofweg 3 te Herkingen. De raad zat er wat mee, en hardop werd uitgesproken dat de burgemeester die zich aldaar van een en ander op de hoogte zal moeten stellen, niet bereden behoeft te worden. ,,De verhouding tussen die twee zit niet goed", had dhr. van Prooyen ervaren", „'t is er een complex van haat en nijd".

De voorz. volstond met de verzekering dat ervoor gezorgd zal worden dat de bepalingen in de Hinderwetvergunning zullen worden nageleefd. Overigens noodde de voorz, elk van de raadsleden zich er niet van te laten weerhouden te pogen d.m.v. overleg de beide partijen dichter bij elkaar te brengen.

Extraatje.

De Minister van Binnenlandse Zaken heeft de maximum bedragen voor de werkzaamheden en de tegemoetkoming m de kosten voor de leden van de raad iets verhoogd. Voor Dirksland's raadsleden komt die verhoging neer op ƒ 122,- per jaar. De heren kenden bijna zoveel zelfver

De heren kenden bijna zoveel zelfverloochening dat ze voor het meerdere bedankten; ze wensten liever de nul-lijn te handhaven. Weth. van Rossum evenwel overtuigde

Weth. van Rossum evenwel overtuigde de heren ervan dat er eerder sprake van het inhalen van een achterstand-, dan van een werklijke verhoging is. Toch besloten 3 CDA leden zich tegen te verklaren.

Subsidies. T.b.v. de Stichting Jeugdwerk Goeree

T.b.v. de Stichting Jeugdwerk Goeree Overflakkee werd een extra subsidie verleend in de huisvestingskosten over 1979 en 1980 ten bedrage van ƒ 3.627,62. Aan de Stichting „de Sasruiters" werd een eenmalige subsidie van ƒ 10.000,— verstrekt. De Stichting had aanvankelijk een jaarlijkse subsidie gevraagd in de kosten van de exploitatie van haar terrein.

In principe werd ook besloten bij te dragen in het nadelig saldo van de te houden „opstapcursus", te houden door de Stichting tot bevordering van het avondonderwijs op Goeree Overflakkee.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen