Geitenbokje III
Het geitenverhaal I en II heeft een staart(je) gekregen. Handig inspelend op mijn geuite wens eens een makke, witte melkgeit te bezitten, kwam 's daags na het verschijnen van voornoemd verhaal, veehandelaar Jan Troost (voor intimi Ome Jan) met de veewagen langs huis om net zo'n geit als ik beschreef te slijten. Voor een toch nog flink bedrag bood hij mij, naar zijn zeggen, een echte Ouddorpse melkgeit aan. Een blik in de wagen leerde mij, dat daar onze Marianne stond. Zonder af te dingen (had ik natuurlijk moeten doen) kocht ik de geit. Volgens hem was het zeker geen „springer" en uitbreken zou ze ook niet doen. Garantie gaf hij ook: niet goed, geld terug. Ja, ja! Hij weet, of had kunnen weten, dat een dier eenmaal bij ons gestationeerd, niet zo gemakkelijk weer weg gaat. Waarschijnlijk had hij daar ook zijn prijs op gebaseerd. Maar goed: we hebben een witte Marianne, inplaats van een uithuizige stinkende bok. De schapen keken enigszins wantrouwig naar de nieuwkomer. De aanvoerder van de „krooi" (Mieke) stelde haar niet op d'r gemak, maar deelde een paar flinke kopstoten uit. Even laten zien wie de baas was in de wei. Ervaringen met soortgelijke gebeurtenissen hadden ons geleerd ons niet te bemoeien met een (tijdelijke) vete tussen het vee. De koppel ging echter zo tekeer, dat onze nieuwe aanwinst het hazepad koos en in een wip over het veel te lage hekje sprong. De poppen waren weer aan het dansen! Vooral de nozem onder de schapen (kind van Mieke) ging nogal fors tekeer. Die zag een speelkameraad in de geit, die nodig opgepord diende te worden. Telkenmale sprong Marianne de veiligheid in, en evenzovele malen werd ze (niet) zachtzinnig terug geplaatst door mij. De eerste de beste morgen na haar aankomst werden we in alle vroegte richting dijk gedwongen: ze had „de benen" genomen. Zou alle ellende opnieuw beginnen? Het hekje werd verhoogd en de uit breek pogingen werden daardoor sterk verminderd. De vrede in de wei werd getekend, zodat de geit aan eten toe kon komen. Daarbij ontwikicelde ze een nieuw spellletje: kop-door-het-gaas-steken. Haar horens verhinderden echter die kop weer terug te halen. Niet naar kijken, hield ik me voor, dan gaat dat vanzelf weer over. Maar wie laat een geit uren staan janken met de kop door het gaas, zo zelfs, dat ze staande moest slapen? Het hart werd week en de geit werd verlost uit het gaas.
Met tussenpozen van eerst uren, later kwartieren en nog later om de vijf minuten werden we verplicht naar de wei te komen, omdat de geit vaststond. Dat is geen doen! Ik heb nog wel even gedacht aan de garantie, maar dat ging snel weer over. Ze mocht blijven, maar er moest wel voor een oplossing gezorgd worden. Na ampele overweging hebben we besloten de dierenarts er bij te halen en de horens te verwijderen. Voor een eenzelfde (niet onaanzienlijk) bedrag als de aanschaf van de geit vond de operatie plaats. Kompleet met narcose, spuiten en ingewikkelde apparaten. Alleen de garantie ontbrak: ze zouden best weer eens aan kunnen groeien (is inmiddels gebeurd).
Het werd een bloederige toestand, ik had daar te gemakkelijk over gedacht. Gevolg? Een echte Onthoornde Ouddorpse melkgeit, die nog steeds de kop door het gaas steekt (buuurmans gras is altijd groener) en de eerste weken dacht ze waarschijnlijk dat die uitsteeksels er nog aanzaten, want ook toen bleef ze staan brullen. Wat moet ik daar nou aan doen. Ome Jan?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1980
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 december 1980
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's