uit de HeiUge Schrift
Overdenking
DE VANG EENS MACHTIGEN
^Jesaja 49 : 24 en 25).
Maar behalve hen, die zich niet tegen de slavernij van de zonde verzetten, zijn er ook anderen. Mensen in wier hart het heimwee werd geboren. Het heimwee naar God en naar „Jeruzalem". Zij gingen de gebondenheid voelen! De banden gingen zo knellen. Het werd zo bang, zich de vang van een „machtige" te weten. En de klacht werd geboren: „Zou ook een machtige de vang ontnomen worden?" Maar daar kwam nog iets bij. Bij de
Maar daar kwam nog iets bij. Bij de macht kwam het recht! De erkenning werd gehoord, dat dit knechtschap recht is. Dat de heerschappij van satan, zonde en wereld oordeel van God is. Dat we ook naar het rechtvaardig oordeel van God, tijdelijke en eeuwige straffen hebben verdiend. Want Gods recht is geschonden. Zijn eer is gekrenkt. En als God dat straft, dan is Hij enkel rechtvaardig! Zo werd Gods recht gebillijkt, het
Zo werd Gods recht gebillijkt, het oordeel aanvaard. De klacht werd zelfaanklacht. Het bukken voor de overmacht, werd een buigen voor het recht Gods. De nood werd zo groot! Verkocht onder de zonde, gekerkerd in onze gevangenis. Hoe nog ooit waarachtig vrij te worden van de macht van de zonde? Hoe ooit te komen in de gemeenschap met God?
Zal het dan worden een voor eeuwig omkomen onder de overheersende machten, die ons, naar Gods rechtvaardig oordeel, gebonden houden? En uit de benauwdheid steeg het gebed op:
„Twist met mijn twisters, Hemelheer,
Ga mijn bestrijders toch te keer, WU spies, rondas en schild gebruiken.
WU spies, rondas en schild gebruiken. Om hun gevreesd geweld te fnuiken".
Om hun gevreesd geweld te fnuiken".
Maar zie, als het zó werd tn uw leven, dan is de redding nabij! Dan komt het wonder van die God, Die wonderen doet. Die een afgesneden zaak op deze aarde werkt. Alleen van Hem kan de redding komen. En daarom is het ook de Heere Zelf, Die zegt: „Ja, de gevangenen des machtigen zullen hem ontnomen worden, en de vang des titans zal ontkomen, want met uwe twisters zal Ik twisten en uwe kinderen zal Ik verlossen".
Daar gaat, In de donkere nacht van de hopeloosheid, het licht van Gods genade stralen.
Daar belooft Hij aan het worstelend volk, dat in de nood Hem aanriep, dat zij ontrukt zullen worden aan de macht van de sterke; dat losgemaakt zullen worden de banden die hen binden!
En Die het spreekt is de Almachtige, voor Wie ook de sterkste moet buigen, de Waarachtige, Die Zijn Woord waarmaakt en Zijn belofte vervult. Hoe onmogelijk het ook schijnt ... het zal blijde werkelijkheid worden: het godvruchtige overblijfsel van Israël zal In vrijheid weerkeren uit Babel naar Jeruzalem.
En: daar is een eeuwige verlossing voor allen, die op de Heere hopen. Dat gelooft de gebonden mens, die klaagt over zijn banden, maar niet zo! Dat wordt slechts van de Heere aanvaard. En daarom legt onze tekst er ook de nadruk op, dat de Heere Zelf deze wondere woorden spreekt. En nóg wordt in het bedrukte zondaarshart het licht van de hoop ontstoken door de Heere Zelf. Dat doet Hij door Zijn Woord en Geest. Hij doet het geloof doorbreken tegen alle twijfel in, zodat het de dichter van psalm 116 mag worden nagezegd: „Gij hebt mijn banden losgemaakt.
„Gij hebt mijn banden losgemaakt. „Zij waren de vang eens machtigen, de gevangenen eens „rechtvaardigen".
Maar de Heere ontneemt dat recht! Want door het lijden en sterven van Jezus Christus is aan Gods recht voldoening geschonken. In het offer van Gods Zoon is aan satan het recht ontnomen om het volk Gods nog langer te knechten. En nu wordt de „rechtvaardige" een „tiran!" En tegen die tiran staat God nu op! Nu gaat Hij twisten het de twisters. Nu gaat Hij de bestrijders te keer! Nu maakt Hij de zaak van Zijn ellendigen tot Zijn zaak! Hij neemt ze voor Zijn rekening. Hij zend Zijn Zoon, op dat deze de werken des duivels zou verbreken. Öoe ook de satan als een sterk bewapende zijn hof bewaart, als Hij komt. Die sterker is, als Hij ingaat in het huis van de sterke, dan bindt Hij de sterke en ontrooft hem zijn vaten. Dan maakt Hij de zijnen vrij! En wie vrijgemaakt werd door de Zoon, zal waarlijk vrij zijn!
Dat is hier slechts ten dele. Hier blijven de banden van satan, wereld en zonde knellen. Maar eenmaal komt de grote „bevrijding". Dan zullen de vrijgekochten des Heeren wederkeren en tot Sion komen met gejuich en eeuwige blijdschap zal op hun hoofd wezen. Dan zijn zij eeuwig vrij!
Zalig dan, die het weten mag, als de vang eens machtigen en de gevangene eens rechtvaardigen hopeloos verloren, maar door 's Heeren genade ook wonderbaar gered te zijn.
En zo gij slechts allen kunt spreken van „hopeloos verloren", zo aUe hoop u gans ontviel, hoop dan op de Heere! Smeek Hem om losmaking van uw banden. Hij is Dezelfde, Die het zijn Israël toeriep: „Op uw noodgeschrei, deed Ik grote wonderen. Hij doet ook nu nog grote wonderen! Houd aan, grijp moed, uw hart zal vrolijk leven. Nooddruftigen veracht Zijn goedheid niet.
Want: nooit zal Hij Zijn gevangenen begeven!
B. H. H.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 november 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's