Overdenking uit de Heilige Schrift
Toen antwoordde Eli en zei: „Ga heen in vrede en de God van Israël zal uw bede geven, die gy van Hem gebeden hebt".
Nadat Hanna haar ziel voor de Heere heeft uitgegoten, moet ze heengaan in vrede, in vrede met God. Wat doen wij nu? Gaan wij ook met alles wat ons bezwaart naar de Heere? Gieten we inderdaad voor Hem onze ziel uit? „ja" zegt u „dat durf ik eigenlijk niet. Hij is zo heilig. En ik lees in Zijn Woord, dat Hij geen zonde kan zien. Ik zou veel liever wegkruipen, dan me bloot geven aan Hem".
Luister dan eens wat er staat in de brief aan de Hebreen: „dewijl we dan een gbote Hogepriester hebben Die door de hemelen is doorgegaan zo laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade". Met vrijmoedigheid, hoort u dat goed. Omdat de Heere Jezus Christus de hemelen is doorgegaan, omdat Hij een volkomen verzoening heeft aangebracht. Daarom kan het, daarom mag het. Om Hem alleen. Nee de durf en de moed om naar de
Nee de durf en de moed om naar de Heere te gaan, behoeven we niet bij onszelf te zoeken. Daar zullen we die trouwens ook nooit vinden. Ga dan maar in Zijn Naam naar de Heere en stort in Zijn Naam uw ziel maar voor Hem uit. iïi belijdt ook uw schuld maar voor Hem. De schuld, dat wij altijd maar weer onvrede stichten. Doe dat dan maar op de wijze van Hanna, die haar plaats kende tegenover de Heere. Ze noemt zichzelf: dienstmaagd.
En weet u wat dan het wonder is? als wij onszelf steeds meer gaan zien als een onvrede stichter, gaan we tegelijk ook meer en meer de Heere als de Vredevorst zien en bij Hem de vrede zoeken en vinden. Ja het is inderdaad waar, dat de Heere de vrede geeft. Door Zijn Zoon de Heere Jezus Christus laat Hij ons leven in de goede verhouding met Hem. Zijn bloed reinigt immers van alle zonden?
Weet u nog wat de engelen zongen in de kerstnacht? Vrede op aarde. Dat klonk als een juichkreet door de donkere nacht. Het licht breekt door in de duisternis. Jezus is geboren. De vrede is op aarde gekomen. De Redder der wereld is gekomen. Door Hem mogen we leven in de goede verhouding met de Heere. En dan is het niet alleen zo, dat Hij vrede brengt, nee, Paulus jubelt het uit: Hij is onze vrede.
En levend vanuit Zijn rijkdommen geeft dat een enorme vreugde hier op aarde. Letterlijk als nieuwgeboren mensen, mogen we met Zijn vrede verder leven. „Ga héén in vrede" zegt Eli. Nee, niet met een boekje in een hoekje. Maar het leven weer in. Staan op de plaats, die de Heere ons geeft en daar Zijn roeping vervullen. En weet u dan wat die roeping is? Vrede stichten. Als Jezus Christus onze vrede is, kan het ook niet anders, dan dat je, zoveel in ons is, vrede houdt met alle mensen. „Maar hoe kan het dan, dat er toch
„Maar hoe kan het dan, dat er toch nog zoveel onvrede is. De wereldgeschiedenis sinds Jezus Christus Is toch een geschiedenis van onvrede, van oorlog en geweld?"
Dat komt omdat zoveel mensen zich nog verzetten tegen deze vrede, omdat ze er niet van willen weten. Dan kun je toch ook niet anders verwachten? Laten we ons er maar niet tegen verzetten, maar ons overgeven aan de genade Gods in Christus.
Als EU hier tegen Hanna zegt, dat ze moet heengaan in vrede, bedoelt hij aller eerst, dat ze mag leven in vrede met God, maar dan ook, dat haar onvrede met Peninna wordt weggenomen. Dat zegt hij met de woorden: „en de God van Israël zal uw bede geven, die ge van Hem gebeden hebt". Hanna heeft gebeden, of de Heere haar een kind wil geven. Eli zegt haar, dat Hij dat inderdaad ook doen zal. Ja, zegt u, maar je krijgt toch niet
Ja, zegt u, maar je krijgt toch niet altijd wat je vraagt? Nee, dat is waar. Maar zie, daar hebben we nu die vaderlijke hand van de Heere, Die weet wat goed voor ons is. Als wij iets vragen aan de Heere, en Hij geeft het ons niet, dan moeten we niet met een zuur gezicht in een hoekje gaan zitten en maar mopperen. Nee, dan mogen we dankbaar zijn omdat Hij zo goed voor ons zorgt, ook door ons bepaalde dingen te onthouden. Altijd weer mogen we aan Gods genade genoeg hebben. Eli zegt dit tegen Hanna van Gods
Eli zegt dit tegen Hanna van Godswege. Hij was Gods dienaar in Israël. En in de Naam van de God van Israël spreekt hij deze woorden. En zo zet hij — onwetend — deze vrouw en haar nog niet geboren kind in de lijn van de heilsgeschiedenis. Want het jongetje dat geboren zal worden zal in Israël het koningschap voorbereiden. En het koningschap ziet uiteindelijk heen naar de Grote Koning de Heere Jezus Christus.
Op die plaats mag Samuel de vrede Gods verkondigen. Zo mogen ook wij ons werk doen ziende op Hem. Niet met een treurig gezicht, maar vrolijk. Met een vrolijkheid, die geworteld is in de Heere Jezus Christus. Evenals Hanna, die naar huis ging en weer at en zelfs haar gelaatstrekken waren veranderd. Haar hele leven was door de vrede Gods veranderd. Op dit moment is haar leed niet minder, maar het wordt heel anders gedragen, namelijK met de wetenschap, dat de angel eruit gehaald is, door Jezus Christus.
Zo mogen we nu leven, leven met een wonder, leven onder de zegen Gods. Dit te geloven is leven, eeuwig leven. Oude Tonge P. de Jager
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's