Met Raan En Daad

PAASJARIGEN.

U schreef laatst over iemand die met Pasen dan wel op Pinksteren jarig was en die veilde weten in welk jaar dat viel. Mijn man heeft de paasdata eens vanaf 1911 uit het hoofd opgenoemd, want misschien zijn er wel méér lezers in die tijd geboren.

Volgens hem viel eerste paasdag op: 23 maart in 1913, 24 maart in 1940, 25 maart 1951, 26 maart in 1967 en in 1978, 27 maart 1921 en '32, op 28 maart 1937 en'48, 29 maart: 1959, '64 en '70, 30/3 1975, 31/3 1918 en '29. Op pi april 1923, '34, '45 en '56, 2 april 1961 en '72, 4 april 1915, '20 en '26, 5 aprü 1931, '42 en '53, 6 april 1947, '58, '69 en '80, 7 april 1912, 8 april 1917 en '28, 9 aprü 1939, '44 en '50, 10 april 1955, '66 en '77, 11 april 1971, 12 april '14, '25 en '36, 13 aprü '41 en '52, 14 april '63, '68 en '74, 15 aprü 1979, 16 april '11, '22 en '33, 17 aprü '27, '38 en '60, 18 april '49, '54, '65 en '76, 19 aprü 1981, 20 april '19, '24 en '30, 21 april '35, '46 en '57, 22 april 1962 en '73, 23 aprü 1916, 25 aprü 1943. En de vroegste paas-datum 22 maart viel vorige eeuw in 1818, maar komt deze eeuw niet voor.

— Antwoord: Knappe wiskundigen zitten daar dagen lang over te rekenen en uw man schrijft 't allemaal uit z'n hoofd op Wij hebben uw adres en telefoonnummer genoteerd voor 't geval iemand ons nog eens aan het rekenen wil zetten!

MUNTLETTERS.

Op Duitse munten zie ik wel eens een kleine letter staan, vaak een A of een D, maar ook F of G of J. Wat betekenen ze?

— Antwoord:' Duitse (en ook andere) munten worden van oudsher in verschillende steden bij de aldaar gevestigde (staats)munt aangemaakt. Verzamelaars letten erg op de muntletter, die door elk atelier in de afgeleverde munten is aangebracht, omdat de oplagen vaak erg uiteenlopen en de verzamelwaarde daardoor verschillend is per serie. Op de in Duitsland geslagen munten vindt u de volgende munttekens: A = Berlijn; B = Hannover tot 1878 en Wenen van de „Anschluss" in 1938 tot 1945; C = Frankfort am Main tot 1879; D = München; E = Dresden tot 1886 en Muldenhütten in de jaren 1887 - 1953; F = Stuttgart; G = Karlsruhe; H = Darmstadt tot 1882 en J = Hamburg.

INGEBEXEN AANRECHT.

Na het gebruik van een gootsteenontstoppingsmiddel bleek ons glimmend stalen aanrecht vol vlekken te zitten. We krijgen die er met geen mogelijkheid meer uit. Wat nu?

— Antwoord: Ten onrechte menen velen, dat een zg. roestvrijstalen aanrecht tegen alles bestand is. Dat is helaas niet waar. Scherpe zuren en bijtende middelen kunnen er vlekken in achterlaten die niet meer te verwijderen zijn. Ook poetsen en polijsten helpt niet, omdat door het zuur een deel van het chroom in de staalkorrels is weggevreten. Nu zal het gevlekte deel minder opvallen als uw aanrecht op de duur wat slyt. Gelukkig bestaan er ontstoppingsmiddelen die niet zo agressief zijn.

Let in elk geval goed op wét u koopt, en laat zo'n paardemiddel slechts druppelsgewijs in de afvoer toe, of gebruik een oude trechter.

LIJMVLEKKEN.

Mijn zoontje kreeg vlekken in zijn kleren toen hij met 'n synthetische lijm aan het knutselen was. Hoe krijg ik die eruit?

— Antwoord: U hebt het al met wasbenzine en aceton, tri en spiritus geprobeerd. Dan blijft er maar één paardemiddel over en dat is benzol.

Bedenk, dat het erg brandgevaarUjk is, dus pas het aUéén buiten toe en rook niet. Ga eerst op een zoompje na, of dit vlekken geeft. De behandelde plekken goed nawrijven met een droge doek. De lijmvlekken zuUen ook bij normale wasbeurten in moderne wasmiddelen wel minder worden, maar sUjten dan langzamer dan bij een behandeling met benzol.

GEPEPERDE KONINGIN.

Ik heb in m'n jonge jaren in Berlijn eens een soort operette gezien, die een heel gepeperde inhoud had. 't Was eigenlijk een soort nachtcabaret, met een grote „dame" erin, en marsmuziek. Ik heb zoiets nooit in ons land gezien. Kunt u nu voor mij uitvissen wat voor muziekstuk dat was? — Antwoord: Gezien de (gelukkig uit

— Antwoord: Gezien de (gelukkig uitvoerige) beschrijving in uw brief en de jaartallen dat u daar werkte, moet u in 1922 „Königin der Nacht" hebben gezien van de toen onder de artiestennaam Walter Kollo bekend geworden dirigent en componist Elimar Walter Kolodzieyski, die op 28 maart 1878 in Neidenburg (Oost-Pruisen, nu Polen) geboren werd. Deze schreef eigenlijk een soort kluchten met zang en dans, die voorzien werden van eenvoudige, maar vlotte en veelal gewaagde liedjes. In de regel werd geen walsmaat gebruikt, maar was de mars er troef. Dit genre, dat daar door Paul Lincke is gantroduceerd, werd in de muziekwereld „de Berlijnse operette" genoemd, in tegenstelling tot de romantischer Weense operettes die wij hier regelmatig zien. Van Walter KoUo zijn wel enkele Weense operettes bekend geworden, want hy componeerde o.m. „Der Juxbaron" (in 1913), die in ons land veel succes beleefde onder de titel De boemelbaron. Walter schreef zelfs in 1921 al „Blume von Hawaü", dus lang voor Paul Abraham zijn operette onder die titel in 1931 in première liet gaan. Walter moest eigenlijk van zijn vader koopman worden, maar dank zij zijn moeder mocht hij muziek gaan studeren in Sondershausen en in Königsberg. In de laatstgenoemde plaats werd hij dirigent, daarna werkte hij enige tijd in Stettin. Vanaf 1901 maakte hij te Berlijn naam als schlager-componist. Hij overleed op 30 september 1940 te Berlijn.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen