Badwater
En wij maar wachten vorig jaar op kleine gansjes!
Ja, onze veestapel telt ook ganzen. Twee stuks: een mannetje en een vrouwtje, tenminste, daar heb ik ze voor gekocht. Een witte en een bonte, die we ter plekke gedoopt hebben in Hans en Grietje. Wie nu Hans en wie Grietje was, daar zouden we nog wel achter komen. Erg leuke beesten, vind ik. Koddig is het juiste woord.
Ik had totaal geen verstand van zulke beesten; wist zelfs met wat ze moesten eten. Ook had ik er nooit bij stil gestaan, dat ganzen eieren kunnen leggen. Heeft u wel eens zulke eieren gezien? Kolossaal! Tussen de ganzen lopen ook een paar krielkipjes. Het verschil in eieren? Mint en maxi!
Maar goed, toen er eieren verschenen, was het zelfs voor mij niet moeilijk om man en vrouw van elkaar te onderscheiden. Het bleek dat de bonte het vrouwtje was: die legde de eieren. Toen er zeven stuks lagen, ging ze er op zitten. Ze blééf zitten, zeven weken lang. De witte — het mannetje dus — ging alleen op stap en liet zijn vrouwtje het werk alleen doen. Zes weken broeden is voldoende, zo had ik mij laten voorlichten. Ik heb haar maar een weekje extra laten zitten, omdat zij in het begin nogal eens weg liep. Na die zeven weken heb ik haar van het nest gejaagd. Mèt gevaar voor eigen leven, dat wel. Want waken kunnen ze! Helaas hoorde ik geen gepiep: de eieren bleken onbevrucht. Jammer, maar ze waren nog jong, dus volgend jaar beter.
Intussen had ik mijn licht eens opgestoken bij een ganzenkenner. Van hem kwam ik te weten dat bevruchting in het water plaats^ moet vinden. Onze ganzen hadden geen water, behalve drinkwater. Daar lag dus de fout. Dat euvel werd verholpen door een oud bad in te graven. Dat werd gevuld met water, zodat ze naar hartelust konden spartelen. Succes verzekerd!
Inmiddels waren we er ook achter gekomen, dat ze de boel goed in de gaten hielden. Geen auto kan voorbij komen, of ze hebben het in de smiezen. Komen dan luid „gakkend" hun ongenoegen hierover kenbaar maken. Deze „ganzenzang" houdt aan tot de vreemdelingen weer weg zijn. Of dat nu middenin de nacht is of overdag, daar stoort ons tweetal zich niet aan. Persoonlijk vind ik dat niet zo erg, ik slaap goed. Maar buurman
A^M is het inmiddels weer voorjaar. Al onze hoop was gevestigd op kleine gansjes. Weer werd er een nest gemaakt. Regelmatig ook wordt het bad benut voor „het ritueel". Nu kan er dus niets mislopen. Maar, wat nu? Hans bouwt ook mee aan het nest, erger nog: gaat er op zitten en legt een ei! Gedaanteverwisseling?
Niks hoor. Op een gegeven moment gaan Hans en Grietje gezusterlijk (!) op het nest zitten en produceren gezamenlijk een ei. Twee vrouwtjes dus. Daar helpt zelfs geen badwater aan.
Geen ganzenkuikens dus. Ik hoop dat de krielkippen het beter doen. Dan hebben we tenminste nog wat.
Het verschil tussen een haan en een hen is duidelijk te zien, zelfs voor een overlander.
Er loopt een haan bij, dus
De Bonte Hond
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 april 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's