Ex-Pla�tena�r bouwt Clavecimbels en Virginalen
^ Morgenavoïid dia-lezing in IVliddeiiiarnis
De belangstellende orgel- en muziekvrienden heoben kennis kunnen nemen van het feit tlat de Vereniging van Orgeivrienden morgenavond, zaterdag 22 maart een vergauering zal houden in het vergaderloKaal van de Chr. Ger. Kerk te MidüelJïarnis aan de Hoflaan. Met is een goeae gewoonte van deze vereniging om regelmatig vakmensen op het geaied van muziek- en/o£ instrumentennouwkunde uit te nodigen die dan tijdens een vergadering in ae geiegenneid worden gesteld een en ander over hun „metier" te vertellen.
Bij de vergadering van zaterdagavond (die vrij toegankelijk is voor belangstellenden) en half acht begint, zal de Scnoonhovense clavecymbelbouwer Cornells Bom een lezing houden over zijn beroep.
Daar de heer Bom uit onze omgeving afkomstig is en het vak van clavecymbelbouwer niet erg algemeen is, hebbeii we deze ,,ex-plaetenaer" eens opgezocht in het vriendelijke aan de Lek gelegen Schoonhoven.
Cornells Bom woont samen met zijn vrouw Floortje en vijf kinderen m het landelijk gelegen Schoonhoven. Als we de trap opgaan in het ruime huis komen we in zijn werkplaats, de ruimte waar hij zijn mstrunienten bouwt. Op de werktafel ligt een clavecymbel in aanbouw. Ook staan enkele klavieren gereed om in de instrumenten geplaatst te worden.
„Ik ben in de Plaat (Ooltgensplaat) geboren als zoon van Huub Bom en Coi-nelia Trommel. Mijn vader (hij overleed 5 jaar geleden) werd in de Plaat altijd „sigare-Bommetje" genoem.d; dat kwam door de omstandigheid dat we een winkel dreven in rook- en snoepartikelen.
Is het niet merkwaardig dat een zoon van een sigarenboer clavecymbelbouwer wordt?
Eigenlijk niet zó, hij was wel sigarenboer, maar daarnaast knutselde hij veel. Een gouden tijd was voor hem de periode na de watersnoodramp van 1953. ïoen waren veel muziekmstrumenten, lees harmoniums, door het water danig ver-, meld. De instrumenten die nog enigszins! te herstellen waren trachtte hi] te re | pareren. |
Dat was altijd heel bijzonder als hij aan de gang gmg. In het kleme woonkamertje gmg een deken over de taiel, hierop werd dan het „waetururgul" gelegd. Bij het op de tafel leggen vieien meestal grote stukken opgearoogd slik op de grond. Dan werd voorzicnug be- I gonnen met de demontage. j
De verschillende onderdelen kwamen in allerlei sigarendoosjes terecht, ieder onderdeeltje probeerde hij te repareren.
De sfeer die dit alles opriep — het waren altijd de winteravonden — zal ik nooit vergeten."
„Misschien heeft dit alles me toen geïnfecteerd, je kunt eigenlijk zelden zeggen hoe iets begint. Belangrijker is dat je begint! |
Hoe lang doe je dit al? 1
„Ik ben in 1968 begonnen met mijn eerste pogingen een instrument te bouwen. Wel moet ik zeggen dat ik toen inmidels getrouwd was en een tamelijk uitgebreide chemische studie achter de rug had. Het bouwen van muziekinstru-: menten was een aardige vrije-tijdsbe-: steding. In die periode, we woonden in Delft in een kleine flat, bouwde ik instrumenten in de slaapkamer. Als ik' 's avonds min of meer gedwongen werd de horizontale houding aan te nemen, schoof Ik simpelweg het bouwsel onder bed. (vaak tot ongenoegen van mijn wederhelft).
In Delft werkte ik in de proces-technologie. Een belangrijke verandering was mijn werkkring bij een instituut dat zich bezighield met onderzoek naar drinkwaterbereiding. Hiervoor moest ik vaak onderzoek doen met proefinstallaties die opgesteld stonden bij de grote rivieren. De verhuizing van Delft naar het aan de Lek gelegen Schoonhoven heeft hiermee te maken".
„Met het .bouwen van muziekinstru- | menten ben ik steeds doorgegaan. Op I
een zeker moment werd de drang om muziekinstrumenten te bouwen groter dan mijn oorspronkelijke beroep. Vandaar dat ik drie jaar geleden volledig ben overgestapt naar het bouwen van clavecymbels en virginalen".
Een hele stap lijkt me zo, jullie hebben een voor deze tijd tamelijk groot gezin en je had een goede baan?
„Het is inderdaad een hele stap geweest. Van zekerheid naar de toch altijd wat onzekere omstandigheden van het zelfstandige beroep. We hebben er echter geen spijt van gehad. Het vak is bijzonder boeiend. Wanneer je instrumenten bouwt en je doet dat op kleine schaal (ik werk er geheel alleen aan) dan is ieder nieuw instrument w€ • 11 r i |., i - nende zaak. Dat komt door >i • ]" i 'nting dat je steeds verder k'jpi n M . verbeteren van de klank nu > I' i'ji k afwerking en decoraties. Er wordt tamelijk absol i'i i". r 11-
Er wordt tamelijk absol i'i i". r 11- strumentenbouwers gedacti D • i 11 - heid is dat ieder instrume) 1 • ' \ - • - geeft van de kennis en \ .r( ^rn . i die je op dat moment hebt
Een bekende orgelbouwej • ni' . j dat hij wel kon huilen als ) i i> • i k • - uit zijn beginperiode. Ik j'i'.i ^ /i„^iii dat hij daarin niet alleen si .i. t
Waarop baseer je je, wat het model van het instrument betreft?
„Goede vraag. Zoals je weet is het maken van copién tegenwoordig zeer in de mode. Het is zelfs mogelijk om een „copie" in onderdelen aan te schaffen. Met het maken van een copie hen je
Met het maken van een copie hen je er echter niet. Wat de klemk betreft, kun je je nergens op oriënteren. Wanneer historische mstrumenten, bijv. clavecymbels worden gerestaureerd, dan is het vrijwel nooit mogelijk het instrument te laten klinken, zoals het eens heeft geklonken.
Er zijn bij de restauratie te veel gedwongen concessies gedaan. Neem alleen maar de invloed van houtworm en het inwerken van vocht op hout. Het is eigenlijk zo, dat geen enkel 16e of 17e eeuws gerestaureerde clavecymbel een juist beeld geeft van de oorspronkelijke klank. Het is dan ook niet juist om deze klank voor onze hedendaagse instrumenten tot standaard te verheffen. Helaas wordt dit te veel gedaan.
Helaas wordt dit te veel gedaan. Waar ik mij op heb georiënteerd zijn de technieken die bij het vervaardigen van historische Instrumenten werden toegepast. Dus: welke hout verbindingen, welk gereedschap enz. enz. Voor wat betreft de klank, heb ik me zeer georiënteerd op diveise o^igmele instrumenten die uit die periode stammen zoals: orgels, blokfluiten, gamba's enz.
Op basis van deze studies denk ik enigszins een idee te hebben hoe de instrumenten die bijvoorbeeld in de Zuidelijke Nederlanden van de 16e en 17e eeuw werden gebouwd, hebben geklonken.
Daarom bouw ik geen strikte copién, maar ik tracht met huidige materialen, en dan gaat het in hoofdzaak over het snaarmateriaal, een instrument te bouwen dat krachtig, direct en rond zonder bijgeluiden in de klank, klinkt".
Komt dit ook op de lezing ter sprake?
„De lezing zal in hoofdzaak gaan over Antwerpen als centrum van de Vlaamse clavecymbelbouwkunst. Met behulp van een serie dia's zal getracht worden de gewoonten en intenties te achterhalen van de historische muzikant en instrumentenbouwer. Het is altijd moeilijk de waarheid te achterhalen, daar verschillende uitleg mogelijk is. Wel kan je aan de manier van werken een indruk krijgen of er orde heerste, of ze rustig konden werken en of ze hun vak beheersten.
Tekenend vind ik dat het klavierraam van een Ruckers Instrument, gebouwd in 1615 te Antwerpen na 365 jaar nog steeds niet uit elkaar ligt of krom getrokken is".
Na de lezing kan een in 1979 gebouwd virginaal bespeeld worden.
Tekst en foto's A. Bom.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 maart 1980
Eilanden-Nieuws | 14 Pagina's