Met Raad En Daad
Deze vraag- en antwoord-nibriek staat geheel ten dienste van de lezer die er kosteloos gebruik van kan maken. Uw vragen op velerlei gebied kimt u sturen aan: Redactie Eilanden-nieuws, postbus 8, IVfiddelhamis, met in de linkerbovenhoek „Vragen-rubriek" vermeld. De vragen worden door deskundigen beantwoord en zullen binnen enkele weken na de inzending compleet met antwoord in deze rubriek worden gepubliceerd.
GESTEENTE.
Hierbij wat gruis. Het is afkomstig van een steen die iemand ooit in zijn geheel kocht. Maar bij aanraking met een scherp voorwerp valt die steen uiteen.
Hoe kan dat?
— Antwoord: Als u dat precies wilt weten kunt u wat gruis opzenden naar TNO Delft, afd. Materiaalonderzoek. Dit kost u enkele honderden guldens, maar dan weet u ook de analyse tot in ppm.
Wij kunnen u slechts meedelen, dat het om een brok pyriet gaat. Zoals u weet is dit in elk geval een zwavelhoudend gesteente. Door oxydatie van de zwavel treden spanningen op in de steen. En dat maakt, dat het geval uiteen springt zodra men het aanpakt. Er zijn veel soorten pyrietgesteente zoals arseenpyriet, koperpyriet, glaukopyriet, ferropyriet enz. Maar dat kan alleen via een zeer duur chemisch en mikroskopisch onderzoek vastgesteld wordden.
ZOUT.
Vanwege mijn hoge bloeddruk mag ik slechts weinig zout gebruiken. Nu hoor ik, dat er in Duitsland Markel-Salz te koop is en dat dit wèl gebruikt mag worden. Anderen zeggen, dat dit gelijk is aan gewoon zout. Wat is nu waar?
— Antwoord: Er bestaan duizenden soorten zouten, maar wat wij eten is keukenzout, natriumchloride. Nu is daar van niet het chloor maar de natrium de boosdoener. Vandaar dat men gezocht heeft naar andere chloriden met zoute smaak. Eén daarvan is ammoniumchloride, ook wel salmiak genoemd. Dit smaakt inderdaad zout (denk aan salmiakdrop) en bevat toch geen keukenzout.
Het is het belangrijkste bestanddeel van Markel-Saltz. Wij menen daarom dat u dit surrogaatkeukenzout dus wel zou mogen gebruiken. Overigens zijn er ook tientallen kruiden waarmee u flauwe spijzen hartelijker kunt maken.
CENT UIT 1878.
Heeft de oude cent uit (waarschijnlijk) 1878 waarde?
— Antwoord: Wis en drie. Ook al zijn er ruim honderd jaar geleden zo'n 53.900.000 stuks van aangemaakt met het jaartal 1878, deze bronzen cent staat in de catalogussen voor circa ƒ 50,— geprijsd, mits stempelnieuw bewaard. Omdat u het woordje „waarschijnlijk"
Omdat u het woordje „waarschijnlijk" toevoegt in uw brief en wij het jaartal in uw potloodoverdruk ook niet kunnen ontcijferen, blijft het echter de vraag of het wel een munt uit die jaargang is.
Bovendien zijn gesleten munten heel wat minder waard dan de ongebruikte.
Zou het een exemplaar zijn van 1877, dan betreft het 't eerste jaar van uitgifte van dit nieuwe type. Daarvoor werden immers nog die koperen centen met de gekroonde W van koning Willem I gebruikt. Omdat er dat jaar slechts 6.100.000
Omdat er dat jaar slechts 6.100.000 zijn geslagen, staan ze stempelnieuw voor ƒ 125,— geprijsd en in diverse stadia van slijtage naar verhouding minder. In 1879 kwamen er geen centen van de pers.
ZINKEN CENT 1942,
Wat is de waarde van een cent uit 1942, die waarschijnlijk uit blik vervaardigd is?
— Antwoord: Het is geen blik, maar een cent uit zink. Tijdens de Duitse bezetting werden de zilveren en bronzen munten ingenomen en vervangen door zinken exemplaren en papiergeld (zilverbonnen van ƒ 2,50 en ƒ 1,—) omdat het muntmetaal voor oorlogsdoeleinden bestemd werd. Op de voorzijde staat een rechtkruis met het woord Nederland en aan de keerzijde de waarde-aanduiding 1 cent met vier golven en een korenaar, waaronder het jaartal. Die zinken munten uit de bezettingstijd dragen geen muntmeestersteken.
In 1942 zijn de meeste centen aangemaakt, namelijk zo'n 241 miljoen. Daardoor ligt de waarde beduidend lager dan die van de oorlogscenten uit bv. 1941 en 1944. Gezien de potloodovertrekken is uw munt nog in redelijke staat en kunt u er ƒ 2,50 a ƒ 5,— voor vragen.
Muntenverzamelaars hebben graag dgl. zinken munten, daar de meeste Nederlanders ze gauw weggedaan hebben na de oorlog en er dus niet zo heel veel in de verzamelingen terecht zijn gekomen. Bovendien wordt het zink spoedig aangetast.
DUBBELTJE 193G.
Is het dubeltje uit 1936, waarvan ik overtrekjes meestuur, iets waard? Zo ja, hoeveel?
— Antwoord: Weinig. Toen in het begin van de bezettingsjaren de Duitsers zinken munten lieten slaan, verdween er heel wat zilvergeld in de spaarpotten en geheime bergplaatsen, en dat is na het vertrek van de nazi's natuurlijk weer weer boven water gekomen.
Stempelnieuw staan ze voor circa ƒ 15,— in de catalogus, en gebruikt voor lagere prijzen, naar gelang de slijtage. De inmiddels gestegen zilverprijzen
De inmiddels gestegen zilverprijzen hebben de waarde wel wat verhoogd, maar de echte muntverzamelaars zullen wel voldoende van die zilveren dubbeltjes in hun bezit hebben. Er is nu weinig vraag naar en zeker
Er is nu weinig vraag naar en zeker niet naar sterk gesleten exemplaren.
Als u er een paar gulden voor maakt, is dat meegenomen.
NOTEN.
Op een terrein waar vroeger vuilnis met kolenas werd gestort heb ik twee notebomen geplant. De ene groeit hard, de ander niet en heeft veel dood hout. Op de plek waar ze staan was eer
Op de plek waar ze staan was eertijds een dorenhaag. Nu zeggen ze, dat je steenvruchten niet moet snoeien. Maar ik dacht dat die ene boom er wel van zou opknappen.
— Antwoord: Steenvruchten zijn kersen, perziken, morellen en pruimen. Wie u dus raadde, heeft geen verstand van fruitteelt! Noten mag u 's winters gerust snoeien. Of dat helpen zal is echter de vraag, gezien merkwaardige ondergrond van uw terrein. Het was beter geweest die grond een jaar braak te lat enliggen, goed diep los gemaakt nah et egaliseren. De gifstoffen uit de kolenas waren dan namelijk geoxydeerd.
Nu dat niet gebeurd is, zult U er in moeten berusten. Dat populieren daar wèl hard groeien zegt niet veel. Dat zijn geharde bomen.
In elk geval zullen de restanten van de dorenhaag u wel geen parten meer spelen. Snoei dus gerust wat in, dat zal na een paar jaar zeker resultaat geven. Iets oude mest of chilisalpeter bij de slecht groeiende boom mag u ook geven.
PENSELEN SPOELEN.
In het boekje „Schilderen met olieverf voor amateurs" van ir. J. P. Walkema- Blouw van 1963 lees ik, dat men penselen kan reinigen met terpentijn, sunlightzeep en benzine. Wat is nu het beste voor de penselen? Ik gebruik altijd petroleum.
— Antwoord: U hoeft uitgespoelde pen selen niet af te drogen, want de genoemde stoffen verdampen snel. Het is alleen nodig als u met sunlightzeep reinigt; het blik van het penseel zou dan gauw gaan roesten. Overigens menen wij, dat die zeep toch wel heel zelden voor uw doel gebruikt zal worden en dat benzine ,petroleum en terpentijn veel beter zijn.
Wat deze drie betreft geven wij de voorkeur aan terpentijn. Benzinedamp ontvlamt heel gemakkelijk en is dus gevaarlijk. Terpentijn heeft het voordeel, dat de verf er in bezinkt (althans bij de meeste soorten verf) en men dus de schone vloeistof er gauw af kan hevelen of schenken. Ook menen wij dat de meeste verf wat beter oplost in terpentijn. Petroleum is alleen wat goedkoper.
LA MAISON a VAPEUR.
Vóór de oorlog las ik een boek van Jules Veme. Het ging over een tot olifant omgebouwde lokomotief die op stoom liep en voer. Daarmee werd een uiterst avontuurlijke tocht gemaakt door het oerwoud en men stookte met het hout dat daar rijkelijk aanwezig was. Maar bij navraag blijkt niemand zich dat boek te herinneren.
— Antwoord: Sterker nog: het ontbreekt in bijna alle opsaommingen van de ruim 80 boeken die Veme bij elkaar fantaseerde. Maar het bestaat wel degelijk. Het heet „La maison a vapeur" (Het stoomhuis) en werd door de grote fantast geschreven in 1880, vlak na „Les tribulations d'un Chinois".
Omdat op al Veme's werken toch al lang geen auteursrecht meer bestaat, wordt het door iedereen herdrukt, soms opnieuw vertaald, soms in stripvorm en dus ook al dan niet geïllustreerd! U begrijpt dat Jules' werk zich daar uitstekend voor leent. Voorzover ons bekend werden de laatste herdrukken in het Nederlands verzorgd door Elsevier, Amsterdam 1975 en door Ridderhof, Ridderkerk, 1974. Daarvóór en vooral tussen 1900 en 1940 is het aantal herdrukken legio maar... Het stoomhuis ontbreekt bijna altijd. Nu u de titel weet, zou u eens naar
Nu u de titel weet, zou u eens naar de Koninklijke Bibliotheek tn Den Haag kunnen gaan. Daar heeft men zo ongeveer alles wat ooit in ons land herdrukt is.
Een beschrijving van boek, inhoud en ontstaan vonden wij in E. Franquinet, Jules Veme en zijn wondere reizen, Zeist-Antwerpen 1964. En daarbij moeten wij het laten. Vermoedelijk hebt u er een stripverhaal van gelezen.
KATTE-OOG.
Wat voor licht is dat, wat katte-ogen uitstralen in het donker, zodat zij in 't pikkedonker kunnen zien?
— Antwoord: Daarover bestaan blijkens uw brief veel misverstanden. De ogen van nachtdieren geven zelf geen licht en als het werkelijk pikdonker is, kunnen deze dieren ook niets zien en moeten ze afgaan op hun goed ontwikkelde reuk- en tastzin. Achter het netvlies van hun ogen ligt geen pigmentlaag, maar een spiegelend oppervlak. Het weinige licht dat er 's nachts
Het weinige licht dat er 's nachts in de regel wel is, wordt daardoor weerkaatst en tegelijk door de ooglens geconcentreerd tot een lichtbundel.
U kunt de werking vergelijken met die van een reflector, die het licht door één of meer lensjes terugzendt, zodat die zwakke lichtstraal op een prooi kan worden gericht.
SCHADELIJK TV-SPEL.
Onze buren beweren, dat ons TV-spel erg schadelijk is voor de beeldbuis. De leverancier zei, dat 't erg meeviel. Wie heeft er gelijk?
— Antwoord: Dat hangt af van het gebruik. Als er vaak overdag wordt gespeeld, omdat er dan geen t.v.-programma's zijn, wordt de intensiteit (helderheid) van de beeldbuis lange tijd hoog opgedraaid, resp. op maximum gesteld. Dit is niet best en moet daarom worden voorkomen, bijvoorbeeld door tijdens het spelen alle overgordijnen te sluiten of de kamer op andere wijze te verduisteren. Voorts brandt een lang stilstaand beeld in op het scherm.
De lijnen van een tennisveld of ander speelvlak blijven dan op de duur zichtbaar, zelfs als het toestel is uitgeschakeld. Dit inbranden geldt zowel voor zwart-wit alsook voor kleurenontvangers en is moeilijk te voorkomen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's