Overdenking uit de Heilige Schrift
WELKOItfE ONTVANGST?
„En zü ontvingen Hem niet, omdat Zvjn aangezicht was als reizende naar Jeruzalem".(Lukas 9 : 53)
Tegen het vallen van de avond wandelen zij het dorpje binnen. Hun komen heeft een duidelyke bedoeling. Hun Meester, Christus heeft hen als boden voor Zich uitgezonden om voor Hem herberg te bereiden, onderdak te zoeken. Ze moeten een plaats zien te vinden,
Ze moeten een plaats zien te vinden, waar Hij met zyn jongeren zal kimnen overnachten. Dat zal, naar mag worden aangenomen niet al te grote moeilijkheden opleveren. Een beroep op gastvryheid deed je in het oude Oosten allerwege niet licht tevergeefs. Gastvryheid is gastvriendschap en die onthield men eigenhjk niemand. Daarvoor stond deze deugd in te hoge eer. Ja, ze werd zelfs heilig geacht. Ontzeggen betekende in dit verband ontheiligen. Daarvoor hoedde men zich wel. Nee,
Daarvoor hoedde men zich wel. Nee, deze boden behoeven zich geen zorg te maken over de uitvoering van de opdracht van hun Meester. Al is het dan ook dat het dorpje dat ze binnenwandelen een „vlek der Samaritanen" is (vs. 52).
U weet wel, Joden en Samaritanen lagen elkaar niet, mochten elkaar niet. Daarvoor waren de onderlinge verschillen te groot, de geschillen te talryk.
Verschillen in afstamming en geschiedenis. Geschillen over godsdienstige kwesties als de plaats van het ware heiligdom en de taak van de verwachte Messias (vgl. Joh. 4).
Uit buitenbybelse beschiedenisboekjes weten we bovendien dat ook de politieke visies verschillen. Over de Romeinse bezetters waren de Samaritanen in het algemeen mUder gestemd dan de Joden. Maar om die redenen zou toch niet de gastvryheid geweigerd, de gastvriendschap ontheiligd worden. Indien nodig zullen de boden een goed woord doen voor hun Meester, dan zal het best in orde komen
Maar wat lezen we in de tekst? „En zy ontvingen Hem niet". Waarom niet? Omdat ze Joden waren? Nee, althans dat is niet de hoofdzaak. Het is een bykomende faktor, meer niet. We moeten trouwens de tekst nauw
We moeten trouwens de tekst nauwkeurig lezen. Dan merken we: het gaat niet om hen, maar om Hem. Niet om deze boden, niet om de discipelen, maar om hun Zender en Meester.om Jezus. Ze ontvingen HEM niet
Lukas geeft daarvoor ook de reden op: „omdat zyn aangezicht was als reizende naar Jeruzalem". Dat wü zeggen: Jezus is de kruisweg ingeslagen, de weg van smaad en hoon, bespotting en verachting, van lyden, sterven en weer opstaan. Deze weg gaat Hy in volle gehoorzaamheid aan de Vader om de weg tot de troon der genade te ontsluiten. Voor wie? Voor zondige, schuldige mensenkinderen, van wie geldt: „wy keerden ons een ieder tot zyn weg", een weg van de levende God af, ten dode.
Brengt dat u niet tot verbryzeUng des harten, tot verootmoediging en verwondering? Of wilt u daarvan niet weten, van uw zonde en schuld voor God? Zoekt u uzeU te handhaven en te rechtvaardigen in eigen vroomheid en godsdienstigheid?
Dan is het kruis u een ergernis. Dan ergert u zich aan Christus, die de weg gaat naar Jeruzalem. U ontzegt Hem de toegang tot uw leven, U ontvangt Hem niet.
„zy ontvingen Hem niet..." Waarom niet? Omdat ze zich ergerden aan Jezus, op weg naar Jeruzalem. Hy reist naar Jeruzalem. Deze Samaritanen hebben enigszins begrepen wat dat inhoudt, al konden de boden hen niet nader uitleggen, omdat ook zg het ten diepste niet verstonden. Ze hebben begrepen — en er zich aan geërgerd, dat Jezus hun godsdienstigheid voorby gaat.
Hy komt niet htm eigen heiligdom herstellen op de berg Gerizim; Hy gaat naar Israels tempelberg. Maar ook dear herstelt Hy niet het heUigdom van eigen vroomheid en gerechtigheid. Nee, Hü streept dat door, door Zyn dood, Hy door-kruist het
„Omdat Zijn aangezicht was als reizende naar Jeruzalem". Dat houdt in: Hy staat niet in verwondering stil by myn religieuze bouwwerken en tempelbergjes. Hy houdt geen halt by myn vroom gemoed, religieuze gevoelens of goede bedoelingen. Daarom is Hy niet welkom. De profeet Jesaja zegt: „wy keerden ons een ieder naar zijn weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen".
wy ieder naar zün eigen weg. Het gaat dus niet enkel over hen die de „Bree veertien" opgingen, maar evenzeer om u die zulk een nette, godsdienstige weg bewandelt. Ook zulk een gaan valt onder de veroordelende noemer „ongerechtigheid". Als de Heere Christus vraagt binnen te komen in uw leven — en Hy zendt nog Zyn boden, die met zyn Woord by u aankloppen — dan vraagt Hy toegang als Borg en Middelaar en niet anders. Niet als Degene die halt houdt om te bewonderen, maar Die de weg ging om weg te dragen.
„zy ontvingen Hem niet". Daarvan moeten we toch maar niet vreemd opkyken. Want van huis uit moeten wy Hem
Want van huis uit moeten wy Hem niet. U niet en ik niet. Zó niet.
Wegdragen wegdragen als schuld. Heere, dat niet! Neerzetten, oprichten opknappen, desnoods, waar nodig. Maar niet opnemen, op U nemen als schuld om weg te dragen. Dat niet. Zo worden wy aan Hem geërgerd. Zo ontvangen we Hem niet.
Ja, een beeld van Jezus — en we hebben zo ieder ons eigen Jezus-beeld — kun je byzetten in je eigen heiligdom. Maar als we met de Heere Christus vanuit het Woord van doen krygen, zoals Hy is, de Schuldovememende Middelaar, dan wyzen we Hem de deur, geërgerd... Zalig echter hy, die aan Hem niet geërgerd wordt. Zalig u, die Hem nodig krygt, juist als "gaande naar Jeruzalem", als wegdrager van uw schuld.
U, die de HEERE gehjk leert geven in het kennen van uw ongerechtigheid, in zyn veroordeling van uw leven. Hoe welkom wordt u dan deze Jezus.
Hoe welkom wordt u dan deze Jezus. Maar, vraagt u, zou Hy by my ? Meent niet dat Hy u voorby gaat, zyn intrek by u zeker niet zoekt te nemen. Hoor Hem vragen juist zo door u ontvangen te mogen worden by monde van zyn boden, de dienaren van het Evangelie. Ook in deze woorden, die u nu leest klopt Hy door één van Zyn boden by u aan, toegang vragend. Hy is nooit onwillig Zijn intrek te nemen by u, als u maar niet onwillig bent om Hem te ontvangen.
Maar, zegt u, hoe zal ik Hem ontvangen? Zoals Hy zich aandient in het gewaad van het Woord. „Ontvang dan met zachtmoedigheid
„Ontvang dan met zachtmoedigheid het Woord, dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zaligmaken. En zijt daders van het Woord en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende".
D. D. D.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 maart 1980
Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's