Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Fransche koopmanszoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Fransche koopmanszoon

Vervolgverha Al

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jakob was evenwel vast besloten, niet naar Nantes terug te keren, zolang hij daar niet zijn geloof zou mogen belijden. Nu Jakob niet vrijwillig naar Nantes

Nu Jakob niet vrijwillig naar Nantes wilde terugkeren, spoorde zijn Vader zijn Roomse vrienden aan, hem met list naar Frankrijk te voeren. Wel hadden de plannen tot hiertoe schipbreuk geleden, maar ze moesten het maar niet opgeven. De oude heer Hanapier meende altijd nog, dat Jakob, als hij maar weer goed en wel in Nantes was, zijn Protestantse ideeën wel zou laten varen.

Op zekere morgen vervoegde zich aan het kantoor van de firma Westerman en Co. een net gekleed heer, die vroeg de chef, meneer Cijferman, te mogen spreken. Toen hij bij deze toegelaten was, vroeg hij naar zijn jonge klerk Hanapier en verzocht, of meneer Cijferman hem niet enige inlichtingen omtrent deze wUde verschaffen. Ook zou hij het op hoge prijs stellen, als hij de bediende zelf even spreken mocht.

Meneer Cijferman gaf goede inlichtingen over Jakob en stelde daarop de vreemde heer in de gelegenheid, kennis met hem te maken. De vreemdeling, die een heel voor

De vreemdeling, die een heel voornaam voorkomen had, nam Jakob terstond in door zijn minzame toon en aangename manieren.

Hij vertelde, dat hij meneer Cijferman met veel lof van hem had horen spreken en nu verzocht hij, hem een dienst te bewijzen. Hij was hier vreemd en wüde gaarne enige bijzonderheden van Rotterdam zien en tevens ingelicht worden omtrent enkele handelslnstellingen in Rotterdam. Hij had een rijtuig gehuurd en ze zouden een rondrit maken en onder de hand konden ze dan over het een en ander spreken. Jakob keek wat verwonderd op, dat

Jakob keek wat verwonderd op, dat die vreemde heer met dat voorstel bij hem kwam, doch deze voorkwam z'n vraag door te zeggen: „Misschien bevreemdt het u wel wat, dat ik dat verzoeken niet tot een der oudere bedienden richt, maar ik heb gehoord, dat u uit Frankrijk afkomstig zijt en Frankrijk is ook mijn vaderland. Ik ben nu lang genoeg in Holland om die taal vloeiend te kunnen spreken, maar ik zou het prettig vinden, als we nog eens echt samen in 't Frans konden converseren. Als je 't aanneemt, haal ik je van middag hier aan 't kantoor af."

Jakob maakte eerst nog wat tegenwerping, maar liet zich ten slotte overhalen. Rijtuigen of karossen waren nog niet zo algemeen en een rondrit je met die vriendelijke heer lachte hem wel toe. Bescheiden vroeg hij naar zijn naam en woonplaats, waarop de vreemdeling zei, dat hij Séduct heette en nu al jaren in Amsterdam woonde. Met de belofte, dat hij om vijf uur met het rijtuig aan het kantoor zou zijn, ging de heer Séduct heen.

's Middags liet Jakob thuis een boodschap achter, dat het wel eens wat laat kon worden, eer hij thuis kwam, want dat hij na kantoortijd nog uit moest.

Toen dan ook om vijf uur de boeken werden dichtgeslagen en de bedienden zich, de een na de ander verwijderden, zag Jakob een koets voor de deur staan. De koelsier zat op de bok en meneer Séduct stond bij het portier op Jakob te wachten.

Toen deze buiten kwam, wenkte de vreemdeling hem en verzocht hem, terstond in te stappen. Hij gaf nog enige bevelen aan de koetsier en kwam toen zelf in 't rijtuig. Het portier klapte dicht en het rijtuig rolde weg.

Zodra meneer Séduct tegenover Jakob in het rijtuig gezeten was, begon hij op een aangename wijze een gesprek in 't Frans. Het bleek al spoedig, dat Jakob zijn moedertaal ook nog niet verleerd was en zo druk waren beiden in het gesprek, dat aan het doel der reis schijnbaar niet meer gedacht werd.

Eindelijk keek Jakob op en bemerkte, dat het rijtuig de stad uitgereden was. Ze reden in de richting Delfshaven en Vlaardingen.

Dat bevreemdde hem zeer en hij vroeg aan zijn reisgenoot: „Maar we komen helemaal buiten de stad, dat is toch uw doel niet?"

„Och, mijn doel is al voor een groot deel bereikt, als ik zo aangenaam met u kan praten. Maar als u nu zo weer uw moedertaal kunt gebruiken, voelt u dan geen begeerte om weer eens in uw eigen Vaderland te komen?"

„Ja, ik zou er heel graag weer eens zijn, maar dat kan nu niet. Laten we daarover maar niet praten."

„Wel, waarom niet? Ik hoor, dat je Vader een grote handelszaak in Nantes heeft. Zou je daar niet graag in wezen? Me dunkt, je moet daarnaar wel verlangen."

De heer Séduct liet het stijve „u" achterwege en begon meer vertrouwelijk Jakob met je en jij aan te spreken. „Ik verlang er ook dikwijls naar, maar

„Ik verlang er ook dikwijls naar, maar daar zijn redenen, waarom ik thans niet naar Frankrijk kan gaan, maar daar spreek ik liever niet over." „Dat is toch niet goed van je. Ik heb

„Dat is toch niet goed van je. Ik heb gehoord, dat je Vader graag wil, dat je thuis komt. Dat moet toch wel wat betekenen voor je, zou ik zeggen. En dan je Moeder, die dag en nacht naar je verlangd. Verlang jij nu nooit eens naar je Moeder?"

Jakob kreeg tranen in de ogen en hij moest zich bedwingen, om niet in schreien uit te barsten. Hij zei evenwel alleen: „Mijn Moeder zou ik graag eens terugzien."

„Maar niets is gemakkelijker dan dat. Je Moeder lacht van blijdschap, als ze je weerziet. Als je moedwillig wegblijft trap je haar op het hart. Mij dunkt, als er nog een beetje ouderliefde en ook nog een beetje vroomheid bij je is, dan moet je zo gauw mogelijk naar Nantes toe. Je Moeder wacht dag en nacht op je."

Jakob kreeg het erg te kwaad, toen de vreemde heer zo over zijn Moeder sprak. O, die lieve Moeder, wat had hij toch altijd veel van haar gehouden. Hij zei evenwel niets, maar keek stil voor zich.

De heer Séduct, die bemerkte, hoezeer hij een tedere snaar in Jakobs hart had aangeraakt, ging nog voort en zeide:

„Je bemerkt wel, dat ik het een en ander van je familie weet. Ik kan je verzekeren, dat je Moeder veel onder je vertrek geleden heeft. Wat heeft ze menige nacht wakker gelegen, als ze aan jou dacht, daar ver weg in 't vreemde land. Wat heeft ze menigmaal tot de Heilige Maagd gebeden, dat deze je toch mocht bewaren.

O, als je de tranen zag, die je Moeder om jou heeft vergoten. En nu kun je terug en je wilt niet. Maar dan sterft je Moeder van verdriet." Jakob hoorde de vreemdeling aan en

Jakob hoorde de vreemdeling aan en hij was diep bewogen. Dat had hij immers zo menigmaal tot zichzelf gezegd. En hoe kon hij verlangen naar zijn Moeder. Nu hoorde hij dat allemaal weer net zo zeggen, als hij het dikwijls gedacht had en bijna kreunend zei hij: „O, mijn lieve Moeder."

Niet zonder welgevallen zag de heer Séduct, dat zijn spreken niet zonder invloed bleef op Jakobs gemoed en daarom vervolgde hij:

„Maar je kunt je Vader en je Moeder blij maken en je kleine zusje erbij. O, wat een gejuich zal er bij jullie in huis wezen, als jij daar onverwachts thuis komt. Weet je wat, neem een kloek besluit en ik zal zorgen, dat je binnen heel korte tijd je vader en je Moeder weerziet."

„O, wat zou ik ze graag weerzien."

„Hier dicht bij ligt een schip, het kost me maar een paar woorden en het vaart af. Eer je 't weet, ben je thuis."

„Ja, thuis wezen is heerlijk." „'k Dacht het wel, dat je goeie hart en

„'k Dacht het wel, dat je goeie hart en je verstand het winnen zouden. We gaan naar je ouders, m'n waarde vriend."

Toen was het, of Jakob een stem hoorde, die zeide: „Wie Vader of Moeder lief heeft boven Mij, is Mijns niet waardig."

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

De Fransche koopmanszoon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's