Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Fransche koopmanszoon

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Fransche koopmanszoon

V E R V O L G V E R H A A L

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

— 20 —

De heer Koopman hoorde het voornemen en gaf er weinig bescheid op. De jongeheer Hanapier moest het zelf weten. Klaarblijkelijk was hij onder de indruk van zijn verijdeld plan. Daarom maakte hij ook geen tegenwerping en ongehinderd nam Jakob zijn intrek bij de heer Gémolant, waar hij zich heel wat beter thuis gevoelde, dan in zijn vorig kosthuis. Aan de heer Armant gaf 'luj kennis van de verandering. Als reden gaf hij op, dat het vorig kosthuis hem niet beviel. Nadere aanduiding gaf hij niet en meneer Armant scheen daaraan ook geen behoefte te hebben.

IX

EEN WORSTELENDE JAKOB

In een van de stille stadswijken van Rotterdam stond het gebouw, waarin sedert enige jaren de zogenaamde Franse school gevestigd was. Naast het schoolgebouw stond het woonhuis van de meester, een huis, bescheiden van omvang, doch omdat het huisgezin van meester Gémolant klein was, toch nog een klein vertrekje overlatende voor Jakob Hanapier.

Enige dagen na het verhaalde in het vorige hoofdstuk treffen we hem daar aan. Zelfs bij een vluchtige aanblik kan men zien, dat hij in geen opgeruimde stemming verkeert, maar dat er een leed is, dat hem nederbuigt.

Het was evenwel geen lichaamslijden, dat hem in deze droeve stemming bracht. Het was ook niet de angst voor de vijanden, die hem zochten te vangen en naar Frankrijk te voeren.

Neen, een gans andere angst drukte hem neder, een benauwdheid, die al dat andere verre te boven ging. Het ging hem in zeker opzicht als het

Het ging hem in zeker opzicht als het eenmaal de aartsvader Jakob ging. Deze was bang voor zijn broeder Ezau en liet heel zijn heir van groot en klein vee, van dienstknechten en dienstmaagden van vrouwen en kinderen, over de beek Jabbok trekken, maar hij bleef alleen achter. En toen, zo lezen we, worstelde er een man met hem.

Die man was God zelf, onze Heere Christus, die eenmaal op aarde zou komen, maar die nu een menselijk lichaam had aangenomen en met Jakob worstelde. Hij wUde Jakob leren, dat hij niet het meest bang voor Ezau moest zijn, maar voor God zelf, tegen Wie hij gezondigd had.

Toen Jakob aan de Jabbok met God geworsteld in bidden en smeken en toen heeft God zijn zonden vergeven en hem de naam Israël gegeven.

Welnu, iets dergelijks gebeurde ook met Jakob Hanapier. Natuurlijk niet, dat de Heere in lichamelijke gedaante kwam, zoals bij de aartsvader Jakob, maar toch kwam de Heere tot hem door Zijn Woord en door Zijn Geest.

Toen Jakob bij meester Gémolant was, had hij eerst een gevoel van rust. Nu was hij bij vrienden. Ze zouden hem voor zijn vijanden wel beschermen. Maar toen sprak God hem door Zijn Geest en God vroeg hem: kunt ge nu voor Mij verschijnen? Zullen uw vrienden u ook kunnen helpen, als Ik u voor Mijn gericht zal dagen?

•Toen werd hij zeer bang. Het was, of iemand een groot boek opendeed en hem begon voor te lezen al het verkeerde, dat hij gedacht, gesproken en gedaan had van zijn kindsheid af. Het stond hem alles klaar en helder voor de geest. Vroeger had hij gedacht, dat hij voor anderen wel tot model kon dienen. Als Pater Ambrosius of zijn Vader of anderen hem prezen, dan meende luj, dat alle heiligen hem met welgevallen aanschouwden en dat God hem liefhad om zijn deugden.

En nu zag hij al hetzelfde en zie, het waren al zonden. Hij zag zijn afgoderij en beeldendienst, waarin hij opgevoed was, maar hij zag ook de verfoeilijke hoogmoed van zijn hart, hij zag zijn eigen liefde en bemerkte nu pas, dat hij eigenlijk niets uit liefde tot God gedaan had, maar dat hijzelf altoos het middelpunt was geweest, waarom zijn gedachten en heel zijn leven zich hadden bewogen.

Van waar kwam toch al die boosheid? Toen opende God zijn ogen en hij zag, dat zijn hart zelf onrein was. Het waren niet alleen zijn zondige gedachten, woorden en daden, maar de bron, waaruit alles voortkwam, was onrein.

Toen gevoelde hij zich met een zware last beladen, evenals Christen in „Eens Christens reize" en hij moest ook zeggen: „Ik vrees, dat deze last mij lager zal doen zinken dan het graf.

Vroeger had God hem ook laten zien, dat hij een zondaar was en ook had hy menigmaal gebeden, maar 't was nu, of hij alles zag als nooit te voren. '

Nu bad en smeekte en weende hij. Dan las hij in het evangelie van onze Heere Jezus Christus, Die gekomen is om zondaren zalig te maken, maar het gaf hem de ware rust en vrede niet. Menigmaal was het hem, of hij te

Menigmaal was het hem, of hij te groot zondaar was en de Heere Jezus hem niet zou willen aannemen.

Soms gevoelde hij een schier onuitsprekelijke sterke begeerte om bij het volk Gods te horen.

Zozeer had dat alles hem aangegrepen, dat hij soms moeite had om zijn aandacht bij zijn kantoorwerkzaamheden te bepalen. Enige vrienden, met wie hij er over gesproken had, raadden hem aan, eens een bezoek bij Ds. è Brakel te brengen en hij besloot, dat ook te doen. Op zekere avond zien we de nu zes

Op zekere avond zien we de nu zestienjarige Hanapier in het studeervertrek van Ds. a Brakel. De dominee zit tegenover hem in een vnjde kamerjapon, terwijl een licht zwart kalotje de lange haren van zijn allonpruik bedekt. Met vriendelijk gelaat luistert hij naar wat Jakob hem te zeggen heeft. Eerst werd er in het algemeen gesproken over diens afkomst, zijn ouders huis, zijn Roomse opvoeding en zijn veranderde denkwijze.

Ten slotte komt Jakob met z'n moeiten en angsten voor de dag. Hij ziet, dat hij schuldig staat voor God en hij durft niet geloven. Ds. a Brakel was alom om zijn min

Ds. a Brakel was alom om zijn minzaamheid en vriendelijkheid bekend en waar een ziel in nood was, vond men hem altijd bereid om met raad en daad te dienen.

Meen evenwel niet, dat Ds. k Brakel iemand, die bekommerd was over zijn zonden, maar dadelijk gerust wilde stellen met te zeggen, dat de Heere Jezus voor zondaren gestorven is en dat men dus daarover maar niet zo ongerust moet zijn. Neen, hij was veel te bang, dat iemand zichzelf zou bedriegen en — zoals de Heere Jezus zegt — zijn huis op een zandgrond zou bouwen. Daarom onderzocht hij liever eerst

Daarom onderzocht hij liever eerst eens, of het wel waarlijk echt was en of de droefheid niet voortkwam uit een gewetensvroeging zonder dat er daarom waar geloof aanwezig was. Hij had evenwel niet lang met Jakob gesproken, of hiJ kwam tot de ontdekking, dat hij hier een gebroken hart voor zich had, dat de balsem des evangelies behoefde. Toen wees hij er op, dat het waar geloof altijd naar Jezus vlucht en Hem boven alles dierbaar acht. Toen sprak hij van bereidwilligheid van de Heere Jezus om zondaren zalig te maken en hoe Hij zelf gezegd heeft: „Die tot IVIij komt, zal ik geenszins uitwerpen." Zulk een bezoek was voor Jakob zeer

Zulk een bezoek was voor Jakob zeer bemoedigend. Ds. a Brakel had hem uitgenodigd nog eens weer terug te komen. Zo kwam hij er meermalen. Maar ook bij de predikanten Hellenbroek, Dinant en Superville kwam hij in huis en van al die leraren kreeg hij hulp en voorlichting. Niet alleen, dat hij grondig in de Gereformeerde religie onderwezen werd, maar de Heere heiligde het ook aan zijn hart. Hij leerde de Heere Jezus kennen als zijn enige en volkomen Zaligmaker.

De breuk met de Roomse Kerk was nu volkomen en hij dacht er niet meer aan, er heen te gaan. Een zware strijd was nu echter voor hem op handen.

wordt vervolgd

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

De Fransche koopmanszoon

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's