Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EUROPESE ZIEKTE BEDREIGT SCHAAP

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EUROPESE ZIEKTE BEDREIGT SCHAAP

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het altq'd zo makke schaap is inzet geworden van een politieke twist die op hoog Europees niveau wordt uitgevochten. Twee grote landen in de Europese Gemeenschap hebben zelfs de rechters naar de schapenstal gehaald. Waarom dit alles, terwijl in de schapenhouderij tot voor kort een beste boterham verdiend werd?

In Europa eten we jaarlijks 800.000 ton schapevlees. De totale produktie kan geschat worden op 500.000 ton. Twee landen spelen op de schapen

Twee landen spelen op de schapenmarkt een behoorlijke partij: Engeland en Frankrijk produceren jaarlijks respectievelijk 250.000 ton en 140.000 ton schapevlees.

In ons land kennen we als van ouds het Texelse schaap en de dieren die de bermen stofferen. Wij produceren slechts 20.000 ton schapevlees.

Europa voorziet dus voor 65 "/o in de eigen behoefte aan schapevlees. Geen nood, want Europa importeert tegen een zacht prijsje veel schapevlees uit Nieuw Zeeland. Daar houdt men veel schapen speciaal voor de wol. Het schapevlees is per slot van rekening een bijprodukt, daarom kan met name Engeland goedkoop schapevlees uit Nieuw Zeeland invoeren.

Twee schapenhouders.

In Europa heeft de schapenhouderij betekenis in Frankrijk en Engeland.

Frankrijk heeft een internationale marktpolitiek die gericht is op een redelijk inkomen voor de schapenhouders. Het land gaat uit van een prijs voor schapevlees die volledig uit de markt wordt gehaald. In dat verband ligt het voor de hand dat een marktverstoring van buitenaf (verstorende importen) wordt geweerd. In Frankrijk kom je met schapevlees alleen maar binnen als je de franse prijzen en kwaliteit hanteert.

De Nederlanders is dat tot nu toe goed gelukt. In Engeland liggen de kaar ten iets anders. Het land heeft zijn politiek altijd al afgestemd op een goedkoop levensmiddelenpakket. De consument is door de overheid altijd in de watten gelegd.

Als de producent met de matige opbrengsprijzen niet toekwam, werd dit aangevuld met de producenten subsidies uit de nationale schatkist (de zogenaamde deficiency payments). Engeland heeft op deze wijze goedkoop schapevlees kunnen leveren, zelfs op de Franse markt. Bovendien importeerde het Verenigd Koninkrijk tegen lage prijzen het Nieuw Zeelandse schapevlees.

De beide Europese „schapenlanden" hanteren nationale steunmaatregelen die de verkoopprijzen enigermate opvijzelen. Deze steun varieert van iVo van de verkoopprijs in Frankrijk tot wel 15»/o in het Verenigd Koninkrijk.

Schapenpolitiek

Engeland is in 1973 toegetreden tot de Europese Gemeenschap. Een destijds bedongen overgansperiode is sinds 1 januari 1978 achter de rug. Dat betekent een vrij handelsverkeer

Dat betekent een vrij handelsverkeer binnen de Gemeenschap en dus ook tussen Engeland en Frankrijk. Toen dit gebeurde kwamen de grote prijsverschillen tussen het Engelse (en zelfs via Engeland geïmporteerde NieuwZeelandse) en het Franse schapevlees boven water.

Dat betekende een nekslag voor de Franse veehouders die hun politieke (kiezers) gewicht ertegen aan gooiden. Vandaar ook de invoerbelemmeringen die Frankrijk nog steeds toepast ondanks een uitspraak van het Europese Hof van Justitie om de Franse grenzen open te zetten voor het Britse schapevlees.

Frankrijk schuift de ,,Zwarte Piet" behendig terug naar Engeland en verwijt dit land dwarsliggerij op de weg naar een gemeenschappelijk beleid voor de schapenhouderij.

Al met al een onverkwikkelijk Europees pokerspelletje dat over de ruggen van het schaap en de veehouder wordt gespeeld. Het probleem wordt nog verscherpt omdat de markt voor schapevlees het laatste jaar in elkaar gezakt is.

Kijk maar naar de Nederlandse schapenhouderij : twee jaar geleden verdiende de veehouder nog ruim 80 gulden op een schaap. Nu is er nauwelijks droog brood te verdienen want de opbrengst van het schaap haalt nauwelijks het bedrag v£in 20 gulden. Het is natuurlijk triest als de slecht

Het is natuurlijk triest als de slecht renderende schapenhouderij ook nog een politieke speelbal in Europa is. De Nederlandse veehouders probe

ren zo snel mogelijk een Europees beleid voor de schapenhouderij van de grond te krijgen. Als dat lukt lijkt er weer een redelijke kans te zijn voor het schaap.

Per slot van rekening verdient ook het Texelse schaap de juiste kansen en een goede toekomst.

B. Schouwing —O

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

EUROPESE ZIEKTE BEDREIGT SCHAAP

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1980

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's