Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Overdenking uit de Heilige Schrift

Sterven Buiten Uw Tijd

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wees niet al te goddeloos, noch al te dwaas; waarom zoudt gij sterven buiten uw tijd? Prediker 7 vers 17.

Gods Woord stelt tegenover elkander de rechtvaardigheid en de goddeloosheid. Daar is niets tussen die beide in. Een zekere middelmatigheid, die sommigen zich in het leven toeschrijven en die op deze Schriftuurplaats willen gronden, is niet naar de schrift. Toch wordt zo dikwijls Gods Woord daartoe misbruikt en hoe menigmaal kan men het niet horen, dat men niet al te rechtvaardig, dat is niet al ^te nauwgezet en te consciëntieus moet zijn en aan de andere zijde ook niet al te goddeloos, dus niet in het oog lopend zondig moet zijn. Ge moet, zo wordt als de hoogste levenswijsheid gepredikt, het midden tussen deze twee houden.

Wie echter de Schrift leest met ernst en begerig om door dezelve onderwezen te v/orden, zal verslaan, dat de Schrift ons nergens zulk een levenswijsheid voorstelt. Wij kunnen nimmer te nauwgezet leven. Gods Woord neemt het niet te licht met de zonde.

Wat is dan de mening van dit Schriftwoord? Wij zijn te rechtvaardig, wanneer vrtj rechtvaardiger dan God willen zijn. Hoe dikwijls vindt dat niet plaats.

Denk alleen maar aan Asaf, die het zocht te verstaan, waarom de goddelozen groeien als het kruid en waarom er wateren van verdrukking over de rechtvaardigen uitgegoten worden. O, gewis dan zijn wij te rechtvaardig. Daar staat nu tegenover, dat de Prediker ook zegt: Zijt niet al te goddeloos. Er zijn verschillende trappen in de zonde, zoals er ook trappen in de straf zijn.

Geen enkele zonde is gering of klein, wanneer wij in aanmerking nemen, dat deze bedreven wordt tegen de hoge majesteit Gods. Geen enkele zonde is dan ook in zichzelf vergeeflijk. '

Hetgeen Rome daaromtrent leert, is tegen de Schrift. Rome toch maakt onderscheid tussen vergeeflijke en onvergeeflijke zonden en verstaat daaronder, dat er zonden zijn, die vanwege hun geringheid in zichzelf vergeeflijk zijn en waarvoor niet een bijzondere verzoening van node is. Daartegenover leert zij, dat de onvergeeflijke zonden niet m zichzelf vergeeflijk zijn, mpai' dat daartoe do tussenkomst van de priester, die de vergeving schenkt, van node is.

Gods Woord leert ons een dergelijk onderscheid in de zonde niet. Wel is er sprake van onvergeeflijke zonden. Dat zijn de zonden, waartoe zelfs het bloed van Christus niet in staat is om die te verzoenen. Niet omdat dit bloed niet genoegzaam zou zijn daartoe, maar omdat het God heeft behaagd om de verzoenende kracht van dit bloed niet te doen komen over hen, die zich aan zulke zonden hebben schuldig gemaakt, want deze zijn overgegeven naar Gods rechtvaardig oordeel aan een totale verharding. Ziet, over zulke zonden spreekt nu

Ziet, over zulke zonden spreekt nu ook dit Schriftwoord Er wordt hier namelijk gesproken over een sterven buiten uw tijd. Is dat wel mogelijk? Is er niet voor alles een bestemde tijd? Een tijd om geboren te worden en een tijd om te sterven? zal er dan ooit iemand buiten zijn tijd kunnen sterven?

Wel, wat betekent sterven? Dat betekent o.a. dat de genadetijd voor ons afgesneden wordt. Dan is er geen mogelijkheid van zalig worden meer. Al zou dan de mens, die de verschrikking van het eeuwige oordeel zich bewust wordt, nog tot God willen roepen, er zal geen antwoorden meer zijn, want Hij zal zeggen: Toen Ik geroepen heb, hebt gij niet geantwoord. Daarom zal Hi) spotten met ons verderf en lachen, wanneer onze vrees komt.

O, dat wij toch de genadetijd zouden waarnemen, terwijl het voor ons nog heden is en de deur nog niet voor eeuwig op het nachtslot is. O, het zal zo ontzaglijk zijn om onbekeerd in de handen des Heeren te vallen. Het Woord des Heeren gewaagd ons

Het Woord des Heeren gewaagd ons van de dwaze maagden, die op de deur nog klopten toen de Bruidegom met de wijze maagden de feestzaal was binnengegaan. De deur is voor hen niet meer ogengegaan, maar zij begonnen buiten te staan en zijn nooit meer binnengekomen. Het was voor hen voor eeuwig te laat. De mogelijkheid der genade was voor hen nu eeuwig afgesneden.

Wanneer nu de mens sterft buiten zijn tijd, dan betekent dat, dat de genadetijd voor hem afgesneden wordt, terwijl hij nog in leven is. En zulke mensen zijn er. Op verschillende plaatsen van de Heilige Schrift wordt ons dat geleerd.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1975

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's

Overdenking uit de Heilige Schrift

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 juni 1975

Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's