Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Goed geleide bedrijven hebben ruime kansen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Goed geleide bedrijven hebben ruime kansen

Vergadering Holl. Mij. van Landbouw

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het inleidend woord dat de voorz. van (Holl. My van Landbouw afd. Overzee, dhr. Joh. Mol woensdagmiddag de te Sommelsdijk gehouden bqeen- ; heft gehouden betekende een beg op zich! Dhr. Mol constateerde dat landbouw na een vruchtbaar jaar gegcbt met de prijsvorming te kampen ft, „Er dienen maatregelen te wora getroffen om in de toekomst een gtere productie zoals dit seizoen te en opvangen" betoogde dhr. Mol, ededeling doend van het steeds meer thoord wordend geluid dat men op de (UT niet zal ontkomen aan het invoea van een teeltregeling voor sommige oducten.

^ Nog tal van problemen in E.E.G.-verband

I Oproep tot meer gezamenlijk optreden

Een en ander zal — zo stelde dhr. Mol mede afhankelijk zijn van de afzetsgen die ontwikkeld zullen worden. betreurde het dat door gebrek aan n politieke gelijkvormigheid in de wed het beschikbare voedsel nog niet omt op die plaatsen waar het zijn oet. Spr. herinnerde ook aan de door de

Spr. herinnerde ook aan de door de standsorganisaties aangevraagde [verkaveling voor geheel Flakkee. zien de ontwikkeling die Flakkee te achten staat, waarbij de recreatiegechte sterk meespeeld, is het nuttig it aanleg- en doorsnijdingen met euwe toevoerwegen d.ni.v. een ruilrkaveling kunnen worden begeleid". pr. had de indruk dat er van bovenaf eerstanden merkbaar worden tegen de vesteringen in de vorm van ruilveraveling t.b.v. de agrarische bedrijfstak gaan stemmen op de ruilverkavegswet om te zetten in een landbouw ichtingswet aan de hand waarvan de hoeften en verlangens van diegenen e buiten de landbouw staan kunnen rden gediend. Dhr. Mol maande deralve als landbouworganisatie ondanks e veranderende structuur paraat te zijn m voldoende inspraak te blijven beouden.

Bestemmingsplan te Ooltgensplaat.

Als voorbeeld haalde dhr. Mol het belemmingsplan agrarisch gebied Oolt- Tisplaat aan. Omdat zeventig belang ebben bezwaren indienden — waaraan "dbouwschap en Standorganisaties ilhesie betuigden — werden door de em. overheid die met haar plannen tejen de belangen van de landbouw inist een aantal wijzigingen aangeracht. Dhr. Mol betreurde het dat de ad het plan aannam waardoor een beemming wordt gelegd op praktisch ale goede landbouwgrond rondom Ooltensplaat „We kunnen niet wakker geeg zijn hier pal tegenover te staan" toogde dhr. Mol met klem. Hij beurde het dat er z.i. nu de gemeenten n samengevoegd daardoor geen intergemeentelijk overleg op hoger niveau werd bereikt. Terugkomend op de plannen van het gemeentebestuur van Oostflakkee wees dhr. Mol erop dat ook de landbouworganisatie een bescheiden industrievestiging op Flakkee voorstaan doch wanneer men zoals in Ooltgensplaat de welhaast beste landbouwgrond als industriegrond aanwijst is het voor de landbouw wel erg moeilijk welwillend tegenover industrievestiging te blijven staan.

Overheid in de tang.

De eigen nationale huishouding beziend had dhr. Mol de indruk gekregen dat de Overheid erg in de tang zit van de grote vakbonden en dat de ondernemerswereld grote moeite heeft zich te handhaven. Spr. citeerde een uitspraak van een der topmensen in de E.E.G., dhr. Heringa; hij verklaarde voor de toekomst geen perspectief te zien voor eenmans- en gezinsbedrijven. Anderen zijn weer van mening dat een dergelijk goed ingericht bedrijf ook in de toekomst het bedrijfstype zal zijn dat in de Nederlandse landbouw domineert. Uit het feit dat in 10 jaar tijds de

Uit het feit dat in 10 jaar tijds de lonen zijn verdubbeld concluderend dat over tien jaar een arbeider rond de ƒ 20.000,— zal kosten moet het — aldus dhr. Mol — mogelijk zijn als arbeider op eigen bedrijf een behoorlijk inkomen te hebben.

Grote ;vraag.

Spr. wees op de grote vraag of er in de toekomst genoeg mensen bereid gevonden zullen worden om de bedrijven voort te zetten op de wijze zoals ze thans worden gevoerd. Een provinciaal gevoerde enquête wees uit dat er een bedrij f sop volgingskwatum van 60 % is. Niemand weet nog antwoord op de vraag of die 60»/o financieel in staat zal blijken te zijn de afvallende 40°/o over te nemen i.v.m. de geldende moeilijkheden bij bedrijfsovername en berijfsuitbreiding. Overigens was dhr. Mol niet ontevre

Overigens was dhr. Mol niet ontevreden over het regeringsbeleid nu op de begroting 1968 300 miljoen voor de landbouw is uitgetrokken. Het gaf dhr. Mol de indruk dat de landbouw niet in de steek wordt gelaten en dat de Overheid ernaar streft de ondernemer van de toekomst zo goed mogelijk op de taak die hem wacht voor te bereiden. Spr. meende dat er nog te weinig van de geboden voorlichting en het geboden onderwijs gebruik wordt gemaakt. Nu de politieke ontwikkeling in den lande tot nadenken stemt vond dhr. Mol het verheugend dat de jongerengroepen uit de partijen die vroeger onaantastbaar leken bereid zijn een andere koers te volgen. Dit toepassend op de landbouworganisaties meende dhr. Mol dat in de organisaties te weinig wordt gelet op de tekenen des tijds waardoor nog te weinig bereidheid bestaat gezamenlijk een vuist te maken.

Vervoersproblematiiek.

Vervolgens wees dhr. Mol op het Duitse en ook in Nederland opgang makende streven het vrachtvervoer zoveel mogelijk met de spoorwegen te doen geschieden. „De behoefte aan vervoersaanbod zal over tien jaar dermate groot zijn dat wanneer dat over de weg moet geschieden het wegennet verdubbeld zou dienen te zijn" stelde dhr. Mol; hij geloofde dat het idee berust op de onmogelijk van de nodige verdubbeling van het wegennet, en hij meende dat de landbouw niet afwijzend daar tegenover mag staan. Hij achtte het niet onmogelijk dat, wanneer de welvaart en daarmee het verkeer zo sterk blijft toenemen als thans het geval de autobezitters nog eens aan een vergunning gebonden zullen moeten worden. „Er zullen belangrijke beslissingen moeten worden genomen waarbij de landbouw nauw betrokken is en die derhalve onze bijzondere belangstelling verdienen" zo besoot dhr. Mol.

Taak en plaats van de organisatie

Door de heer J. Roaendaal, adj, secr. van de Holl. Mij. werd een inleiding gehouden over de plaats en de taak van de Holl. Mij van Landbouw nu en in de toekomst. Dhr. Rozendaal stelde voorop dat de communicatie in de Organisatie van boven naar beneden en omgekeerd momenteel grote moeilijkheden geeft. Dat wordt temeer gevoeld nu de veranderingen, vooral in het westen stormachtig zijn.

Nederland heeft thans een bevolkingdichtheid van 350 zielen per km2. Als vergelijk wees spr. aan dat, wanneer de V.S. ook zo dicht bevolkt zou zijn daar meer mensen zouden leven als de totale wereldbevolking thans telt!

Ruimteliike ordening

Sprekend over de ruimtelijke ordening wees spr. erop dat de ontwikkeling, gebruik en bestemming van de grond weloverwogen en logisch zal dienen te gebeuren. Nu dit niet altijd opgaat maande spr. als organisatie, voorin het Europoort gebied steeds op zijn qui-vive te zijn.

In bestemmingsplannen zijn sommige zaken zeer in het nadeel van de landbouw geregeld en veelal moet worden geconstateerd dat de afdelingen en kringen te weinig actief zijn. Daarom was spr. er hoogst gelukkig mee dat momenteel de Organisatie met de Provincie de nieuwe bestemmingsplannen doorneemt. Spr. maande vooral op het punt „ruimtelijke ordening" actief te zijn.

De georganiseerde landbouw heeft ook aan de dag van vandaag een grote taak om te bevorderen dat de mensen in Brussel geïnstrueerd worden opdat het beste kan worden bereikt, „Het is noodzakelijk dat de Minister is geïnformeerd over de meningen en verlangens van onze landbouw" vond dhr. Rozendaal. Nu Min. Mansholt heeft aangekondigd dat hij aan het prijzenplafond zit en zich nu meer zal richten op het structuur beleid dient men zich te realiseren dat dat gepaard dient te gaan van een actief prijzenbeleid, desgevraagd bleek de Min. daar wel van overtuigd. In de afgelopen tien jaar blijken de kosten met ruim 50 % te zijn gestegen; het illustreert de kapitaalsbehoefte en de financiering problemen die er thans heersen. De productie steeg eveneens met 52 "k waaruit blijkt dat de rentabiliteit absoluut niet gestegen is. Echter zijn daar de hogere productie de afzetvraagstukken sterk vermeerderd! In de toekomst zal het wel mogelijk zijn tot een hogere productiviteit te komen maar men zal rekening dienen te houden met de mogelijkheid op een rendabele afzetkans. Dhr. Rozendaal zag ook hierin een grote taak voor de Organisatie. Hij drong aan op een betere samenwerking tussen drie landbouworganisaties.

Resultaten

In collectief verband zal steeds meer moeten worden getracht de kostenkant wat te verlichten. De afschaffing van het registratierecht kan daartoe bijdragen.

Uit ervaring wist spreker dat hierop veel is afgeketst, afschaffing vond hij een hoogst belangrijke zaak waardoor de overdracht van bedrijven beter geregeld zal worden. Ook de investeringsaftrek vond spr. broodnodig en buitengewoon gunstig. Ook de belastingvrije opwaardering noemde dhr. Rozendaal van groot belang; bij het niet toekennen daarvan evenals van de investeringsaftrek kon in collectief verband de vrij grote autonomie van de belasting inspecteurs binnen de perken worden gehouden en meerdere malen hun beoordeling worden gecorrigeerd. De hele maatschappij is — aldus dhr.

De hele maatschappij is — aldus dhr. Rozendaal — overgeorganiseerd dit n.a.v in de vergadering geuitte vraag of het georganiseerd zijn nog nut heeft. Hij noemde het een ingeworteld kwaad dat alle materiële organisaties in een driedeling opgaan! Het is een wensdroom gebleken nauwer met de andere organisaties samen te werken. Spr. betreurde dat er daarom zo ontzettend veel doublures zijn.

Ook binen het K.N.L.C. is het zelfs nog niet gelukt met één krant te volstaan.

„We willen als K.N.L.C. een duidelijk secretariaat buiten het landbouwschap doch de andere organisaties wilden niet mee" verklaarde spreker. „Er zouden — zo verwachtte spr. — meer kansen op samengaan bestaan als het water tot boven de lippen staat "

Hoog peil

Dhr. Rozendaal was er bijzonder verheugd over dat de activiteiten van de afd. Overflakkee en Goeree op een hoog peil staan. Spr. was overigens in groter verband tot de conclusie gekomen dat de solidariteit in de agrarische sector niet bijster groot is; hij deed daarom een dringend beroep de niet georganiseerden van het nut van het georganiseerd zijn te overtuigen.

Vanaf 1960 is het aantal georganiseerde hectares op Flakkee van 985 tot 707 ha teruggelopen. In tegenstelling tot andere gebieden kan de teruggang op Goeree-Overflakkee niet verklaard worden uit een vermindering van de grondoppervlakte. Spr. geloofde dan ook dat er op Flakkee nog tal van leden geworven kunnen worden, wanneer de organisatie wordt gesteund kan die tegemoet komen aan wat van haar in het belang van de landbouw wordt gevraagd.

Discussie

In de beantwoording van een vraag verklaarde dhr. Rozendaal te hebben geconstateerd dat aan de voet van de organisatie eigenlijk weinig moeite wordt gedaan tot samengaan met b.v. de C.B.T.B. Te gauw wordt geoordeeld dat de C.B.T.B. daartoe toch niet bereid is.

Dhr. Mol geloofde dat, wanneer de Holl. Mij de vorm van haar vergaderingen wijzigt er bij de C.B.T.B. meerdere bereidheid bestaat. Er zijn ook daar stemmen die weten dat het niet aangaat een organisatie een eigen wil op te leggen. „Wel is een vorm van samengaan met de L.T.B, bereikt maar de C.B.T.B. vertikt het."

„Wanneer je een vergadering van de C.B.T.B. meemaakt ketteren ze nog meer dan ons op onze omstandigheden" meende dhr. Mol te weten.

Hoe te denken over de E.E.G.

Uit de vergadering werd de vraag gesteld waar men thans met de E.E.G. aan toe is.

Dhr. Rozendaal was ervan overtuigd dat zonder de E.G.G. de prijsontwikkeling nooit het huidige niveau zou hebben bereikt. Nu het prijsbeleid practisch is uitgebouwd komt de uitdading waar te maken wat in de tien jaar van voorbereiding is opgebouwd. Dhr. Rozendaal zal toetreding van een land als Engeland van zeer groot belang nu de E.E.G. zijn eigen voorzieningsraad heeft bereikt en een uitbouw nodig zou zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

Goed geleide bedrijven hebben ruime kansen

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 december 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's