Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In het zicht van de Lange Jan

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het zicht van de Lange Jan

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Over twee weken hebben we de zondagsschool aan het zingen gezet en het is goed om er even naar te luisteren. Het ging er in de eerste plaats dus om, het zingen in de kerk te verbeteren. Nu hadden ze wel niets anders kunnen zingen dan de wijzen van de psalmen, tot in den treuren, maar

dan zou de animo wel weer gauw weg zijn; met het vierstemmig zingen zou dat niet zo een vaart lopen. Wij moeten denken dat deze mensen eigenlijk nooit koorzang hoorden; radio's waren er niet en platenspelers nog in geen velden en wegen. Nu snakt men niet meer zo naar koorzang, omdat wij maar een knop hebben om te draaien en een plaat neer te leggen, en we horen de mooiste koorzang, die je maar denken kunt. Zo was het toen niet. Vol lof waren de zangers over hun zangschool. Die vierstemmige koralen maakten zij; zij deden echt aan muziek en het mocht gehoord worden! In de kerk konden sommige jonge mannen het niet laten, om door het psalmgezang een „alt" te gooien, of een baspartij te zingen. De altus in het vierstemmenboek was de hoge mannenstem; nu is het de lage vrouwenstem, maar wij moeten er rekening mee houden, dat de „stemmen" voor mannenkoor waren geschreven. Het ging er alles gemoedelijk naar toe

Het ging er alles gemoedelijk naar toe De dirigent was maar een gewone boerenman, maar hij deed het op zijn manier niet onaardig.

Nu was er naast het vierstemmenboek ook een boek met dezelfde instelling van stemmen. Had je een beetje zicht op de stemmen van het psalmboek, dan was het wel aardig om ook eens dat andere boek te gebruiken. Dat was weer eens iets anders en welkom voor afwisseling. Het gebeiorde dat vóór de pauze (je moest toch eens wat rusten en eens drinken) alleen psalmen werden gezongen en na de pauze uit het andere boek. In dat boek stonden de zogenaamde Hazeu-liederen. Die naam zegt velen niet veel meer, en zo kan het gebeuren, dat een zetter op de drukkerij de u voor een n aanziet, zodat er Hazen-liederen gelezen wordt. Dat was het geval, toen Urk te gast was in Ouddorp. Daar werden de oude Hazen-liederen ook ten gehore gebracht, wat wel een bewijs is, dat ze nog niet uitgestorven zijn.

Het is wel aardig om te weten, dat die liederen genoemd zijn naar Johannes Hazeu, die in 1754 in Schoonhoven werd geboren. Deze Hazeu had later in Amsterdam een boekwinkel. Midden in de franse tijd (1806) verscheen van hem een bundel nieuwe stichtelijke liederen, die bedoeld waren voor de huisgezinnen en gezelschappen van de christenen. De bedoeling van Hazeu was om het koraalgezang te verbeteren en hij nam daartoe een musicus uit Rotterdam in de arm, om zangwijzen te componeren. Deze musicus was Dirk van Reyden Nsz., die met Hazeu wel eer gehad hebben van hun arbeid: in 1873 verscheen de tiende druk van het werk, dus was er wel behoefte aan. Velen hebben met genoegen uit het Hazeuboek gezongen. en zoals we laatst vernamen, worden de zangwijzen nog ingestudeerd en uitgevoerd.

Nu keek men in die zangscholen niet zozeer naar de woorden; het ging om de mooie wijzen en de woorden kwamen op de tweede plaats. Er zou heel wat op de woorden aan te merken zijn. Als we ze nu lezen, moeten we bij veel rijmpjes even glimlachen. Het zijn van die echte negentiende eeuwse zoetsappige en vaak sentimentele versjes, en ze hebben hier en daar wel een remonstrantse inslag. Maar daar lette men niet op. De toon maakte de muziek, zoals het spreekwoord zegt. Na de pauze zong men dan tot afwis

Na de pauze zong men dan tot afwisseling een hazeutje, en men lette er niet zozeer op wat er gezongen werd; als het maar zoet vloeiend was. Dissonariten kwamen er niet in voor; de stemrtien lagen zoals de stukjes in een legpuzzle. Het gehoor werd gestreeld, door almaar door dezelfde akkoorden te horen. Was de ene stem een c, dan waren de andere stemmen prompt een e, een g en een hoge c. En zo ging dat maar regel na regel. Het eind van vele hazeutjes liep meestal uit met het bekende loopje: c- hoog en dan f, e, d, c.

Het moet ons eigenlijk niet verbazen, dat in niet één zangbundel een hazeulied is opgenomen.

De zangschool had ook begunstigers; later noemde men die vrijwillige gevers donateurs, waarom dat weet ik niet; waarom moet Je een frans woord gebruiken als er een Nederlands is? Daar kunnen we moeilijk antwoord op geven; het gaat er mee als met de namen van jongens en meisjes: als er hollandse namen zijn, moeten die verfranst of verengelst worden. Maar goed, daar gaat het hier niet om. Die mensen, die de zangschool met geld steunden, wilden ook wel eens iets horen voor hun gift. Er waren er bij, die zeiden: ik geef liever mijn gulden, dan dat ik kom zingen. Met een gulden in het jaar waren zij er van af; ook van het geregeld verzoek om lid te worden en de gelederen te versterken. Zij zouden liever het begunstigersgeld verdubbelen dan op de zang te komen; zij voelden er niets voor om zelf mee te doen. Wel om het nu en dan eens te horen. Dat kon eens per jaar gebeuren., Dan werd er een uitvoering gegeven. Ieder was dan welkom in de kerk. Verschillende nummers werden dan gezongen.

Nu had het koor een advertentie geplaatst met het opschrift „Uitvoering". Een boze brief moest de sekretaris inkasseren: spreekt een christelijke zangschool van een uitvoering? Daar spreken alleen wereldse mensen van! Dat stond in die brief. De argeloze sekretaris had zijn best zo gedaan, om volk te lokken, door een advertentie te plaatsen. Het bestuur §chrok er een beetje van, dat ze onwetend zo'n boos stuk hadden gedaan. Het was zo goed bedoeld. Het zingen werd toch uitgevoerd? Het bleef toch niet in hun keel steken? De klanken kwamen er toch uit?

Maar ja, als het niet mag, dan mag het niet. Voortaan stond op het Programmaatje inplaats van „uitvoering": openbare bijeenkomst. Wat moesten ze er anders op verzinnen?

Zo zien wij dat door kleinigheden een geharrewar kan ontstaan, wat niets om. het lijf heeft.

Later werd die „openbare bijeenkomst" ven^angen door: zangavond of zangmiddag, naar gelang de klok aanwees.

ZWERVER.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

In het zicht van de Lange Jan

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 november 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's