Critiek Op Veelvuldig (?) Aanvragen Van Advies Bij Stad En Land
Raad Middelharnis:
In haar vergadering van j.1. donderdag is de raad van Middelliarnis accoord gegaan met het voorstel in samenwerldng met enliele polders een opdracht te verstrelüken tot het maliën van een plan tot wijziging van de uitwatering van de polders en daarmee van de havens van Middelharnis en Sommelsdijk. In het prae advies herinnerden B. en W. ,aan de al eerder gedane suggestie de afvoer naar de Grevelingen te verleggen; de natuurlijke lozing naar het Haringvliet zal — wanneer deze rivierarm na afsluiting een vrijwel constant waterpeil krijgt — nog slechts d.m.v. een gemaal kunnen geschieden. In het op te maken plan zullen de verschillende mogelijkheden worden bezien inclusief een raming van de kosten. De helft van het benodigde bedrag a ƒ 13.000,— (aanvankelijk ƒ 16.000,—) werd beschikbaar gesteld. Dhr. Koppelaar drong er met nadruk
'^ Liever iemand uit eigen Techn. Dienst
^ Toekomstige waterlozing wordt bestudeerd
Dhr. Koppelaar drong er met nadruk op aan dat in het kader van de te maken plannen ook het verziltingsvraagstuk van het Haringvliet wordt bestudeerd; spr. wist dat bij de wetenschapsmensen geen eenstemmigheid bestaat over de verwachting of het Haringvliet zout of zoet wordt; spr. vond dat een uitermate moeilijk punt waarom hij ertegen waarschuwde al te ras tot een besluit over te gaan. De heer Kievit had bezwaar tegen
De heer Kievit had bezwaar tegen de toegepaste kostenverdeling t.w.: de helft voor de gemeente en de helft voor de polders; hij had 1/3 deel voor de gemeente billijker gevonden; „was er niet meer uit de boeren te persen?" informeerde hij. „Een afvoer naar Battenoord is veel te lang" oordeelde dhr. Grinwis; hij vreesde dat, wanneer daartoe ooit zou worden besloten het water, in natte periode's veel te lang op het land zal blijven staan".
Cru.
Dhr. Arensman gaf te kennen de opmerking van dhr. Kievit over het uitpersen van de boeren wel wat cru te vinden. „Maar weinig boeren die niet aan het riool aangesloten zijn hebben tegen de rioolbelasting gereclameerd..." stelde hij daar tegenover. De voorz. burg. Hordijk de vragen
De voorz. burg. Hordijk de vragen beantwoordend stelde dat wordt aangenomen dat de mogelijkheid het natuurlijk verloop naar het zuiden te volgen aanwezig is. „Overigens zullen we misschien niet ontkomen aan de bouw van een zuiveringsinstallatie". De voorz. stelde dat men er vanuit gaat dat het Haringvliet helemaal zoet wordt i.v.m. de grote hoeveelheid opperwater". Nog eens drong dhr. Koppelaar er
Nog eens drong dhr. Koppelaar er op aan vooral ook/het verziltingsvraagstuk in de studie te laten betrekken.
Welstandstoezicht.
Bij het voorstel tot wijziging van de legesverordening heeft dhr. Koppelaar nu Stad en Landschap de tarieven voor welstandstoezicht verhoogt, bedenkingen geuit tegen het — ook bij kleine verbouwingen — vragen om advies bij Stad en Land. „Deze Stichting heeft enkel een adviserende stem maar het lijkt er op dat de adviezen verplichtend worden" vond dhr. Koppelaar; hij drong er op aan te proberen er zoveel mogelijk aan te ontkomen en het kleine restje dat de gemeente nog op zichzelf kan doen niet aan een Stichting over te laten. „Hun normen en richtlijnen zijn bekend en wij kunnen daarnaar te werk gaan; bij verbouwingen kan best iemand van onze eigen Technische Dienst het bouw- en welstand toezicht uitvoeren" verwachtte dhr. Koppelaar.
„Die woorden zijn me uit het hart gegrepen" verklaarde dhr. van Rumpt; „Wij beschikken over een deskundige Technische Dienst en ik heb daarom geen enkele behoefte aan inmenging van mensen van elders bij verbouwingen van gevels en ramen" verklaarde spr. Dhr. v. Rumpt opperde de suggestie e.v. in samenwerking met andere gemeenten een goed vakman aan te trekken die voor het gehele eiland plannen maakt. De voorz. maande de stedebouwkundige plannen die door Stad en Land gemaakt worden niet te verwarren met het iiitoefenen van welstandstoezicht wat wettelijk is voorgeschreven De voorz. wees erop dat er vroeger in de gemeenten veel verknoeid is waarom Welstandtoezicht wel nodig blijkt.
De al dan niet aanwezige noodzakelijkheid daartoe is niet een een bedrag af te meten omdat het kan zijn dat aan een kleine verbouwing veel meer aspecten verbonden zijn dan aan een grote. „De gemeente moet een welstandsdeskundige hebben maar dat betekent zeker niet dat de gemeente over elk geval aan hem advies moet vragen" maakte de voorz. duidelijk.
„Bij onze Tech. Dienst is best iemand te vinden die naast bouwdeskundige ook welstandsdeskundige is; het college moet daarnaar streven" vond dhr. Koppelaar.
OnbUlijk.
Dhr. Opstelten merkte het als een onbillijkheid aan dat in de leges voor het verlenen van een bouwvergunning een bedrag is ingekapseld voor de kosten van welstandstoezicht terwijl dat niet in alle gevallen gevraagd wordt. De voorz. maande de leges te zien als een bijdrage in de kosten van bouw- en woningtoezicht. Spr. verklaarde ook dat de mogelijkheid een stedebouwkundige aan te trekken zijn bezien; het zou — zo was gebleken — aanmerkelijk duurder zijn omdat deze functionaris een eigen staf en bureau zal moeten hebben. De heren Koppelaar, Drooger, Grinwis, van Rumpt en Opstelten verklaarden zich tegen de wijziging.
Ook de huwelijksrechten werden verhoogd; de bedragen thans op maandag, donderdag en vrijdag ƒ 25,— op dinsdag en woensdag ƒ 50,— en op zaterdag ƒ 100,—. Vanaf 1 januari zullen deze rechten resp. ƒ 30,— ƒ 60,— en ƒ 150,— bedragen.
Ruimte voor de B.B.
Het voorstel van B. & W. het pand Dubbele Ring 1 te Sommelsdijk te herstellen - voor ƒ 17500,- en aan de B.B. als vergaderruimte beschikbaar te stellen ondervond nogal wat tegenstand. B. en W. schreven in hun prae-advies dat, alhoewel het pandje in zeer slechte staat verkeert, het toch niet kan worden geamoveerd i.v.m. het instandhouden van de gevelwand van de kerkstraat. Dhr. Hoogzand wilde het zeer slechte pand maar liever afbreken en er een fietsenstalling voor in de plaats zetten omdat de fietsen in de Ring nogal eens in 't gedrang komgn. Spr. verwachtte dat — wanneer het Rijk de Haringvlietbrug overneemt het kantoor der N.V. in de kerkstraat vervalt wat voor de B.B. een keurig onderkomen zou zijn. Ook dhr. Opstelten had bezwaar tegen het maken van hoge kosten aan het pand en dhr. Grinwis oordeelde dat de B.B. best in de oude kleuterschool kan worden ondergebracht. „Stedebouwkundig gezien neemt dit pand een sleutelpositie in" was de mening van dhr. Edewaard; hij verzekerde dat bij afbraak een lelijk gat zou ontstaan zoals naast drogisterij de Groote; wat dhr. Edewaard betreft kan iemand die daar bouwen wil de grond gratis krijgen Dhr. Kievit wees erop dat de vorige raad A zei m.b.t. de restauratie van de Kerkstraat, nu zal de nieuwe raad B en C moeten zeggen" vond hij. De voorz. meende dat uit twee kwaden het beste gekozen is; stedebouwkundig gezien moet de Dubbele Ring een doorlopend geheel gaan vormen met de Enkele Ring; de pleinvorming zal dan beter tot haar recht moeten komen al begreep de voorz. dat het jaren zal duren eer de panden — waaronder enkele zakenpanden — aan de binnenzijde van de Dubele Ring verdwenen zijn.
„Door het onderhavige pand af te breken kunt u daar een begin mee maken" opperde dhr. Hoogzand. De raad ging tenslotte met het voorstel accoord; de heren Opstelten en Hoogzand verklaarden zich tegen.
Havengeld.
De raad ging accoord met wijziging van de verordening havengelden. O.m. is daarin de heffing van havengelden voor jachten e.d. nader bezien. Voor de jachten is het abonnementstarief op een uniform bedrag van ƒ 6,— per meter lengte gebracht met een minimum van ƒ 30,—. Er van uitgaand dat een abonnement voor 30 schuttingen geldig is komt dit neer op 20 cent per meter lengte. Het tarief voor de onregelmatige bezoekers van de haven bedraagt 25 cent per meter lengte zodat geabonneerden globaal bezien een reductie van 20% genieten. Ook werd het tarief van het normale havengeld van 10 et. per m^ tot 12 cent per m^ verhoogd; de havengeld-briefjes gelden voortaan voor een periode van 14 dagen inplaats van 7 zoals voorheen.
Dhr. van Rumpt was het volledig eens met de opmerking in het prae-advies dat de havens hoge kosten vergen waarom hij suggereerde het havengeld nog wat op te trekken; de havens zouden dan goed toegankelijk moeten zijn en een goede accommodatie moeten hebben" verbond hij daaraan, doch de voorz. wees erop dat er wat betreft de grotere schepen al een verhoging is toegepast.
Drank- en Horeca-wet.
Vastgesteld werd de verordening tot regeling van heffing en invordering van z.g. vergunningsrecht en verlofrecht en van een belasting wegens het verstrekken van sterke drank.
Kolenopslagplaats verdwijnt. Vooral tot grote tevredenheid van Mevr. V. Groningen zal de kolenopslagplaats aan de verlengde Hoflaan verdwijnen. Met dhr. P. de Valk kon een grondruil worden aangegaan. De gemeente geeft vervangende grond aan de Vissersdijk en betaalt dhr. v. d. Valk ƒ 6000,— als toegift.
De ruiling geschiedt ter uitvoering van de regeling betreffende de aard van de bebouwing en het gebruik van gronden gelegen binnen de bebouwde kom van Middelharnis.
Grondverkoop.
De raad ging accoord met de verkoop van een perceel grond in het bestemmingsplan „Plan zuid-west" te Middelharnis aan de heren K. Kroos en D. Vroegindeweij voor de prijs van ƒ 37,50 per m^. Dhr. Kievit (P.v.d.A.) voorspelde dat, wanneer deze prijs gehandhaafd wordt, het betreffende bestemmingsplan de gemeente tonnen zal kosten. Spr. wilde de grondprijs voor parti
Spr. wilde de grondprijs voor particuliere bouw verhoogd zien; „als het de raad ernst is met de financiële positie van de gemeente dan zal ze moeten overgaan op het systeem van uitgave in erfpacht, we hoeven de grond dan later bij sanering of wijziging niet voor veel hogere prijzen terug te kopen".
„Ik weet dat ik ook voor de wethouder uit mijn eigen fractie voor dovemansoren praat" maakte spr. bekend. De voorz. stelde daartegenover dat
De voorz. stelde daartegenover dat steeds meer de bezwaren van dit systeem worden ingezien, waardoor o.a. Amsterdam geen grond meer in erfpacht uitgeeft. „We konden het minstens overwegen, de Wiardi Beekmanstichting staat het systeem nog steeds voor, en die lopen toch ook niet achter" repliceerde dhr. Kievit.
Parkeerstroken.
Aan de Elzenlaan en Wilgenlaan zullen twee parkeerstroken worden aangelegd. De daartoe benodigde grond werd om niet van de Woningbouwver. verkregen. Dhr. Arensman hoopte dat de automobilisten nu ook de parkeerstroken — ook al liggen die niet vlak voor hun woning — zullen gebruiken. Uit het antwoord van de voorz. bleek dat, wanneer dat niet het geval blijkt, tot plaatsing van verbodsborden zal worden overgegaan.
Verkoop woningeni
De woningen Vingerling 31 en 32 werd voor ƒ 10.000,— totaal verkocht aan de heren de Korte te Garderen en Paardekoper te Rotterdam. De kopers willen de woningen opknppen en als week-end woning in gebruik nemen.
Kinderen worden langer.
Bij de gevraagde vervanging van de 14 a 15 jaar oude banken voor 150 leerlingen sets in de Chr. Lagere School te Nieuwe Tonge spelen meerdere factoren een rol. De meest opvallende is wel de — volgens de schoolarts gebleken omstandigheid — dat de kinderen een groter lichaamslengte hebben dan vroeger het geval was. Het Bouwbesluit Lager Onderwijs stelt overigens het gebruik van losse tafels en stoelen verplicht. De raad stelde een crediet van ƒ 10575,— beschikbaar. „Een aanvrage voor nieuwe sets voor de O.L. School ligt thans bij de Inspecteur" antwoordde de voorz. op de vraag van dhr. Oostdijk waarom de Openbare School het met „oud meubilair" uit Sommelsdijk moet doen.
Te hoge aanslagen.
Door dhr. Koppelaar waren aan het college van B. en W. schriftelijke vragen gesteld m.b.t. het feit dat er een aantal te hoge aanslagen van de straatbelasting zijn verzonden. Dhr. Koppelaar vroeg de raad de oorzaak hiervan mede te delen alsmede het aantal aanslagen waarbij het te hoge percentage is toegepast. Voorts vroeg dhr. Koppelaar of de bereidheid bestaat de betreffende aanslagen te verminderen en het teveel betaalde te restitueren en welke maatregelen het college denkt te nemen om in het vervolg een garantie te verkrijgen tegenover de ingezetenen dat een juist heffingspercentage zal worden toegepast. In de beantwoording van deze vragen
In de beantwoording van deze vragen door B. en W. werd erop gewezen dat ingevolge de in april van dit jaar gewijzigde verordening op de heffing van straatbelasting, anders dan in 1966 moest worden nagegaan welke gebouwde eigendommen onder het tarief van SS'/o en welke onder het tarief van 20°/o vallen. Bij de vaststelling van het percentage is het bepalend of een gebouwd eigendom al dan niet is aangesloten op een gemeentelijk rioleringsstelsel of rechtstreeks op een gemeentelijk water loost. Er komen situaties voor waarin hierover verschil van mening kan bestaan. Van de 10 ingediende bezwaarschriften bleken er 7 juist.
„Aangezien in deze vraag de suggestie doorklinkt alsof bij het opleggen van de aanslagen geen enkele zorgvuldigheid in acht is genomen wijzen wij er nog op dat het kohier straatbelasting 3036 aanslagen bevat. Van dit aantal bleken tot nu toe in 7 gevallen de feitelijke situaties t.o.v. de aansluitingen op gemeentelijke riolen of wateren anders te liggen dan bekend was" stellen B. en W. Ook weet de voorz. de gemaakte fouten niet aan de gem. administratie maar aan het feit dat de kadastrale gegevens aanmerkelijk achter zijn.
Dhr. Arensman vond het niet juist dat de raad als hoofd der gemeente en derhalve als werkgever van ambtenaren de geringe misrekeningen zo in het openbaar brengt. „Ik ga toch ook niet naar het Ministerie toe om de ambtenaar die me te hoog voor de inkomstenbelasting aanslag zijn jas te bevuilen?" stelde dhr. Arensman als voorbeeld. Dhr. Kievit wilde nog verder gaan
Dhr. Kievit wilde nog verder gaan dan dhr. Arensman; hij gaf de ambtenaren een compliment omdat er — bij de ingewikkelde berekeningen — juist zo weinig fouten zijn gemaakt. Dhr. Koppelaar verzekerde dat hij
Dhr. Koppelaar verzekerde dat hij zijn vragen niet had bedoeld als een terechtwijzing; hij had de vragen gesteld omdat hem was gebleken dat velen in de gemeente in de onzekerheid over de hoogte van de heffing verkeren terwijl anderen erover ontdaan zijn. Dhr. Koppelaar verklaarde zelfs een zekere ongerustheid te hebben bespeurd
Overigens wees spr. erop dat elk raadslid het recht heeft van interpellatie en het stellen van vragen over de uitvoering van een verordening die de raad vaststelde. Spr. drong erop aan bij het bepalen van de heffingen de grootst mogelijke zorgvuldigheid te betrachten.
Ook dhr. Opstelten verklaarde dat hem meerdere gevallen bekend zijn die onjuist zijn behandeld. B. en W. zegden toe dat wanneer blijkt dat een aanslag ten onrechte of te hoog is opgelegd die aanslag gewijzigd wordt of e.v. reeds teveel betaalde belasting wordt gerestitueerd.
De Verordening op de heffing van straatbelasting is bij raadsbesluit van 6 april j.1. no. 14, met ingang van 1 januari 1967 zodanig gewijzigd, dat de belasting vanaf die datum bedraagt:
a. 55% van de belastbare opbrengsten van de gebouwde eigendommen, die zijn aangesloten aan een gemeentelijk rioleringsstelsel of die rechtstreeks lozen op een gemeentelijk water;
b. 20% van de belastbare opbrengsten van de gebouwde eigendommen, die niet zijn aangesloten aan een gemeentelijk rioleringsstelsel of die niet rechtstreeks lozen op een gemeentelijk water;
c. 10% van de belastbare opbrengsten van de ongebouwde eigendommen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 november 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 7 november 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's