De plakkers
Stylitus, die zijn wekelijkse „Kolom" schrijft in „Kwekerij en Handel" het vakblad van de H.B.G.-veüing te Lisse, weet de mensen fijn uit te schilderen. Hij heeft het in het onderstaande stukje over de plakkers, waarvan men wel weet wanneer ze op bezoek komen, maar niet wanneer ze weggaan. We laten het hier volgen.
„Een gast brengt altijd vreugde aan is niet bij 't komen, dan bij 't gaan, zegt het spreekwoord.
Dit zou ons tot troost moeten zijn, iedere keer wanneer mijn neef, de heer L. Rozewater Azoon (ten deze verder aangeduid als Azoon) ons met zijn bezoek komt vereren. Azoon is niet kwaad zo op 't oog leggen we eer met hem in, zolang hij zijn mond dicht houdt. Want hij is, met permissie gezegd een gepatenteerde oohaa. Vooral wanneer hij het over zichzelf heeft, en dat is meestentijds het geval. Zijn ziekten, zijn banen, zijn bazen, zijn (flink) optreden en (snedige) antwoorden. Zijn komst brengt weinig vreugde aan, maar een probleem apart is het, hem weer te doen gaan. Want Azoon heeft niet alleen wat je noemt zitvlees, maar daarbenevens een huid als een olifant.
Waneer, menselijkerwijs gesproken, hij aan opstappen zou moeten denken, maar daar kennelijk gans niet aan denkt, zeg ik nadrukkelijk tot mijn gade „Denk er om, we moeten nog naar Jansen. „Dat moeten we ook, maar het is een receptie van 4—5.30 uur". Dit in de (bijna zeker vergeefse) hoop dat Azoon zal zeggen „Dan wordt het tijd dat ik eens opstap". Maar Azoon informeert in den brede naar Jansen, en of het nog familie is van ene Jansen die hij kent, en waaromtrent hij veel wetenswaardigheden gaat mededelen.
„Maar we moeten toch eerst nog ETEN" zegt mijn gade met nadruk. Azoon lacht. Als je niet eet, zegt hij, dan hou je 't leven niet. Hoe heerlijk is het, als een mens zijn natje en zijn droogje nog lust. Verleden week heeft hij gegeten in de Witte Bergen, met de Peutelaars, ken ik die? Nou afijn hoofdstuk Peutelaars. „Neem me niet kwalijk, maar ik moet
„Neem me niet kwalijk, maar ik moet TAFELDEKKEN" zegt moeder overduidelijk. Nu, van Azoon kan ze gerust haar gang gaan, als hij in de weg zit moet ze 't maar zeggen. Wat hem herinnert aan het geval-van de oude Klep, die ook zo lang bleef plakken, de tafel werd onder zijn neus gedekt maar hij bleef maar zitten, haha! lacht Azoon vermaakt. Ik lach dan mee.
Hij steekt een verse sigaar op. „Daar heb je wat aan" zeg ik „VOOR ONDER WEG". Hij rookt nimmer onderweg, vertelt hij troostend. Toch, jawel: hij staat op! Om, zegt hij, alle hoop terneerslaand „effetjes te doen wat de kippetjes niet kenne doen". Nu is het zaak op te treden. Het desbetreffende établissement bevindt zich in de gang, en vandaar naar de deur is maar een kort eindje. Als hij weer verschijnt, de laatste hand leggende aan zijn kleding. zeg ik hartelijk „Nou, kerel, blij je«i| es gezien te hebben. Even kijken, is 1 je jas ja?" Het lukt boven verwacliti| Azoon staat reeds met één arm mouw.
„Ja, die jas" zegt hij „daar heb 1 veertien dagen lang suf naar gezoi Dat was een bak". „Hij laat zich i op de trap en vertelt breed-uit lioei| naar die jas gezocht heeft, en waarj „Waar denk jullie nou dat ie ws-l vraagt hij triomfantelijk, en wachlj het antwoord. Hoe zouden wij het» ten? Eindelijk onthult hij het ons iBl Zijn vrouw had de jas naar de stonj rij laten brengen.
Moeder maakt gebaar van drult-i zorg-voor-het-eten, schudt hand blaast de aftocht. „Nou kerel" nogmaals, de deur openend „blij | weer es gezien te hebben". Jaja, I" Azoon, en dat wordt zo licht maar twee weken geleden bezoclitj Pietersen — ken ik Pietersen? nee'^ zoon van de ouwe Pietersen, getrouj met een dochter van Kalf — ^^'), leest ie vanmorgen in de krant? Gelil onverwacht heengegaan... 't Is "*! mensen!
Maar dan staan we bij het helc^l het voortuintje. Azoon trapt zijn btjl mer aan, en zet hem dan plots resojil weer op de standaard. „O ja" „da's óók wat moois. Nou zou ^ [ vergeten waarvoor ik eigenlijk kwaOl
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 november 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's