In Het Zicht Van De Lange Jan
Een haven van korte rust. In de scheerwinkel. Staan onder de preek.
jjj de zes lange Jagen werken op net herfstige land, ^jiist en kou, in jjgen en slik, zeiljen de werkmenjj„ een haven van orte rust binnen. et loon werd aan g moeder van het jezin gegeven en jie kon om boodschappen naar de ^el. Als het aangenomen werk kwamen de jiannen een uur
vroeger naar huis en winkelsluiting Jas er nog niet; in de winkels stond jien klaar zolang er klanten kwamen. Over de uitgaven moest in de regel > vrouw des huizes maar beslissen. Bit was haar in de meeste keren wel levertrouwd. Zij wist wat het allernoigst was voor deze week, en ook wat og een weekje kon wachten, want alles opgebruiken ging niet; in de loop van de week zouden nog meer uitgaven doen zijn. Het gebeurde ook wel, dat ien gedeelte van het gekochte werd be- , omdat het geld niet toereikend
was en het gekochte toch echt noodzakelijk was. De winkelier kende zijn mensen en wist dat het ontbrekende zeker betaald zou worden, want al waren ze allen niet eerlijk, het grootste gedeelte van de bevolking was dat wel. Het waren slechts enkele guldens die
Het waren slechts enkele guldens die in het boek van de winkelier bleven staan. In onze tijd gaat het over uitgaven van honderden guldens, die er nog steeds bij de leverancier moeten komen. De schaamte om schulden te maken is bij velen zoek; men koopt maar, nodig ot met nodig. Spullen worden aangeschaft, die niet rechtstreeks nodig zijn, maar die een ander bezit en omdat wij met onder willen doen, moeten wij het ook hebben.
Die enkele guldens bij de winkelier zouden er komen, dat 'stond vast. Straks zou het afrekening worden over het aangenomen werk; slechts een deel had de werkman opgevraagd: een behoorlijk [eld, maar omdat er in de regel harder gewerkt werd, had hij straks nog een tegoed. Dan konden die kleine schulden worden vereffend.
De moeder of één van haar meisjes ng om de boodschappen en vader ging naar de scheerwinkel. Zelf scheren was erbij de meesten niet bij.
De dorpskleermaker had zijn naaispullen opgeruimd en er was nu ruimte gemaakt voor de klanten, die met zware baarden zaten te wachten op het vlijmscherpe mes, dat de aangezichten een ander aanzien zou geven. Je hoorde tiet mes krassen over de harde stoppe- ; huid. Het ging aan de lopende band zoon van de kleermaker of een leerjongen zeepte in en de meester-kleermaker kon dan van de ene klant op de andere overstappen, in figuurlijke zin dan natuurlijk.
Het was een gegons van stemmen in het kleine vertrekje. Er was veel te vertellen over het werk, hoe ver dat al gevorderd was; over de boer en over de leverantie. Men was in een goede stemming, want het vooruitzicht dat morgen te werk niet riep, maakte spraakzaam. Velen bleven (als er voldoende plaats was) nog een poosje in de scheerwinkel; 21] hadden nu een glad gezicht en za- ;n er, ook in andere kleren, veel an- K uit dan op het bietenveld.
Een open, gedeeltelijk gevulde sigarenkist noodde tot kopen. De zwarte si- Saren, zes voor een dubbeltje, vonden gnf kopers en rokers. Dat was eens iets anders dan de tabakspruim, al was het familie van elkaar; het smaakte toch ;rs dan de rook uit de pijp, die de We week haast niet koud was geweest.
Het was zo zaterdagavondachtig, zo feestelijk.
De andere dag was de rustdag. De mensen kwamen samen in de kerk en baden en zongen mee en luisterden naar de stem van de dominee of van een ouderling, die een preek las. Er waren altijd mensen in het dorp, die nooit of slechts een enkele keer een voet in de kerk zetten. Maar over het algemeen was men op de dorpen toch wel kerks.
Er waren ook mensen, die hun dorpskerk voorbij liepen en in een verre plaats gingen kerken, omdat zij zich niet konden verenigen met de uitleg van de Schriften door de plaatselijke predikant. Zij liepen meer dan een uur om daar te luisteren naar het Woord, dat zi] meenden naar de mening van de Geest was.
Was deze zondag een rustdag voor die mensen? Ja, het werk rustte wel, maar het lichaam kon niet rusten. Zo'n zes a zeven kilometer te voet, heen en terug, vergde veel van het lichaam, dat een hele week in touw was geweest. Het was voor de dominee een hele opgave om de vermoeide mensen, die nu pas voelden hoe afgewerkt zij waren, nu ze tot rust kwamen, te boeien. Was er echter honger naar het Woord des levens, dan ging het vanzelf; dan voelde men geen vermoeidheid. Dan was het zoals de oude profeet het had gezegd: Zij zullen de kracht vernieuwen, zij zullen lopen en niet moede worden, zij zullen wandelen en niet mat worden. Dan kwamen er woorden van troost, als een beker koud water voor een vermoeide ziel.
En toch kon het gebeuren, onder het bidden (vooral als het geljed langer ging worden als Salomo's gebed bij de inwijding van de tempel) dat het hoofd ineens een grote knik gaf. Wel te begrijpen: je zat al met je ogen dicht en zo stil in de bank! Het staan onder het bidden was toen nog geen gewoonte. Er zijn ook een heleboel gewoonten in de kerk, die van tijd tot tijd kuimen veranderen.
Dat knikken met het hoofd zag gelukkig niemand, want ieder zat met gesloten ogen. Erger was het als het slapen je onder de preek overviel. Dat zagen de mensen! En toch was zo'n man begonnen om met ernst te luisteren; hij deed echt zijn best er voor. Maar slapen ging niet; dat mocht niet! Had Van Lodensteyn niet gezegd, dat de engelen toeschouwers en luisteraars zijn bij de eredienst! Wie zou dat durven! En wat zag men dan? Dan hier één en dan daar één, stondep de mannen op en luisterden staande naar het Woord des levens. Niemand nam daar aanstoot aan; ieder wist dat zo'n man geen woord wilde missen. Zou men die mannen verachten, die gingen staan onder de preek? Waren hun lichamen dan niet vermoeid?
In onze tijd komt het werken niet zo aan het lijf als vroeger. Er zullen wel geen kerkgangers meer zijn, die anderhalf uur hebben gelopen om in de kerk te komen. Er zijn nu mensen, die op een gemakkelijke wijze naar de plaats der samenkomst gaan, per auto of per brommer. En toch zie ik nooit iemand staan onder de preek.
Mag het nu misschien wél gezien worden? '
ZWERVER.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 oktober 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's