In het zicht van de Lange Jan

Als ik zestien ben — Gy zult niet doden — De mens is dood.

Zou er nog iets aan die bromfiets toegevoegd moeten worden? Is het al niet welletjes, als wij moeten constateren, dat er haast geen dag voorbij gaat, of er gebeurt een ongeluk met dodelijke afloop met zo'n zware brommer?

Ik weet natuurlijk heel goed, dat zo'n vervoermiddel voor velen een del voor velen een uitkomst is; dat ze haast niet anders op hun werk konden komen, als zij zo'n ding niet hadden, maar het gebruik ervan, vooral door de opgroeiende jeugd, dat is meer dan erg. Dat is geen gebruik meer, maar misbruik, zoals bij zovele dingen te constateren valt. Van zoveel goede dingen en uitvindingen wordt misbruik gemaakt, en daarom moet het gebruik ervan niet worden afgekeurd.

Zo'n brommer is geen stuk speelgoed; daar heeft het te veel kracht voor en daar is het te gevaarlijk voor. Het is geen ding om ermee door het publiek te scheuren, liggen op het stuur, om nog des te meer vaart te krijgen. Het is niet gemaakt om er mee op te scheppen en branie te maken. Wij mogen er geen doodslag mee begaan en dat doen wij, als we nonchalant door de straten vliegen en lawaai maken, alsof de straat voor onszelf is; om er kunsten mee te maken, om de grote „man" te kunnen zijn, iemand die iets presteert en veel durft.

Weten wij niet dat vele ouders wakker liggen en niet in slaap kunnen komen, voordat zoonlief in aantocht is en zijn brommer veilig op stal heeft gezet. Vooral op zaterdagavond, de avond van uitgaan voor velen. Tot in de nacht blijven velen weg, want morgen is er gelegenheid om uit te slapen. En de kerkdienst dan? Wat geeft men om de kerkdienst! Er wordt geroepen dat God dood is, wat moet je dan in de kerk doen, om naar een God te luisteren. Die dood is verklaard? Weten wij niet, dat ouders met grote

Weten wij niet, dat ouders met grote zorg hun zoon zestien zien worden; dan mag hij immers zo'n ding berijden, volgens de wet! De zoon heeft het er al zo vaak over gehad: als ik zestien ben, dan Alsof het geen geld kost, maar dat is het ergste niet, alsof het je leven niet kan kosten! En als het zo ver is, dan waarschu

En als het zo ver is, dan waarschuwen de ouders om toch voorzichtig te zijn. Tot vervelens toe wordt het de jongens ingeprent. Ze weten maar half, hoeveel de vaders en moeders van hen houden en dat zij ze zo graag tot mannen zagen opgroeien. Maar, zo wordt er gezegd, mij zal zoiets niet overkomen; ik kan wel rijden. Totdat er dicht in de buurt zo'n verschrikkelijk ongeval plaats vindt, door eigen schuld, door roekeloosheid! Dan is het even stil en wordt er niet zo veel aan het gas gedraaid, totdat er niet meer aan wordt gedacht, en het gaat weer zoals voorheen Weer zo'n ongeval met dodelijke afloop! Ja, het wordt toch wel een beetje erg. Een jongen in de bloei van zijn leven! Een jongen, die nog een lang leven vóór zich kon hebben. Het leven is afgesneden, in vele gevallen door eigen schuld. Doodslager te zijn van je zelf, hoe vreselijk is dat! En doodslager van anderen, hoe verschrikkelijk!

Gij zult niet doodslaan! Dat is niet een woord van een mens, maar het is het gebod van God, Die niet dood is, maar leeft tot in eeuwigheid.

Waarom altijd dat snelle rijden? Het gaat toch stukken vlugger dan met een trapfiets! Of is er zoveel werk te verzetten, dat men anders niet kan? Dat geloof ik nog niet zo direct. Zie ze maar eens bezig op het werk. Zie je dan dat het zo druk is? Wordt op het werk een ander gebod niet overtreden? Het gebod van: Gij zult niet stelen! Wij mogen geen dagdieven zijn en stelen van de tijd van een ander. Wij moeten ons werk gewillig en getrouw doen als de engelen in de hemel. Dat zegt ook weer niet een mens, maar het is de eis van de levende God, Die niet wil, dat wij onze dagen in ledigheid doorbrengen. Is er nog wel eerbied voor Gods wet?

Is er nog wel eerbied voor Gods wet? Of doen we maar alsof de wet van God iets voor de kerk is, voor de zondag? Wordt de wet van God nog in alle

Wordt de wet van God nog in alle kerken behandeld? En als dat zo is, wordt er dan geluisterd? Of slapen de opgroeiende jongens, met het hoofd op de handen op de bank, als de woorden des levens worden verkondigd? Is het zaterdagavond te laat geworden en zodoende de nacht veel te kort, om helder wakker te kunnen zijn onder de prediking van Gods Woord?

Ik denk dat het bij velen op zaterdagavond laat is geworden, als ik de knikkende hoofden zie, die het allemaal eens zijn met wat de dominee zegt of de ouderling leest in vakante kerken. Andere zonden vindt men erg en men zou er schande over spreken, maar het slapen in de kerk wordt door velen niet als een grote zonde aangevoeld. Hoe komt dat toch? En hoe komt het dat er kinderen zijn, die de lagere school al achter de rug hebben, en die de moeite niet doen om maar één ogenblik met aandacht te luisteren naar hetgeen tot eeuwig heil zou kunnen dienen? Hebben wij dan helemaal geen eerbied meer voor God en Zijn dienst?

Ik geloof dat wij het moeten omdraaien: niet God is dood, maar de mens is dood! Je ziet het: het Woord des levens heeft geen vat; men slaapt als er over God en Zijn dienst wordt gesproken! Men moet dan ook geen ach en wee

Men moet dan ook geen ach en wee roepen, als wij horen zeggen: God is dood. Wij verklaren zelf dat God dood is, door geen acht te slaan op hetgeen Hij ons zegt. Wij zeggen met sprekende daden, dat God dood is, wanneer wij Zijn wetten met voeten treden.

Wij moeten bij onszelf beginnen en niet ons verontwaardigen over hetgeen een ander doet en zegt.

Heus, we hebben genoeg aan onszelf, want zulke brave mensen zijn we niet. En hoge gedachten moeten we helemaal niet van ons hebben, want dan is dat een teken, dat de vreze Gods ver van ons is. Wie dicht bij God probeert te leven, blijft laag aan de grond. Hij heeft het hoogste woord niet, want hij weet dat hij zo vaak in woorden struikelt. Hij kan alles niet beter dan een ander, want hij gevoelt dat alles wat hij doet kleeft van de gebreken. Zouden wij hoge dingen zoeken? Zoekt ze niet! Dat zegt Gods Woord. En dat moet voor ons het Richtsnoer zijn van ons leven.

ZWERVER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen