Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

�Geschiedenis van een kerk"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

�Geschiedenis van een kerk"

lOO jaar Gereformeerde Gemeente Dirksland

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Samengesteld door ds. P. Blok en 1h. de Waal. Uitgegeven door de ]^erkeraad van de Gerei. Gemeente te Dirksland. Linnenband, 123 pag., geülustreerd met vele foto's; prijs ƒ 10.-.

Eigenlijk lenen gedachtenisboeken en •ubileumuitgaven zich niet voor een ewone boekbespreking. Het karakter lan dergelijke uitzonderlijke publikaties jerbiedt om die met een gebruikelijke [laatstaf te beoordelen. Dat we dan lach, m overleg met de redaktie va jit blad, er een beoordeling aan wagen, nndt zijn oorzaak in het feit, dat we bovengenoemde jubileumuitgave een kerkelijke streekgeschiedenis hebvan zulk een omvang, dat het joeic alleszins recht heelt op onze belangstelling.

Laat ik dan maar beginnen met een enkele opmerking over de uitvoering van dit boek; vervolgens bespreek ik izet en inhoud van dit boek, om dan ,. eindigen met een overweging van Ineer algemene strekking, die bij mij opkwam, nadat ik dit boek gelezen liad.

De mtvoering.

De kerkeraad van de Ger. Gemeente van Dirksland heeft het 100-jarig bestaan van de gemeente willen vieren met een kloeke uitgave. Het boek IS gedrukt op werkelijk prachtig papier, en ingebonden in een linnen band, waarop in gouddruk een tekening is aangebracht van het gerestaureerde kerkgebouw. Deze tekening is van architekt G. Geluk uit Vlaardingen. Vele duidelijke en fraaie foto's verluchten het geheel. Op pag. 21 is een tekening te vinden van het eerste kerkgebouw der Ger. Gem. te Dirksland, gemaakt door de heer G. C. Vreugdenhil aan de hand van oude tekeningen uit het gemeentearchief. Voor de druk is een lettertype gebruikt, dat het lezen prettig en gemakkelijk maakt. Kortom: de hele lay-out, zoals men dat dan noemt, is voortreffelijk. Opzet en inhoud.

Opzet en inhoud.

Wat opzet en inhoud aangaan, het boek wordt geopend met een „ten geleide" van ds. P. Blok. Dan volgen veertien kortere of langere hoofdstukken, waarvan het eerste een overzicht biedt van de kerkelijke toestand in de 19e eeuw, terwijl het laatste een slotbeschouwing geeft, dat een enigszins meditatief karakter draagt. De tussenliggende hoofdstukken dragen de namen tot opschrift van de predikanten, die in Dirksland gearbeid hebben, maar de inhoud van deze hoofdstukken betreft met alleen persoon en arbeid van deze dominees, doch ook allerlei belangrijke gebeurtenissen, die zich in hun ambtsperiode hebben afgespeeld. Om deze stof te verzamelen, werd gebruik lemaakt van de notulenbundels van de kerkeraadsvergaderingen. Het boek wordt afgesloten met acht bijlagen en een inhoudsopgave.

Het spreekt vanzelf, dat ik niet alle hoofdstukken in het bestek van deze recensie kan bespreken. Men kan er zeer veel wetenswaardigheden in vinden, die ons niet slechts inlichten over de gang van zaken in Dirksland, doch liok over het ontstaan van de overige Ger. Gemeenten op ons eiland. Juist dat maakt het boek leesbaar en interessant voor een brede kring van lezers, die buiten Dirksland wonen. De samenstellers hebben naar hun

De samenstellers hebben naar hun beste weten getracht een objectief verslag op te stellen aan de hand van de beschikbare gegevens. Dat dit niet eenvoudig was, moge blijken uit het feit, dat over de tijd van 1867 tot 1893 alle notulen vernietigd waren, en in het kerkelijk archief geen enkele informatie beschikbaar was. Tot in het buitenland toe moest speurwerk worden verricht. De heer Stoppelenburg van de Kerkhistorische Kroniek heeft zich de moeite van onderzoekingen willen getroosten in het Algemeen Rijksarchief te Den Haag. Hij heeft er bepaald mede voor mogen zorgen, dat het boek zo volledig mogelijk kan verschijnen. Op pag. 27 vond ik een enigszins

Op pag. 27 vond ik een enigszins vreemde zinswending. Op 26 dec. 1894 werden twee broeders voor diaken gekozen, die „zich dit lieten welgevallen" en op Nieuwjaarsdag 1895 in het ambt werden bevestigd.

Ik meen dat wij de begeerte om de roepmg op te volgen beter niet op zodanige wijze kunnen voorstellen. Het riekt een beetje naar goedgunstigheid van mensen, in plaats daarvan, dat het weergeeft de gehoorzaamheid aan een opdracht van Godswege.

De samenstellers zullen zich bewust ojn geweest, dat men zich bij het gebruiken van notulenbundels een bepaalde beperking op moet leggen, niet zozeer vanwege de wijdlopigheid, die moet vermeden worden, maar met het "og op geheimhouding, die betracht moet worden. Ik bedoel maar: er is ook zoveel, dat niet genoemd mag worden en ook niet genoemd kan worden. '1 1941 b.v. werd een lid van de gebeente in het openbaar met de Chris- Mijke ban afgesneden, het enige ge- ™ in 100 jaar. Ik neem echter aan, aat m de loop der jaren, zoals dat in iedere gemeente gaat, onderscheidene leden ernstig gewaarschuwd moesten worden. Dat vereist vaak vele en langdurige gesprekken. Teleurstelling blijft ambtsdragers daarbij soms niet bespaard. En wat een .zorg, tijd, takt en trouw vereisen de gewone huisbezoe- ^W, de catechisaties, de zieken- en de "ejaardenbezoeken, de prediking! Daarover moest dit boek zo summier moêelijk zijn, maar het is een zeer wezenlijk deel van de kerkgeschiedenis, ™e ons meer biedt dan alleen technische en huishoudelijke zaken. Het pleit voor de schrijvers, dat zij de sensatie ver van zich gehouden hebben; dat zij ™et uiterste kiesheid de stof hebben verzameld; dat veel verteld is, maar ook veel verzwegen; en dat de verfdoos met té lichte en té donkere, alsook met al te mooie kleuren dichtgebleven is.

Tenslotte een (vrij uitvoerige) overweging van meer algemene aard. Ds. Blok schrijft in het „Ten geleide", dat het woord „kerk" in de titel van het boek geschreven is met een kleine letter. Hü onderscheidt de zichtbare openbaringsvorm (met koren en kaf, enz.) met een kleine „k", van de door God levend gemaakte Kerk, met een hoofdletter. Ik kan mij daar goed in vinden, mits het bedoeld is in de geest van Zondag 21, vr. en antw. 54. Maar ik dacht, dat er ook nog een andere reden kon zijn, om de zichtbare gemeente met een kleine „k" te schrijven, n.1. uit een „bescheicjenheidsoverweging". Ds. Blok zal dat begrijoen, als ik verwijs naar pag. 104, waar ik lees: „de breuk van Sion is groot, de tranen over de breuk zijn weinig, van de smart daarover is weinig merkbaar." Er zijn meer kerken (kleine letter!) dan alleen de Geref. Gemeenten. Ik moet aannemen dat de Heere ook in andere kerken Zijn kinderen heeft, en dat ook daar zondaren onder de bediening van het Woord behouden worden. Ik reken daar alle kerken van de Geref. gezindte toe, en die niet alleen. Maar dat had ik dan ook graag eens uitgesproken gehoord, in verband met die kleine letter. Ik geloof, dat onze tranen daarover inderdaad maar weinig zijn. Wij houden te weinig rekening met elkaar, omdat wij te gemakkelijk de kerk (met die kleine letter) verabsoluteren tot onze eigen kerk. Wij zijn in de gezonde zin te weinig oecumenisch. Is het vandaar, dat doorsnee-kerkleden soms tot zulke vreemde opvattingen komen? Wat ik er nogal eens van merk, is, dat men bij de Geref. kerken totaal aan het verkeerde adres zou zijn. Daar kan alles er bij door, daar neemt men het zo nauw niet, enz., terwijl omgekeerd vanuit Geref. kring de leden van de Ger. Gemeenten versleten worden voor „zwarte kousentypen".

Ik spreek nu maar ronduit: daar is wel eens iets smakeloos en hatelijks in ons omgaan met elkaar. Wij voelen ons helemaal niet onderling verbonden, ook al behoren wij tot verschillende kerken. Wij leggen elkaar soms maar een lak op, en wij willen elkaar soms maar nauwelijks met goed fatsoen een hand geven. Ik voor mij kan met blijdschap lid zijn van de Geref. Kerken — ook al zie ik bepaalde bezwaren — en ik denk er niet over van die kerken afscheid te nemen, maar ik pas er wel voor op mijn eigen kerkverband te verabsoluteren. Ik zou willen, dat wij oprechter, vriendelijker, broederlijker naar elkaar keken, en eens wat meer nota van elkaar namen. Het zou veel misverstand voorkomen. Wij kunnen daarbij ook het geschiedenisboek nog wel eens openslaan. Het kon best eens zijn, dat wij in bepaalde opzichten geen recht doen aan de geschiedenis, en daardoor nodeloos op grote afstand van elkaar blijven. Ik waag het er maar op, deze dingen eens eerlijk neer te schrijven. Er zullen er wel zijn, die denken, dat ik „de kant van de Geref. Gemeenten op zit", maar die ^opmerking neem ik dan maar voor kennisgeving aan.

Persoonlijk ben ik er dankbaar voor, dat deze recensie in handen werd gelegd van een Geref. predikant. Ik van mijn kant heb getracht dit broederlijke gebaar te beantwoorden met een paar broederlijke woorden, waaruit ik de geveinsdheid heb geweerd. Misschien wil de Heere dit gebruiken tot een beter verstaan van elkaar.

Ooltgensplaat. Drs. A. W. Meeder.

Dit artikel werd u aangeboden door: Eilanden-Nieuws

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's

�Geschiedenis van een kerk"

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1967

Eilanden-Nieuws | 12 Pagina's