Hervormd Oude Tonge heeft weer eigen predikant

Ds. L. Roetman had tot intreetekst gekozen 2 Tim. 2 : 15: „Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, éen, arbeider die niet beschaamd wordt, die ïtet Woord der ^uaarheid recht snijdt."

Na de ontvouwing van deze woorden, waarin het werk van de dienaar werd getekend, n.1. het prediken van het Woord in alle getrouwheid en zuiverheid, niet alleen in de kerk maar ook in de huizen, om een uitdeler te zijn van de verborgenheden Gods en daarbij het Woord recht te snijden, volgde de bevestiging. Op de gestelde vragen uit het formulier klonk het plechtig uit de mond van de jonge dienaar: „Ja ik, van ganser harte." Daarna had de handoplegging plaats, waaraan deelgenomen werd door 5 predikanten, die daarbij ieder een zegewens uit Gods Woord uitspraken. Allereerst de bevestiger ds. Hoetman, die de bede uit het formulier uitsprak: God, onze hemelse vader, die u geroepen heeft tot deze heilige dienst verlichte u door Zijn Geest enz.; ds. Vermaat: „Hij die u roept, is getrouw." 1 Thes.. 5 : 24. Ds. Verkade: „Weest getrouw tot de dood." Openb. 2 : 10, ds. Jansen: „Zo dan, mijn geliefde broeder, weest verstandig". 1 Cor. 15 : 58; ds. Jonkers; „Ik betuig dan voor God' enz. — predik het woord." 2 Tim. 4 : len2. Staande zong de gemeente hun pre

Staande zong de gemeente hun predikant toe Ps. 134 : 3: „Dat 's Heeren zegen op u daal". In de toespraak die ds. Roetman daarna hield, wees hij er op, hoe tussen hem en ds. v. Gorsel een band van vriendschap was gegroeid tijdens zijn leervicariaat te Gouda. Het verheugde hem, hem als eerste te kunnen gelukwensen. Het is voor u een wondere weg geweest naar het wondere ambt, aldus spreker. Als de Heere ons er toe bestemd, komen we er niet onder uit. Bij de vele beroepen die u kreeg is uw hart direct uitgegaan naar Oude Tonge, spr. noemde dit onberedenaarbaar. Hij wees de gemeente op het grote voorrecht dat zij deze dienaar von Godswege mochten ontvangen en maande dat zij hem op het gebed zouden dragen. „Als u niet voor hem bidt, zal hij voor u niet kunnen bidden" haalde spr. aan en hij hoopte ook, dat de kerkeraad als één man om hem heen zou staan. Tevoren had ds. Roetman reeds gezegd, dat er in de Hervormde Kerk een groot gebrek is aan predikanten; vele gemeenten tobben nu al met vacatures, en tegen 1970 gaan er velen met emeritaat. De oogst is groot en de arbeiders zijn weinig, waarom de komst van ds. v. Gorsel wel diende te worden gewaardeerd. Ds, Roetman besloot met de wens dat de Heere hem te Oude Tonge tot een rijke zegen zal Stellen. De slotzang was uit Ps. 35 : 13.

De intrede

Zoals reeds gezegd was de kerk in de nüddagdienst, waarin ds. Van Gorsel zich aan de gemeente van Oude Tonge verbond, overvol. Met de reeds genoemde predikanten waren nu ook aanwezig, ds. H. N. van Hensbergen van Dirksland; ds. H. Kraaij van Herkingen, ds. K. Schipper van Middelharnis; ds. D. C. V. Wijnen van Goedereede, ds. H. van Harten van Molenaarsgraaf en kand H. Veldhuizen van Bilthoven welke laatste deze zondag te Ooltgensplaat voor­ ging-

Verder waren aanwezig ds. P. Blok, predikant der Geref. Gemeente te Dirksland, met diaken P. Groenendijk, de beide wethouders van Oostflakkee en gem. secretaris J. L. Vetter. De burgemeester was met vakantie.

De dienst werd aangevangen met het zingen van Ps. 84 : 1 en 3. Ds. van Gorsel las daarna de Geloofsbelijdenis, dit keer uit de Dordtse Leerregels, I : 2, 3 en 4, waarin o.m. voorkomt: „En, opdat de mensen tot het geloof worden gebracht, zendt God goederenlijk verkondigers van deze zeer blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil."

De intree-tekst werd gekozen uit Hosea 10 : 12: „Zaait u tot gerechtigheid, maait tot weldadigheid, braakt u een braakland; dewijl het tijd is de Heere te zoeken, totdat Hij home en over u de gerechtigheid regene." Het thema was: „Gods Landbouwplan" en stilgestaan werd ten eerste bij de vrucht die verwacht; 3. de akker die bereid en 3. bij de regen die beloofd wordt.

In zijn voorafspraak zei de jonge prediker dat het voor Oude Tonge een bijzondere dag was; bijzonder omdat er een nieuwe dominé kwam, bijzonder omdat het 247 jaar geleden is, dat er in deze eeuwenoude kerk een kandidaat bevestigd werd. Bijzonder om verschillende redenen en toch weer niet, omdat sinds de Hervorming 400 jaar lang het Woord Gods in deze oude kerk verkondigd is en 33 predikanten er dezelfde boodschap hebben gebracht. De bediening der verzoening gaat door: „Wij bidden U van Christus' wege, laat u met God verzoenen!" Spr. kwam niet met een eigen program, maar met Gods werkprogramma!

Komende tot zijn tekst gaf spr. eerst een overzicht uit het tijdperk van de profeet Hosea, 750 jaar v. Chr. dus 2700 jaar geleden. Hij leefde en werkte in de tijd van Jerobeam II. Het was toen een tijd van weelde, een soort „gouden eeuw", voor Israël. Net als thans bij ons: het welvaartspeil was tot ongekende hoogte gestegen. En nu komt daar een profeet, die zegt, als iedereen het uitgalmt dat het zo goed gaat: het loopt mis, het gaat naar de ondergang toe! Echte profeten gaan altijd tegen de draad in! Profeten spreken het Woord Gods en dat stelt zich altijd tegenover ónze meningen en opvattingen.. Wanneer iedereen de welvaart prijst, roept Hosea uit: Hoort des Heeren Woord! De Heere heeft een twist met de inwoners des lands, omdat er geen trouw en weldadigheden en geen kennis van God in het land is, maar vloeken, liegen, doodslaan, stelen en overspel doen. Bloedschulden raken aan bloedschulden! In onze tijd is het niet veel beter. En nu gebruikt Hosea een merkwaardig beeld (aan de landbouw ontleent): „Gij hebt goddeloosheid geploegd, verkeerdheid gemaaid, de vrucht der leugen gegeten". Hij wil er mee zeggen, dat heel het leven tot in de grond toe is bedorven. Zó is ook- ons bestaan van nature. Het is dezelfde klacht van Jesaja als hij de Heere sprekende invoert: Wat is er nu meer aan mijn wijngaard te doen, dat Ik er niet aan gedaan heb? Zou het niet rechtvaardig zijn als de Heere zo'n volk aan zijn lot overliet? Dat doet de Heere niet. Ook niet te Oude Tonge. Ofschoon wij het er niet naar gemaakt hebben houdt Hij nog bemoeienissen en zendt nog verkondigers van de blijde boodschap, tot wie Hij wil en wanneer Hij wil (zoals gelezen was uit' de Dordtse Leerregels). Tot dat schuldige en ontrouwe volk zendt de Heere de profeet Hosea, met woorden van bedreiging, van vermaning, maar ook van beloften.

(Zie vervolg pag. 3)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen