Prins Willem Jilexander van Oranje gedoopt
Sobere plechtigheid in Den Haag
Voor het eerst sinds 116 jaren weer een Prins(je) van Oranje bij de doopvont in de Haagse Grote of St. Jacobskerk; Prins Willem-Alexander. Op donderdag 27 april 1967, 's avonds om drie minuten voor acht uur geboren in het Academisch Ziekenhuis te Utrecht. Afgelopen zaterdag, 2 september 1967, rond twaalf uur 's middags middelpunt van een ingetogen, sobere, maar toch indrukwekkende plechtigheid: de bediening van de Heilige Doop.
Binnen in de Grote of St. Jacobskerk, die al moet stammen uit de jaren rond 1280 toen op deze plaats een bidkapel werd gebouwd voor de graag in deze streken jagende Graaf Willem II van Holland, is het stil en warm. Achttienhonderd genodigden zijn bijeen. 'Ministers, Kamerleden, vertegenvroordigers van de kerkgenootschappen in Nederland, alle commissarissen van de koningin. Ook vier poliopatientjes, die het Prinses Beatrixfonds vertegenwoordigen. Overbekende sportmensen, zoals Anton Geesink en de beide zusjes Kok. Delegaties uit alle provincies, gewone mensen in hun beste pak of een gehuurd jaquet, die trots maar wat onwennig temidden van alle gezagsdragers zitten.
Het is in principe dezelfde doopplechtigheid zoals die steeds in Hervormde
kerken wordt gehouden. Dezelfde procedure, dezelfde gebeden. Alleen het speciale doopgebed van de emeritus predikant ds. J. H. Sillevis Smitt (die op 10 maart vorig jaar de predikatie hield bij de inzegening van het huwelijk van prinses Beatrix en prins Claus) is helemaal afgestemd op de doop van het prinsje. Hij bidt: „God, ook dit kind is Uw kind. Laat dit kind een man worden, maar laat de man een echt mensenkind blijven. Uw kind." Zijn gebed zegt al, wat^ later ds. Kater in zijn predikatie nog eens zal benadrukken: ook een prins is een gewoon mens, die in een niet gemakkelijk leven de hulp van God nodig zal hebben.
Het is de wens van prinses Beatrix en prins Claus, dat de plechtigheid eenvoudig is. Het kerkgebouw is niet al te uitbundig versierd. Hier en daar wat witte bloemen en pastelkleurige rozen. Alles is veel soberder dan destijds bij de doop van prinses Beartix, ook in de Haagse kerk.
Wanneer ds. Kater tot driemaal toe wat waterdruppels uit de doopvont over het hoofdje van de prins laat lopen en daarbij met luide stem de doopformule spreekt, kijkt ieder ademloos toe. De prins heeft de oogjes open, kijkt van zijn moeder naar de predikant en weer naar zijn moeder. De ontroering is duidelijk af te lezen op het gezicht vah prinses Beatrix. Het is het hoogtepunt van de plechtigheid.
Ook de predikatie van ds. Kater is een hoogtepunt. Hervormden, Rooms- Katholieken, maar ook mensen, die in hun dagelijks leven nooit een kerk bezoeken, luisteren aandachtig, worden gegrepen door de rustige stem, de bezielende woorden. „De ouders rekenen op ons allemaal, op alle aanwezigen, op allen die via radio of televisie hier getuigen zijn. Wij zijn allen medeverant woordelijk voor het geestelijk klimaat, waarin een kind momenteel moet opgroeien." Een klimaat, dat hij niet als erg gunstig schetst en dat alleen overwonnen kan worden, waarschuwt hij, als het kind de geest van Christus meekrijgt. Prinses Beatrix knikt, nauwelijks merkbaar, als wil ze de woorden van ds. Kater bevestigen. De kleine prins in haar armen, gekleed in de lange, feestelijke doopjurk van kostbare „point de gaze de Bruxelles". die koning Willem III in 1880 aan koningin Emma schonk (en die ook bij de doop door prinses Beatrix en prinses Christina werd gedragen, steekt een kleine hand omhoog om speels het gezicht van zijn moeder aan te raken.
Ds. Kater heeft ook waardevolle woorden over de praktijk van het koningshuis. Hij bidt, dat zowel de ouders als de prins de vrijheid mogen hebben om zichzelf te zijn. „Dat is in onze tijd helemaal geen vanzelfsprekendheid voor een vorstenkind. Daar verkijkt de buitenwereld zich vaak op. Niemand is zo onvrij als iemand, die in een paleis of een koninklijk kasteel werd geboren. Je leeft daar in een glazen huis. Je krijgt te maken met een belangstelling, die soms dicht in de buurt komt van hinderlijke nieuwsgierigheid. Je staat voort durend bloot aan alle mogelijke en onmogelijke kritiek ," zegt hij.
De beide koren zingen weer. De genodigden, die aarzelden bij het meebidden van het Onze Vader, vallen in. Kort daarop verlaat de doopstoet de kerk. In een kleine kapel zal een speciale doopoorkonde worden getekend. De klokken van de Grote Kerk luiden, in heel Den Haag weerklinkt kort daarop het bronzen geluid van alle torens. Zij zetten een oude traditie voort en verspreiden de boodschap: „Een prins is gedoopt. Het is feest."
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 september 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 5 september 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's