Een probleem van Nasser
Door de bril van Han en Rien Boomsma:
By een v,an onze ooms en tantes hing in de logeerkamer een grote staalgravure: Hagar en Ismaël by de bron in de woestyn. Als kind begryp je weinig van dat drama van het wegsturen van de Egyptische slavin met haar zoon in de woestijn, je was geboeid, door de schoonheid, waarmede deze vrouw geitekend was by de bron, in een lange zwarte kleding, en van Ismaël, die tegen haar aangedrukt by de bron stond.
Je was getroffen door de fraaie staalgravure — een tekenprodecé — dat niet meer boefend wordt, waardoor vele indrukken van de staalplaat gemaakt konden worden, en deze staalgravure hebben de wanden versierd in de kamers van onze voorouders voor honderd jaren.
Toen ik terugkwam uit Indonesië in 1949 voeren wij in een convooi van 9 schepen achter elkaar van Suez naar Port Said. Voor ons voer een grote Franse tanker — tankschepen hadden voorrechten in het Suez-kanaal voorop te mogen varen — en de Groote Beer was het laatste, een troepentransportschip, dat met 1200 zieke militairen naar huis keerde en ik maakte deze reis toenmaals als Niwin-artist mee.
Het konvooi voer langzaam, te langzaam, bij Ismaila liep de tanker uit zijn roer en schoof walkant in van het 120 meter brede Suez-kanaal. De Groote Beer gooide het anker uit, het schip kon niet verder. Zo zaten we daar. Ik mocht als enige — ook alweer door de functie van Niwin-artist — overal op het schip komen, klom dus op het het bruggedek bij de gezagvoerder en keek over de kant heen, de woestijn in, waar we niet ver van een bron waren: Egyptische vrouwen, die met kruiken op het hoofd water gingen halen. Ze liepen waardig naar de bron, maakten daar een praatje met elkander, de gevulde kruik werd op het hoofd geplaatst, waardig liep men terug. De Egyptische mannen waren minder waardig, zoals de soldaten opmerkten, een stelletje viezeriken — en het was maar goed, dat we hun arabisch niet verstonden, dat ons toegeschreeuwt werd.
We bezochten op onze Egypte reis niet alleen de antieke herinneringen van voor 5.000 en meer jaren. We hadden ook belangstelling hoe de Egyptenaar leeft. We zijn in dorpen wezen kijken/ nabij Cairo en bij Luxor. Deze eerste opname, en ook de tweede stamt uit dat laaste district. Ze zijn waard eens dieper besproken te worden.
Zoals ik Hagar afgebeeld zag op die bijbelsche prent, zo zagen we de vrouwen nog. Lange, zwarte gewaden. Ze staan hier, links, op de foto, ze hebben de Icruiken liggende op het hoofd. Dat betekent dus, de kruiken zijn leeg, ze gaan naar de bron, gezamenlijk. Daar zullen ze de kruik vullen, een kussentje op het hoofd leggend, daarop de kruik staande plaatsen en in waardige houding terugkeren naar hun woning, die van klei opgetrokken is.
In een van mijn vorige artikelen heb ik verteld, dat — naar de mededelingen in het belgische weekblad De Post — 60 % van de Egyptische soldaten leden aan de bilharsia. Veroorzaakt door het drinken van of baden in besmet water. Hier hebt u, hoe de verspreiding van de bacil geschied. Er zullen bronnen zijn, die goed water afgeven» er zullen vrouwen zijn, die Nijlwater gaan halen en daarmede de besmetting afgeven aan haar huisgenoten. Denkt u nu niet dat gebeurt niet, we waren zelve getuige hoe een koopman met een kar gekookte bonen, in Cairo In de straat zijn waar uitventende, de bonen in de pot bevochtigd had met Nijlwater. Wie dus deze bonen zou kopen zou onherroepelijk besmet worden met de bacil.
Toen we vorig jaar in Mesopotamië rondreisden vertelde eenS Duits ingenieur van het iVEercedes-concern — we reden daar namelijk met Mercedesbussen rond over slechte wegen en hij Was speciaal meegegan om te zien hoe deze bussen zich op die wegen zouden gedragen, — dat hij in Perzië was geweest, om daar 6 maanden te toeren met Mercedes-bussen. Dat op een gegeven ogenblik een directeur van eenl der fabrieken hem kwam opzoeken, onnadenkend ging baden in de rivier en na enkele dagen doodziek naar Duitslnd teruggestuurd moest worden, aangetast door de biL'^arsia.
Laat ik het verhaal er bij doen van een Duitse medereiziger, op de Nijlboot op weg naar Assun. Hij kwam uit Midden-Afrika en zei, het is geen won- 'der, dat het Nijlwater zo besmet is, men gooit er dode kemelen en ezels in. Op die manier moet het water vol dodelijke bacteriën komen.
Ook pluspunt
We hebben verschillende malen Nasser een stil verwijt gemaakt over zijn oorlog tegen Israël. Hij voert meer oorlogen, die hij beter ?al kunnen winnen. Allereerst de oorlog tegen deze kleine •worm die de ziekte veroorzaakt. Laten we daarom een pluspunt vertellen.
Sedert hij aan de regering is. In 1952
waren er 1.000 dorpen die waterleiding hadden, in 1957 waren het er al 2.689. Het aantal waterleidingen momenteel is me niet bekend. Toen woj in Cairo waren hield Nasser een grote rede, waarin hij de mensen opwekte geen Nijlwater te drinken of in de Nijl of de stilstaande poelen te baden. Hij zei toen, blijkens een verslag in een Engels blad dat te Cairo verschijnt — dat Egypte jaarlijks voor 80 miljoen Egyptische ponden schade leed door die ziekte. Maar gezegd, Nasser hield de rede, en op diezelfde dag haddeni we de bonenverkoper Nijlwater zien uitgieten over zijn koopwaar. Voorlopig zal de bilharzia-bacil niet uitgeroeid zijn, en het w^are te wensen, dat Nasser deze oorlog — een oorlog met veel glorie — zou winnen. Bekijken we nu de bovenste foto. Rechts vooraan staat nog iets van koren, de verdere akkers zijn afgemaaid. Er is een dorp op de achtergrond, dadelpalmen heffen hun liroon omhoog, waar in september en oktober de rijpe dadels geplukt van kunnen worden. Dan, waar het om gaat, dat gebouwtje links. Dat is het duiver(hok.
Aanvankelijk weet je niet wat je ziet, grote gebouwen en honderden duiven. Later kom je er achter. Duiven, die niet bestemd zijn voor sier of wedvlucht. Duiven kunnen gegeten worden.
Het menu van de Egyptenaar is sober. Een der problemen is, hoe kunnen deze 28.000.000 mensen gevoed worden. Het gedeelte, dat bebouwd kan worden is net zo groot als Nederland. Hier in Nederland wonen 12.000.000 menden, daar 28.000.000 op zo'n stuk grond. De opbrengst van de vis oogst is niet groot. De Egyptenaar eet dus, wat. Er is een ontzaglijk gebrek aan melk en vlees. De koeien, die er zijn zien er erbarmelijk slecht uit. Ze worden niet alleen gebruikt om gemolken te worden, doch ook als trekdier. Het is te begrijpen, dat er van melk niet veel terecht komt. Men eet weinig vlees; vis, als dat te vangen is. Dat betekent, dat de Egyptenaar een groot tekort krijgt in zijn voedsel en eiwit. Goed, er zijn kippen maar die zullen ook geen 160 eieren per jaar leggen.
Weinig vlees, weinig vis, weinig melk Om even tussen door te vertellen: na de Egyptische reis waren we te gast op Cypres bij een Fries, die daar manager was op een veehouderij. Hij vertelde, ondanks al zijn goede zorgen gaven de koeien nog niet de helft van wat een Friese koe —• want hij had allemaal stamboekvee in zijn stal — in Friesland geeft. Wat moeten nu die armelijke koetjes in Egypte geven!
Als het weer vrede is, wat een mogelijkheid voor Nederland om zijn over tollige melkproducten daarheen te verkopen! Doch zover zijn we niet. Men heeft behoefte aan eiwit, daarom worden overal in de dorpen duiven gehouden. Ze vliegen uit . . . maar is dat een winst? De boer heeft bonen gezaaid, zaai-graan uitgestrooid en de duiven komen het oppikken! Wij lopen er aan vast. een ding is zeker, de duiven helpen toch mede het voedsel-probleem tot een oplossing te brengen. Als Nasser nu eens bezeten was ge
weest met de politieke haat tegen Israël, als hij zich nu alléén geworpen had op al die dingen, ^waar hij goed mee doet; hij probeert de gezondheidszorg te bevorderen, de industrialisatie, de werkverschaffing . . . dan zouden we meer waardering hebben. Maar momenteel hebben we het niet. Egypte zit met enorme problemen, er is een bevolkingsaanwas per jaar van 700.000 zielen Waar moet dat heen. Een probleem, dat je niet kunt oplossen met oorlogen te voeren en de mensen in de woestijn te laten sneuvelen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's