�Waarom was 't op mij gemunt?"
Meditatie
' IVTensenkind, wat is het hout des wijnstoks meer dan alle hout? (Ezechiël 15 : 2a)
Ge kent wel de bekende dichtregels: Waarom was 't op mij gemunt. Daar zovelen gaan verloren, Die dat heil niet wordt gegund!
Is dat niet de verwonderende vraag van elk kind des Heeren? De profeet, welke onze tekst heeft neergeschrever;, legt ons een vraag voor. Een vraag des Heeren! ,,Mensenkind, wat is het hout des wijnstoks meer dan alle hout?"
Men heeft verschillende houtsoorten. Zo kent men b.v. het goverhout, waarvan de ark des Heeren was vervaardigd. Cederhout, waaruit de balken en binten des tempels bestonden. Eikenen beukenhout, waaruit meubelen worden gemaakt. Vurenhout, dat kisten en kasten oplevert. Wilgenhout, waarvan men manden en ander vlechtwerk fabriceert.
Maar, waar wordt nu het hout van de wijnstok voor gebruikt? Ons teksthoofdstuk zegt het zo ontroerend: „Wordt daarvan hout genomen om een stuk werks te maken? Neemt men een pin, om een, vat daaraan te hangen? Ziet het wordt aan het vuur overgegeven."
De zon zendt haar stralen uit tot Gods eer en het licht van haar schijnsel stort overvloedige sprake uit. De maan en de sterren prijken als wonderwerken Zijner handen aan het firmament en verkondigen in de nacht wetenschappen. De rivier klatert met haar bruisende
De rivier klatert met haar bruisende watervloed tot ere van Hem, die haar maakte.
De vogelen zingen hun liederen van de majesteitelijkheid Gods en wanneer in het stille oerwoud het machtige gebrul van de leeuw verklinkt, rijst onwillekeurig de vraag op: Wie heeft deze gemaakt?
Hier juicht een Hermon, daar een Thabor in Zijn Naam! En de mens? Hij is het beeld van de wijnstok, onder de houtsoorten. Hij deugt nergens anders toe, dan om met vuur verbrand te worden. Van nature vloekt hij zijn Maker. Hij veracht Zijn wetten en inzettingen. Hij onderhoudt Zijn rechten niet.
Moeten; we ons niet diep schamen, wanneer we ons bij Geesteslicht bezien in de spiegel van Gods Wet? Dan roept de ziel het uit: O, God, waartoe kunt Gij mij nog gebruiken? Ik deug nergens toe!
Hoe anders had het kunnen zijn, denk slechts aan de paradijstoestand. Daar leefde, werkte en sprak de mens tot ere van Zijn Schepper. Maar reeds daar betoonde hij, in zich zelf niet te deugen tot enig stuks werk. Reeds daar werd hij ongehoorzaam aan het gebod Gods. En nu ? Wat een vreselijk lot wacht hem n.1. om verbrand te worden met vuur. Huivert ge niet terug, mijn lezer?
Huivert ge niet terug, mijn lezer? Ziet, daar kronkelen de vlammep en lekken reeds aan hun prooi. Nog een ogenblik en dan is er niets meer over, dan wat as. Is dat misschien ook uw toekomst?
Er is ook nog een andere mogelijkheid. Ik zie een hand. Die hand grijpt in de wijnstokbundel, welke gereed is om verbrand te worden. Daar worden er als een vuurbrand uit het vuur gerukt. Hij neemt hem, verzorgt hem, voedt hem en straks staat daar een bloeiende wijnstok vol edele vruchten. Dan heeft die wijnstok één eigenschap, die gover, noch ceder, eik noch beuk, den noch wilg hebben. Hij geeft vruchten, wonder goed en wonder zoet. En langs schuttingen en daken, langs muren en bomen, klimt deze plant omhoog. Niets kan hem tegenhouden. Zelfs stenen doorboort hij op deze weg. Als een vuurbrand! Is het zó niet, kind des Heeren? Geplant, gevoed, gesterkt door God?
En dan door Gods genade, het oog omhoog en het hart naar boven. Omhoog, vaak door bange diepten heen. Omhoog, trots duizend moeilijkheden. Omhoog, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf. Omhoog, want voor U wil ik lijden, voor U wil ik strijden, voor U wil ik de wereld doorgalmen met lof. Dan worden de vruchten gezien.
Dan worden de vruchten gezien. Vruchten van geloof en bekering. Ja, dan is het hout van de wijnstok méér, onmogelijk méér waard dan alle andere hout. Maar alleen uit genade!
Waarom was 't op mij gemunt? Neen, begrijpen zullen we het nooit. Alleen er ons in verwonderen, die genade aanbidden. We steken het hoofd omhoog en zullen d' eerkroon dragen. Neen, niet omdat we als wijnstokhout méér zijn dan alle ander hout, maar: Door U, door U alleen, om 't eeuwig
Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 8 Pagina's