Uit Het Kijkvenster
De doperse geestesstroming Subjectivisme en lijdelijkheid Geest en stof
l 1 rver de Doopsgezinden en hun con- ' in Amsterdam schreven we voweek. Daarbij trokken we een vluchtige lijnen uit de geschiede- [om aan te geven waar de Dopers flaan komen en hoe ze zich in de van vier eeuwen hebben ontwik- . Dat alles lag op het informatieve De man die wel eens met me Qjkt door het Kijkvenster vond het „- een droge boel, al die gegevens. ichien had hij wel gelijk. In het leer heb ik de ervaring dat de. beste liurder naast de chauffeur zit. Met Ischrijven is het al niet anders: de Waarnemer zit zeker niet aan Ivenster
I I tl ped, mijn mede-kijker bracht me len idee. Hij had weleens gehoord. Ier gesproken werd over „dopers" bijvoeglijk naamwoord en in ver- 1 daarmee over de „doperse geesjoming". Hij had begrepen dat dit landuiding was van sommige groeluit, laten we zeggen, de rechter- Igel van de Gereformeerde gezindte Eis land. Die doperse geestesstro- \ zouden we voornamelijk kunnen tnemen bij de Oud Gereformeer- ] bij de Gereformeerde Gemeenibij sommige Christelijk Gereforpden en vooral ook in de rechterhr van de Ned. Herv. Kerk. En nu Ihet probleem: Hoe komt men aan I theorie? En ook: Wat is hiervan tl
Et zijn interessante, maar moeilijtragen. Ik wil wel proberen er iets [te zeggen, maar ik wil er in geen 1 het laatste woord over hebben.
;ar ik meen is de term ,,doperse itestroming" een vondst van Dr J. ^^'oelderink, in leven Hervormd pre- ^Blt in verschillende gemeenten, o.a. ^Buderkerk a.d. IJssel. Deze theoloog WRstor stuitte bij zich ambtelijk werk op een aantal misstanden en misvattintjen ten aanzien van het geestelijk le iven, juist in gemeenten die trouw wil- 'den zijn aan de Gereformeerde belij- enjs. Daarbij constateerde hij een tekort aan waarachtige zekerheid des geloofs en een geestelijke blijdschap. Dat bracht hem tot een diepgaand onderzoek van de Reformatorisfche theologie en tot een kritische bezinning op de ontwikkeling van het Gereformeerde leven en denken in latere eeuwen. BBj kwam tenslotte tot de conclusie, dat het Gereformeerd Protestantisme éBepgaand was beïnvloed door de „doirse geestesstroming", en dat er als (VOlg daarvan in vele gemeenten een ilse lijdelijkheid heerste, die soms zelfs naar het fatalisme neigde, en dat Svele mensen uit deze kringen verstrikt zaten m het subjectivisme. Volgens hem nt ^^^ ^^^ Gereformeerde denken in loop der eeuwen losgeraakt van het geloof in de vastheid van Gods beloften, en zocht het geloofsleven in plaats daarvan nu de grond in zichzelf en in allerlei ervaringen en, bevindingen, soms ook in allerlei fantastische gezichten en dromen,
Woelderink is niet moede geworden >op de gevaren van deze ontwikkeling te wijzen. Hij heeft daarover heel wat (boeken en brochures geschreven. We noemen o.a.: „Was de Reformatie een vergissing?" „De gevaren van de dogeestesstroming". ,,Het Doopsier" enz.
is Woelderink er nu toe gekomen de^fC ontsporingen toe te schrijven aan doperse invloeden? Hij heeft dat zelf helder uiteengezet in de zojuist genoemde brochure „Was de Reformatie een vergissing?" (Een uitgave van M Willem de Zwijger-stichting in Den Haag, z.j.) Hij heeft erop gewezen hoe lïv i^t begin van de hervormingstijd • perse beweging geheel met de latorische verstrengeld was. Als : daarvan is er in ons land, hoefe Dopers als „kerkgenootsahap" te betekenen hadden, steeds een e onderstroom in de kerk ge- 1. En deze onderstroom vertoonoan dezelfde kermierken als de do
perse beweging zelf, uiteraard aangepast aan de omstandigheden.
Wat zijn nu deze kenmerken? De verwerping van de kinderen, zult U zeggen,. Inderdaad is dat een van de doperse dwalingen, doch volgens Woelderink is dat slechts de consequentie van andere, belangrijker misvattingen. De verwerping van de kinderen, de weigering om in het leger te dienen, overheidsambten te bekleden en de eed af te leggen, enz., zijn volgens Woelderink alle terug te brengen tot het onderscheid, wil naen: de tegenstelling tussen^ stof en geest. De stof is van beneden, de geest is van boven, en daardoor zijn die twee eigenlijk onverenigbaar met elkaar. Wanneer die twee toch met elkaar verenigd zijn, dan is dat voor de mens een kwelling waarvan hij verlost moet worden. Die verlossing kan de mens in dit leven al ten dele bereiken door zich te verdiepen in de vergankelijkheid van dit aardse leven, maar de volkomen verlossing wordt pas zijn deel als de dood de ziel definitief scheidt van het lichaam. Dit „dualisme", deze tegenstelling
Dit „dualisme", deze tegenstelling tussen stof en geest, is een typisch heidense gedachte, die we ook bij de Griekse wijsgeren aantreffen. Bij Plato bijvoorbeeld is het lichaam de kerker, waaruit de ziel zo spoedig mogelijk moet worden verlost. Deze heidense opvatting is steeds aanwezig geweest in de kerkgeschiedenis (de R.K. leer is typisch dualistisch) en de Reformatie heeft deze heidense zuurdesem niet geheel kunnen uitzuiveren. Het dualisme heeft met name voor de
de Het dualisme heeft met name voor de doperse opvattingen vérstrekkende gevolgen gehad, o.a. wat betreft de menswording van Christus. De geringschatting van de stof en ook van het lichaam verzette zich uiteraard tegen het feit dat de Zoon van God in ons menselijk vlees kon verschijnen, een mens kon zijn van vlees en bloed. Dat menselijk lichaam was eigenlijk te minderwaardig voor de eeuwige en natuurlijke Zoon des Vaders. Daarom gebruikten de Dopers in die tijd graag het beeld dat Christus door Maria heengegaan is, zoals het water door een goot, m.a.w. dat Hij wel uit Maria geboren is, zonder echter het vlees van Zijn moeder te hebben aangenomen. Tegen deze achtergrond moeten we artikel 18 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis lezen, waarin fel geprotesteerd wordt tegen deze „Ketterij der Wederdopers". Ook de terugtrekking uit het leger en uit het maatschappelijk en staatkundig leven moet in dit dualistische licht worden gezien: dat is immers allemaal maar van beneden, van deze aarde! En om niet meer te noemen, de verwerping van de kinderdoop en de geringschatting van het 'Avondmaal, zijn evenzeer symptomen van deze opvatting. overgeestelijke
Dit wat de echte Dopers betreft. Maar zijn deze doperse dwalingen of misvattingen nu ook te vinden binnen de rechtervleugel van het geroformeerd protestantisme? Ja, volledig, zegt Woelderink. Ik zou U nog graag enkele van zijn argumenten laten zien, maar m'n ruimte is vol, dus dat moet wachten tot volgende week.
WAARNEMER.
Post Scriptum.
In m'n vorige artikel stond te lezen dat de vroegere doopsgezinde leke-predikers het best te vergelijken waren met de zogenaamde „oefenzaak". De aandachtige lezers zullen hopelijk begrepen hebben dat dit een zetfout was voor „oefenaars". Anders zou de mening kunnen ontstaan dat oefenen een ,,zakeHjke" bezigheid was
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 10 Pagina's