Weer een tempel in Jeruzalem ?
In grote lijnen gezien is het zo, dat ael, geboren in Egypte als volk, omeeks 1200 v. C. via de woestijnreis or het schiereiland Sinai Palestina nentrekt en daar een staat -vestigt, ze heeft bestaan tot 586 v. C. Dan mt de ballingschap en de terugkeer naf 722 v. C. bestond het volk in 'te nog slechts uit de stammen van da en Benjamin, want het volk van tien stammen (het rijk Israel) is mer teruggekeerd ^). Van de overgeevenen was Juda de grootste en vooramste stam en daarom is het woord den daarvan afkomstig. Onder vele eemde heersers heeft het volk nog t 70 n. C. op zijn eigen territoir ge- -fd, maar toen kwam, zoals we zagen, t einde. Jeruzalem was verwoest, de -pel verbrand, het land grondig gesneerd en een leven als natie was et meer mogelijk. Wat er van het odse volk nog over was, werd gederteerd en verstrooid. Het had geen en land meer, geen geografisch cenm, geen heiligdom. Wat echter bleef, aren de godsdienst, de taal en de ge- -enschappelijke historie.
Men kon zich dus afvragen of het ogelijk zou zijn, dat dit volk zonder gen land en staatsbestel als eenheid n blijven bestaan. De historie heeft wezen, dat dit mogelijk was. Het ar 70 was het begin van een historihe periode, die uniek van karakter . Hoewel de Joodse staat was vemie- "d en zijn inwoners waren verspreid er de gehele toen bekende wereld, joofd van alles wat onmisbaar schijnt or een nationaal voortbestaan, beelden de Joden toch hun eigen kater als volk. De Joodse historie randert radicaal: ze wordt voortaan -en verhaal meer van koningen en roveraars, slagvelden en overwinninn, maar van wijzen en geleerden, 'chters, dromers en martelaren. Zulk n geschiedenis heeft geen enkel anr volk.
We kunnen er niet aan denken een -detailleerd overzicht te gaan geven i alles wat er met dit uiteengescheuren „Heimatlose" volk en met zijn ondgebied Palestina in de loop der uwen is gebeurd. Wie daarvan meer eten wil, moet speciale literatuur adplegen. Wij memoreren slechts enle bijzondere dingen eruit. De voor- -amste gebeurtenis, die tot vandaag e van ontzaglijke invloed is geweest de positie van het Joodse volk, was opkomst van de Islam, de gods- 'enst van Mohammed. Hij werd de ichter van een nieuwe wereldrelie die speciaal onder de Arabieren, yan wie hij er één was, aanhangers ond. De Islam kent geen Drieënige od, maar een Enige, Allah genaamd, enals de Joden, die hem Jahwe noeen. Mohammed, die naar eigen zeg- •-n van Ismaél afstamde, beschouwde braham als een profeet en Jezus van azareth ook. De Arabieren w^aren tot usverre afgodendienaars geweest en adden als godsdienstig middelpunt de g. Kaaba in Mekke met de heilige eteoorsteen en driehonderd afgodseelden. In het jaar 622 n. C. moest ohammed vluchten uit deze stad, aar hij woonde en ging hij naar Me- 'na Daar en ook in Jemen (Zuid- "abie) woonden veel Joden en hij eende onder hen veel aanhang te zuln krijgen, omdat hij Abraham, Mozes Jesaja ook als profeten erkende en nvankelijk voorschreef te bidden met et gelaat naar Jeruzalem. Dit werd •hter een teleurstelling. Ze namen zijn ^euwe leer niet aan, erkenden hem iet als Messias of profeet en kritiseeren zijn polygamische levenswijze, zoat Mohammed en zijn volgelingen zich 'gen hen keerden en vele Joodse geeenten uitroeiden of hen tot slaven aakten. Voortaan moesten de Moammedaanse Arabieren, welker aan- -1 gestadig toenam, niet meer bidden et het gelaat naar Jeruzalem, maar aar Mekka. Zeven jaar na zijn vlucht uit Mekka
Zeven jaar na zijn vlucht uit Mekka eerde Mohammed in triomf daarheen 'rug. Zijn prediking was zo ingeslaen, dat heel Arable hem volgde. Toen 'j in 632 op 62-jarige leeftijd stierf, zijn opvolger Aboe Bekr begonnen et de verbreiding van de Islam door erovering van vele landen rondom. P de duur strekte het Mohammedaangebied zich uit van de grenzen van dié tot in Spanje. Het was kalief PPvoIger van Mohammed). Omar die in 38 Palestina met Jeruzalem veroverde , P *^et Oostromeinse rijk. Naar hem is OP f^mar-moskee op het tempelplein ger pnad, die zijn opvolger Abd el Ma- K bouwde over de rots (de z.g. Rotsoepel).
Zo kwam Palestina voor eeuwen on- ^r de heerschappij van de Arabieren •^ de Islam. Veel had de bevolking ^ Jijden in de tijd van de Kruistochten Mr het Heilige Land. Later kwam " eeuwenlang in het bezit van Egypen van 1516 tot 1917 hoorde het oner het Turkse rijk. Na W.O.I. werd ^t mandaatgebied van Engeland. Van ^1" tot 1948 was het „het dubbelbeoofde land." In al deze eeuwen woonen er weinig of geen Joden; Palestina as vóór 1948 een in grote meerder- 6id Arabisch land. De stichting van e staat Israël was dus voor de Araleren een moeilijk te accepteren daad. 'mmer hebben zij zich neergelegd bij de verdeling van het land en ze zijn ook nu niet van plan dit te doen. Met name Jeruzalem, dat ook een heilige stad van de Mohammedanen is, vormt een twistappel.
Wanneer we nu terugkeren, tot ons eigenlijk onderwerp n.1. de mogelijkheid van de bouw van een nieuwe tempel, dienen we behalve de historie nog andere aspecten ervan in onze uiteenzetting te betrekken. De voornaamste daarvan is, dunkt ons, van religieuze aard. De vraag is n.1. hoe het Joodse volk in Israël en ook de Joden in de huidige diaspora staan tegenover de voorvaderlijke godsdienst en de beleving daarvan. Het ligt voor de hand, dat de moderne opvattingen ook in Joodse kringen veel aanhang hebben gekregen. Men kan niet zonder meer terugschakelen op de situatie van 20 eeuwen geleden. De vrijzinnigheid, het agnosticisme en ook het atheïsme hebben zowel onder de Palestijnse als onder de wereld-Joden hun duizenden verslagen. Wat Israël zelf betreft, het is moeilijk de juiste verhoudingen te peilen, maar volgens deskundigen is het ongeveer zo, dat een zesde deel nog ter synagoge komt en een ander zesde deel niet geheel onverschillig tegenover de godsdienst staat, zodat men ongeveer ean derde deel Van het volk nog meer of minder godsdienstig kan noemen. De anderen zijn volkomen geseculariseerd d.w.z. verwereldlijkt of bepaald anti-gods dienstig. Onder degenen, die nog religieus zijn, evenals bij de Christenen een grote differentiatie: geheel rechts staan zij, die een strenge onderhouding van de Mozaïsche wetten voorstaan, anderen zijn in dit opzicht milder. Men kan dit zien aan de wijze, waarop ze de sabbat vieren, de spijswetten in acht nemen, andere oude bepalingen in stand houden en met name ook aan de voorkeur voor Hebreeuws, voor Jiddisch of voor het Nieuw-Hebreeuws (het Iwrieth). Toch drukt het oude Jodendom ook officieel nog sterker zijn stempel op het openbare leverl dan men zgu verwachten, speciaal op het gebied van de sabbatrust. Op sabbat ligt het verkeer zo ongeveer stil en daarmee zijn zeer velen het helemaal niet eens. Het is uiteraard ook hinderlijk voor de christenen, die op zondag en voor de Mohammedaanse Arabieren, die op vrijdag hun rustdag houden. De Joden in de verstrooiing onderhielden hun godsdienst in de synagogen. Deze konden de tempel echter niet vervangen, maar ze hebben toch in grote mate bijgedragen tot de instandhouding van de Joodse godsdienst. De apostel Paulus en de andere apostelen hebben het christendom gepredikt en verbreid, althans aanvankelijk, via de Joodse synagogen.
^) en verdween voorgoed uit de geschiedenis.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 augustus 1967
Eilanden-Nieuws | 4 Pagina's